Automatische verlichting
Met de knop (2), zie pagina 110, kunt u drie
verlichtingsstanden selecteren voor de verlich-
ting in het interieur:
•
Uit – rechterkant (met opschrift 0) inge-
drukt, automatische bediening interieur-
verlichting uitgeschakeld.
•
Neutrale stand – automatische verlichting
ingeschakeld. De dimfunctie is actief.
•
Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlich-
ting brandt.
Neutrale stand
Met de knop (2) in de neutrale stand wordt de
interieurverlichting als volgt automatisch in- en
uitgeschakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden, als:
•
u de auto met de transpondersleutel ont-
grendelt;
•
u de motor hebt afgezet en de transpon-
dersleutel naar stand 0. hebt gedraaid.
De interieurverlichting dooft, wanneer:
•
u de motor start
•
de auto wordt vergrendelt met een sleutel
of transpondersleutel.
De interieurverlichting gaat aan en blijft 5 minu-
ten lang branden, wanneer een van de portie-
ren openstaat.
Als u een bepaalde verlichtingsfunctie hand-
matig inschakelt, zal deze na 5 minuten auto-
matisch worden uitgeschakeld.
04 Interieur
Interieurverlichting
111
04