Oliepeil controleren bij een warme motor
1. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond,
zet de motor af en wacht ten minste
10–15 minuten zodat de olie naar het carter
terug kan lopen.
2. Veeg de peilstok schoon, voordat u gaat
meten.
3. Controleer het oliepeil met de peilstok. De
olie moet tussen het MIN- en MAX-
streepje staan.
Als de olie dichter bij het MIN-streepje ligt, kunt
u om te beginnen 0,5 liter olie bijvullen. Vul bij
totdat de olie dichter bij het MAX-streepje dan
bij het MIN-streepje op de peilstok ligt. Voor de
aan te houden hoeveelheid, zie pagina 293.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op het hete uitlaatspruitstuk,
omdat er gevaar voor brand bestaat.
BELANGRIJK
Vul niet meer olie bij dan tot aan het MAX-
streepje. Het olieverbruik kan toenemen, als
u te veel olie in de motor giet.
1
Geldt alleen voor het dieselmodel (D5).
Voor motoren met elektronische
1
peilaanduiding
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duim-
wiel gebruiken om het oliepeil te laten contro-
leren door de elektronische peilaanduiding, zie
pagina 62.
Oliepeil controleren:
1. Zet het contact in stand II, zie pagina 154.
2. Draai het duimwiel naar
"
MOTOROLIEPEIL
".
> Vervolgens verschijnt het motoroliepeil.
N.B.
Het oliepeil wordt alleen tijdens het rijden
bijgewerkt. Het systeem kan wijzigingen in
het peil door het bijvullen of aftappen van
olie niet meteen registreren.
Na het bijvullen of aftappen van motorolie
dient u dan ook ca. 30 km met de auto te
rijden, voordat de peilaanduiding juist is.
Melding
Motoroliepeil OK
In orde.
Motoroliepeil Een
Het systeem wordt
opgestart, verschijnt
ogenblik...
ca. 2 seconden lang.
09 Onderhoud en service
Oliën en vloeistoffen
Melding
Motoroliepeil Vul 1
Motorolie bijvullen
l olie bij
Motoroliepeil Ser-
Verschijnt wanneer
het systeem een
vice vereist
storing geregis-
treerd heeft die ver-
holpen moet wor-
den, voordat de
juiste peilaanduiding
kan worden gege-
ven.
09
``
227