Diagnostische instellingen
Probleemdiagnostiek
De GS-X pinsetter monitort de werking van de functieschakelaars en schakelt
een pinsetter uit als er een storing wordt gedetecteerd. Wanneer zich een
probleem voordoet, slaat de pinsetter af en gaat het statuslampje boven op de
lift knipperen. De foutcode op de LCD-display op de externe display voor de
monteur kan worden gebruikt voor diagnose van het probleem.
Contact closure diagnostiek (schakeldiagnostiek)
Naast deze probleemdiagnostiek kent de GS-X nog twee diagnostische
instellingen voor het testen van pinsetterfuncties; een daarvan, de contact closure
diagnostiek, controleert de schakelaars op de pinsetter en geeft weer welke
schakelaars worden gesloten tijdens de controle. Deze instelling kan worden
gebruikt om vast te stellen of de schakelaars naar behoren werken en of de
bedrading tussen de Nexgen-controllerkast en de afzonderlijke schakelaars in
orde is.
Diagnostiek machinecyclus
De diagnostiek van de machinecyclus zet de pinsetter in een voortdurende
bedrijfscyclus waarbij de pinsetter werkt als in de modus voor ten pin bowling,
met de volgende uitzonderingen. In plaats van te wachten op een baldetectie,
wordt de pincyclus gestart via een door de CPU afgegeven tijdsignaal van vijf
seconden. De pinsetter gaat door met de cyclus set, reset, sweep en opnieuw
laden van pins zolang hij in de diagnostische modus staat. Fouls worden tijdens
de diagnoseprocedure genegeerd. Diagnostische fouten (defecten) worden actief
tijdens de diagnostische modus en kunnen de pinsetter laten stoppen als een
blokkering of een bepaald soort defect wordt geconstateerd.
Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-23 23
Hoofdstuk herzien februari 2009