Download Print deze pagina

Volvo C70 2010 Instructieboekje pagina 140

Verberg thumbnails Zie ook voor C70 2010:

Advertenties

05 Sloten en alarm
Alarm*
transpondersleutel naar sleutelstand II
draait.
Beperkt alarmniveau
Om te voorkomen dat het alarm afgaat wan-
neer u bijvoorbeeld een hond in de auto ach-
terlaat of gebruik maakt van een veerboot, kunt
u de bewegingsmelder en de niveausensoren
tijdelijk uitschakelen en wel als volgt:
De te volgen procedure is identiek aan die bij
tijdelijke uitschakeling van de Safelock-functie,
zie pagina 136
Alarmsysteem testen
05
Bewegingsmelder in passagiersruimte
testen
1. Open alle zijruiten.
2. Activeer het alarm. Het lampje knippert
langzaam om aan te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
3. Wacht 30 seconden.
4. Test de bewegingsmelder in de passa-
giersruimte door een tas of iets dergelijks
van de stoel te pakken. Er moet dan een
sirene afgaan en tegelijkertijd moeten alle
richtingaanwijzers knipperen.
5. Deactiveer het alarm door de auto via de
transpondersleutel te ontgrendelen.
*
140
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Alarm op portieren testen
1. Activeer het alarm.
2. Wacht 30 seconden.
3. Ontgrendel de auto met de sleutel aan de
bestuurderszijde.
4. Open een van de portieren. Er moet dan
een sirene afgaan en tegelijkertijd moeten
alle richtingaanwijzers knipperen.
5. Deactiveer het alarm door de auto via de
transpondersleutel te ontgrendelen.
Alarm op motorkap testen
1. Ga in de auto zitten en deactiveer de bewe-
gingsmelder.
2. Activeer het alarm. Blijf in de auto zitten en
vergrendel de portieren met de toets op de
transpondersleutel.
3. Wacht 30 seconden.
4. Ontgrendel de motorkap met de hand-
greep onder het dashboard. Er moet dan
een sirene afgaan en tegelijkertijd moeten
alle richtingaanwijzers knipperen.
5. Deactiveer het alarm door de auto via de
transpondersleutel te ontgrendelen.

Advertenties

loading