Met de knop MODE kiest u de te beluisteren
externe geluidsbron.
1. Als u
USB
kiest, verschijnt
Apparaat
aansl.
op het display.
2. Sluit uw iPod , mp3-speler of USB-geheu-
gen aan op de USB-aansluiting in het
opbergvak van de middenconsole (zie
voorgaande afbeelding).
> De tekst
Aan het laden
verschijnt op
het display, wanneer het systeem de
bestandshiërarchie op het opslagme-
dium inleest. Dit duurt enige tijd.
Na het inlezen verschijnen de trackgegevens
op het display, waarna u een bepaalde track
kunt selecteren.
U kunt op een van de volgende drie manieren
een track selecteren:
•
Draai de knop TUNING (4) links- of
rechtsom.
•
Gebruik de linker of rechter toets van de
navigatiebediening (6) om naar de gewen-
ste track te bladeren.
•
Gebruik de toetsenset op het stuurwiel.
In de USB- of iPod -stand werkt het Infotain-
mentsysteem op dezelfde manier als bij het
beluisteren van audiobestanden op een cd in
de cd-speler. Voor meer informatie, zie
pagina 261.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning van
muziekbestanden in de muziekformaten
mp3, wma en wav. Er zijn echter muziekfor-
maten die niet door het systeem worden
ondersteund. Het systeem biedt verder
ondersteuning voor de meeste iPod -
modellen die in 2005 of later gemaakt zijn.
iPod Shuffle wordt echter niet onder-
steund.
USB-geheugen
Om het gebruik van een USB-geheugen te ver-
eenvoudigen is het beter alleen audiobestan-
den in het geheugen op te slaan. Het inlezen
duurt aanzienlijk langer, wanneer er behalve
afspeelbare audiobestanden nog andere
bestanden op het opslagmedium staan.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning voor
draagbare media die werken met USB 2.0
en het bestandssysteem FAT32 en kan
maximaal 500 mappen en 64.000 bestan-
den aan. Het geheugen dient een grootte
van minimaal 256 MB te hebben.
Mp3-speler
Veel mp3-spelers werken met hun eigen
bestandssysteem die niet ondersteund wor-
den door het Infotainmentsysteem. Om een
10 Infotainment
Audiofuncties
dergelijke mp3-speler te kunnen gebruiken
binnen het systeem, dient de speler in de stand
USB Removable device/Mass Storage
Device
te staan.
iPod
Een iPod wordt middels de aansluitkabel bij-
geladen en gevoed door de USB-aansluiting.
Als de batterij van de speler echter helemaal
uitgeput is, dient u deze eerst op te laden alvo-
rens de speler aan te sluiten.
N.B.
Wanneer u muziek op een aangesloten
iPod beluistert, hanteert het infotainment-
systeem een menustructuur vergelijkbaar
met die van de iPod .
Zie voor meer informatie over USB en iPod bij
een audiosysteem in de uitvoering Perfor-
mance het extra instructieboekje bij USB en
iPod Music Interface.
AUX
Soms wijkt het volume waarop de externe
geluidsbron wordt weergegeven af van dat van
de interne geluidsbronnen zoals de cd-speler.
Als de geluidssterkte van de externe geluids-
bron te hoog is, kan de geluidskwaliteit ver-
slechteren. U kunt dat tegengaan door het
10
``
253