06 Starten en rijden
Slepen en bergen
Starten met hulpaccu
Gebruik een hulpaccu als de startaccu dusda-
nig ontladen is dat de motor niet kan worden
gestart. Probeer de motor niet aan te slepen,
zie pagina 178.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken als u
de auto probeert aan te slepen.
Slepen
Controleer voordat u de auto gaat slepen wat
de toegestane maximumsnelheid is voor sle-
pen.
1. Draai de transpondersleutel naar stand II
en hef het stuurslot op zodat de auto
bestuurbaar is, zie pagina 155.
06
2. Laat de sleutel tijdens het slepen in stand
II staan.
3. Zorg om schokken te voorkomen dat de
sleepkabel altijd strak staat door met uw
voet lichte druk op het rempedaal uit te
oefenen.
174
WAARSCHUWING
Het stuurslot blijft in de stand staan die gold
bij het verbreken van de spanning. Het
stuurslot moet worden opgeheven, voordat
u de auto sleept.
De transpondersleutel moet in stand II
staan. Neem de sleutel nooit tijdens het rij-
den uit het contactslot, ook niet als de auto
gesleept wordt.
N.B.
Als de accu van de auto uitgeput is, moet u
voordat u de auto kunt wegslepen het stuur-
slot opheffen.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en de stuurbekrachti-
ging werken niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. U moet ongeveer vijfmaal zo
hard op het rempedaal trappen en de auto
stuurt aanzienlijk zwaarder dan normaal.
Handgeschakelde versnellingsbak
±
Zet de versnellingspook in de neutrale
stand en los de handrem.
Automatische versnellingsbak
Geartronic
±
Zet de keuzehendel in stand N en los de
handrem.
BELANGRIJK
Let erop dat u de auto altijd dusdanig weg-
sleept dat de wielen in de rijrichting draaien.
•
De snelheidslimiet voor het wegslepen
van een auto met automatische versnel-
lingsbak is 80 km/h. U mag de auto over
een afstand van maximaal 80 km ver-
slepen.
Automatische versnellingsbak
Powershift
Bij het model 2.0D met een automatische
Powershift-versnellingsbak moet de motor
lopen voor voldoende smering van de versnel-
lingsbak en daarom mag dit model niet worden
gesleept.