Hoofdstuk herzien februari 2009
Eerste bal - korte cyclus
In de volgende situaties wordt na het rollen van de eerste bal een korte cyclus
doorlopen.
A. De 7e pin was de enige pin die door de bal omver werd geworpen.
B. De 10e pin was de enige pin die door de bal omver werd geworpen.
C. Er werden geen pins omver geworpen door de bal (gootbal).
In elk van de bovenstaande situaties stelt de CPU van de pinsetter vast dat er
geen omvergeworpen pins op de baan liggen en dat de veegmanoeuvre daarom
onnodig is. De tafel landt bovenop de pins en keert daarna terug naar zijn
uitgangspositie. Dit vermindert de tijd die nodig is om de eerste balcyclus te
doorlopen. Zie figuur 4-8.
1. Er vindt een baldetectie plaats.
2. De elektromagneet van de sweeprelease wordt geactiveerd om de sweep
naar de beschermende positie te laten zakken, waarbij schakelaar 'G' wordt
geactiveerd. De elektromagneet van de baldeur komt onder stroom te staan,
zodat de deur gedurende drie seconden wordt vergrendeld.
3. De tafelmotor draait tegen de klok in om de tafel te laten zakken. De nok op
de tafelas verlaat schakelaar 'A'.
4. De tafelheugels gaan naar beneden en pulseren (sluiten) schakelaar 'BB' om
aan te geven dat de tafel het detectiegebied is binnengegaan.
5. De tafel beschrijft een korte beweging en stopt bij de slagbegrenzingsplaat.
6. Bij schakelaar 'B' leest de CPU van de pinsetter de schakelaars van de
pinhouders en treft daarbij een van de drie bovengenoemde situaties aan.
Ook stuurt hij informatie over de pins naar de automatische scorer.
7. De tafelmotor stopt even wanneer schakelaar 'C' wordt gesloten. Vervolgens
wordt de richting omgekeerd (MK).
8. De elektromagneten van de pinhouders worden geactiveerd om de grijpers
te openen bij schakelaar 'B' zodat pins kunnen worden geladen wanneer de
tafel naar de uitgangspositie terugkeert.
9. De ketting van de sweeprelease haalt de sweep op.
10. De tafelmotor slaat af wanneer schakelaar 'A' wordt geactiveerd.
Hoofdstuk 4: Pinsettercycli 4-13 13