7-16 16
Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud
22. Controleer de aandrijftandwielen, pignons en poelies van de sweep
en de tafel op slijtage.
23. Reinig de sweeptracks en geleiderollen van de sweepwagon en
controleer de werking.
24. Controleer of de geleiderollen van de heugelstangen van de tafel
goed vast zitten en controleer de werking.
25. Controleer de overloopgoten op tekenen van slijtage en loszittend
bevestigingsmateriaal.
26. Controleer al het montagemateriaal van de pinhouders en draai dit
vast.
27. Controleer de spanning van de tafel- en de
liftmotoraandrijfkettingen en stel deze af.
28. Controleer de lagers, assen en aandrijfpoelies van de distributeur
op tekenen van slijtage.
29. Draai de montagebout vast en controleer de sleutel en het
taatslager voor de krukarm van de tafelas; smeer het taatslager.
30. Controleer de noktiming van de schakelgroep.
31. Controleer het sweepreleasemechanisme en taatslager op slijtage,
scheuren en de juiste werking.
32. Controleer of al het bevestigingsmateriaal van de distributeur goed
vast zit.
33. Controleer de beschermstrips tegen het stoten van de bal op de
balbufferplaat.
34. Smeer alle onderdelen die in het driemaandelijkse gedeelte van het
smeerschema staan.
Halfjaarlijks onderhoud
35. Controleer de afstelling en de aansluiting van het
bevestigingsmateriaal voor alle functieschakelaars.
36. Controleer het balbufferframe, de aanslagkragen en lagers.
37. Draai al het bevestigingsmateriaal op de terugslag en de
beschermplaten van de accelerator vast.
Hoofdstuk herzien februari 2009