Wielen demonteren
Zet de gevarendriehoek op, als u een wiel langs
een drukke weg moet verwisselen. Zorg ervoor
dat de auto en de krik op een stevige en hori-
zontale ondergrond staan.
WAARSCHUWING
Controleer of de krik intact is, goed
gesmeerde schroefdraadwindingen heeft
en vrij van vuil is.
N.B.
Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui-
ken* die bij de auto hoort, zoals aangegeven
op de kriksticker.
Op de sticker staat tevens de maximale hef-
capaciteit bij de vermelde minimale hef-
hoogte.
1. Neem het reservewiel*, de krik* en de wiel-
sleutel* erbij die onder de mat in de koffer-
bak liggen. Bij gebruik van een andere krik,
zie pagina 221.
2. Haal de handrem aan en schakel de eerste
achteruitversnelling in of zet de keuzehen-
07 Wielen en banden
Wielen verwisselen
del in stand P, als de auto een automati-
sche versnellingsbak heeft.
3. Plaats wielblokken voor en achter de wie-
len die op de grond blijven staan. Gebruik
daarvoor grote houten blokken of grote
stenen.
4. Auto's met stalen velgen hebben afneem-
bare wieldoppen. Werk de wieldop los met
het uiteinde van een wielsleutel of trek hem
met de hand los.
5. Draai de wielmoeren ½–1 slag linksom los
met de wielsleutel.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
``
201