Toebehoren
nl
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft 4 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
4
3
2
1
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
■
manier in de binnenruimte plaatst.
Schuif de toebehoren altijd volledig in de
■
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
12
Let er bij het inschuiven van de bakplaat of de
braadslede op dat de ontgrendelnok ƒ zich aan de
achterkant bevindt en naar beneden wijst. De schuine
kant van de toebehoren „ moet van voren naar de
apparaatdeur wijzen.
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipend vocht op te vangen.
Let er bij het plaatsen van het rooster op dat beide
afstandhouders ‚ op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Kleine stoombakken kunnen alleen met het rooster in
de binnenruimte worden geplaatst.