Samenvatting van Inhoud voor Brunswick Commercial GS Series
Pagina 1
Handleiding voor gebruik en onderhoud GS-Series Pinsetter met VK geavanceerd/geavanceerd beschermingspakket Februari 2009 / 47-902748-000-NL...
Inhoud Veiligheidswaarschuwingen ............1-2 Veiligheidsmededeling voor gebruikers van deze handleiding ..1-3 Pinsetters met Safety Power Controllers ........1-4 Gespecialiseerd personeel ............1-4 Algemene veiligheidsinformatie en beschermende maatregelen ................1-4 Opmerkingen over veiligheid ..........1-4 Vóór eerste inbedrijfstelling verrichte tests ......1-5 Werkingscontroles van de beveiligingsvoorzieningen .....1-5 Onderhoud ................1-7 Veiligheidsrichtlijnen voor de GS-Series pinsetter ......1-8 Statuslampje pinsetter / opstartprocedure machine ......1-10...
Veiligheidswaarschuwingen In deze handleiding worden de termen ‘Waarschuwing’ en ‘Opgelet’ (vergezeld van een van de internationale GEVAREN-symbolen) gebruikt om de monteur te wijzen op speciale instructies voor bepaald onderhoud of werk dat gevaar kan opleveren als het onjuist of slordig wordt uitgevoerd. Hieronder volgt een definitie.
Veiligheidsmededeling voor gebruikers van deze handleiding Deze handleiding is geschreven en gepubliceerd door de serviceafdeling van Brunswick Bowling and Billiards om de lezer te helpen bij het onderhouden en installeren van de beschreven producten. Er wordt van uitgegaan dat deze personen vertrouwd zijn met, en zijn opgeleid voor, de onderhouds- en installatieprocedures voor deze producten, die het gebruik van algemene monteursgereedschappen en eventueel speciale gereedschappen van Brunswick of aanbevolen gereedschappen van andere...
Pinsetters met Safety Power Controllers Het GS-X Pinsetter Safety Controller-systeem mag alleen door daartoe gespecialiseerd personeel in werking gesteld en onderhouden worden. Gespecialiseerd personeel Gespecialiseerd personeel (centrummonteurs) wordt gedefinieerd als personen die: • de vereiste toepasselijke opleiding hebben gevolgd en •...
Vóór eerste inbedrijfstelling verrichte tests De tests vóór de eerste inbedrijfstelling dienen om te controleren of wordt voldaan aan de veiligheidsvereisten zoals vermeld in de nationale/internationale wet- en regelgeving, met name in de Richtlijn arbeidshulpmiddelen en de Machinerichtlijn (overeenstemming EU-regelgeving). •...
Pagina 8
Al deze tests moeten het volgende resultaat opleveren: • Tijdens de lichtbundeltest mag op de ontvanger van de desbetreffende foto- elektrische beveiligingsschakelaar geen lampje branden. • Op beveiligingscontrole-instrument UE 401 mag alleen het rode lampje branden. • Zolang de lichtbundel, de interlock- of de noodstopschakelaar is geopend, mag het niet mogelijk zijn de gevaarlijke toestand van de machine te starten.
Onderhoud De sensorlenzen moeten regelmatig en als ze vuil zijn, worden schoongemaakt. Pas op dat u geen krassen maakt op de lenzen en dat er zich geen druppels op vormen, omdat die de optische eigenschappen kunnen wijzigen. • Geen agressieve schoonmaakmiddelen gebruiken. •...
Veiligheidsrichtlijnen voor de GS-Series pinsetter Zoals met alle machines zijn er risico's verbonden aan het werken met de GS-Series Pinsetter. Maar bij het betrachten van voldoende zorg, kennis en verantwoordelijkheid kan schade aan de pinsetter of letsel aan mensen die ermee werken worden voorkomen.
Pagina 11
13. Om te voorkomen dat er een bowlingbal in de pinsetter belandt, moeten de sweepboards voor het baanpaar bij werkzaamheden aan de pinsetter of balaccelerator in de beschermstand omlaag staan. 14. Plaats voordat u met onderhoudswerkzaamheden onder de settafel begint, een krik of een geschikte steun onder het midden van de tafel.
Statuslampje pinsetter / opstartprocedure machine Het rode lampje boven op de lift verschaft de operator belangrijke informatie over de toestand van de machine. De betekenis van het lampje verschilt afhankelijk van de softwareversie die op de moederplaat van de CPU in de Nexgen-kast is geïnstalleerd.
Verwijderen van in de distributeur vastzittende pins 1. Zet de stop/run-schakelaar op de externe display van de monteur of op de Nexgen-kast op stop. Zet de hoofdstroomschakelaar op de Power Safety Controller-kast op uit en vergrendel de schakelaar in uitgeschakelde stand met een goedgekeurd vergrendelingsmiddel.
Foutcodes wissen en pinsetterstilstand corrigeren Wanneer een pinsetter tot stilstand komt, schakelt de CPU van de Nexgen de machine uit en knippert het rode statuslampje boven op de liftconstructie. Op het scherm van de externe display van de monteur verschijnt een code die de aard van het ondervonden probleem aangeeft.
Beschermingen op de machine De GS Pinsetter heeft beschermingen en veiligheidsinterlocks om ongelukken te voorkomen en de toegang tot de bewegende onderdelen van de pinsetter te beperken. Er zijn twee soorten beschermingspakket verkrijgbaar: geavanceerd en geavanceerd - VK. De twee pakketten lijken veel op elkaar. Het verschil is dat voor de VK-versie de loopbrug als standaardonderdeel is vereist.
Hoofdstuk 1: Bediening Overzicht Deze handleiding dient als hulp bij het veilig en efficiënt verrichten van service, reparaties en onderhoud van de GS-series pinsetters. Lees voordat u werkzaamheden aan een van deze pinsetters verricht de veiligheidsinformatie en zorg dat u vertrouwd bent met de Veiligheidsrichtlijnen voorin deze handleiding. In deze handleiding vindt u ook oplossingen voor problemen, waardoor storingsduur tot een minimum wordt teruggebracht en uw pinsetter jarenlang betrouwbaar blijft functioneren.
Oriëntatie pinsetter Wanneer in deze handleiding sprake is van posities zoals links, rechts, vooruit of achteruit, is dit de positie zoals gezien wanneer u vanaf de werplijn naar de machine kijkt. De beweging met de klok mee (MK) of tegen de klok in (TK) gaat uit van het linkeraanzicht of de bovenkant van de pinsetter.
Beschrijving van pinsetter De GS-Series pinsetter bestaat uit acht onderdelen: Balkuil Balaccelerator Pinlift Distributeur Settafel Sweepwagon Aandrijfframe Elektronisch controlemechanisme Balkuil De voornaamste functie van dit gedeelte is om de eerste impact van de pins en van de bal op te vangen, ze van elkaar te scheiden en ze naar het juiste deel van de machine te leiden.
Pagina 23
Transportband De transportband (T-band) brengt de pins naar het liftmechanisme en houdt de bal tegen de balbuffer terwijl de bal naar de balaccelerator wordt geleid. De T-band is een brede riem die om twee rollers loopt. De voorste roller is een vaste roller die in sleuven van de zijframes ligt.
Balaccelerator Tussen de twee pinsetters van een baanpaar bevindt zich een balaccelerator die de ballen naar de bowlers van beide banen terugleidt. De bal komt via de baldeur van de transportband in de accelerator. Een grote, platte lopende band die tussen twee trommels is gespannen neemt de bal op en beweegt deze voort naar de ballift.
Pagina 25
Om te voorkomen dat ballen van naastgelegen banen tegelijkertijd in de accelerator arriveren en om te voorkomen dat er pins in de accelerator belanden, is de balaccelerator voorzien van baldeuren en baldeursluiters. Zie figuur 1-5. Als de afstelling goed is verricht, zal de deur niet opengaan als er alleen maar tegen wordt gedrukt, omdat de hefboom boven aan de deur de borgbout raakt.
Pinlift De pinlift ontvangt de pins vanaf de transportband en brengt ze omhoog naar de distributeur. Twee pinaanvoerdeflectors op de bodem van de lift leiden de pins in de liftopening. Wanneer de pins de lift binnenkomen, moeten ze een plaats vinden op een van de 14 scheppen die constant in de lift ronddraaien en worden aangedreven door twee parallelle kettingen.
Pagina 27
(1) aandriJfaS lift (2) SCHakelaar Pinteller (3) wiGGeleider (4) SCHePGeleider (5) kettinG (6) 1 van 14 PinSCHePPen (7) eJeCtor (8) reCHter PindefleCtor (9) reCHter PinaanvoerdefleCtor (10) demPerPlaat (11) laGe GeleideBak (12) linker PinaanvoerdefleCtor (13) linker PindefleCtor (14) wiGGen voor Het Centreren van PinS (15) SCHakelaar lC (16) kettinGSPanner...
Pagina 28
(1) StatuSlamPJe (2) SCHakelaar ‘lC' (3) Safety Power Controller (4) HoofdStroomSCHakelaar (5) noodStoPSCHakelaar (6) reStartSCHakelaar (7) externe diSPlay (8) deurinterloCk (9) linkermaCHine Figuur 1-7. Achteraanzicht lift - geavanceerde beschermingen. 1-12 12 Hoofdstuk 1: Bediening Hoofdstuk herzien februari 2009...
Distributeur De distributeur haalt de pins van de lift en plaatst ze in positie, zodat ze op de settafel kunnen worden geplaatst. De distributeur bestaat uit een sharkmontage, vier pinaanvoerbanen, twee oversteekbanen, 10 pinstations en overloopgoten rechts/links. Zie figuur 1-8. TRANSPORT BAND STATIONS DRIVE PULLEY...
Pagina 30
PIN COUNT SWITCH SHARK FIN GUIDE GREEN BELTS PIN SHOVEL SHARK SOLENOID Figuur 1-9. Pintellerschakelaar en elektromagneet van de shark. (1) SCHakelaar Pinteller (3) elektromaGneet (5) PinSCHeP (2) SHarkvinGeleidinG SHark (6) Pin (4) Groene riemen De pins bewegen over de distributeurbanen totdat er een leeg pinstation wordt aangetroffen.
Pagina 31
EJECTOR FLAP (1) eJeCtorflaP (2) HefBoom PinreleaSe (3) HouderBooG met flaP PIN RELEASE LEVER RETAINING BOW WITH FLAP Figuur 1-10. Pinstation. Pins die niet in een leeg pinstation terechtkomen, worden via de overloopgoten aan het eind van de beide buitenste distributeurbanen teruggevoerd naar de transportband.
Settafel De settafel heeft verschillende functies. Hij moet: A. Overblijvende staande pins detecteren nadat een bal is geworpen. Figuur 1-12. B. Staande pins optillen zodat de sweep het dode hout kan verwijderen. Figuur 1-13. C. Pins aannemen van de distributeur en ze op de baan zetten voor een nieuw frame.
Pagina 33
Figuur 1-13. Spottertangen gesloten - Oppakken van pins. Figuur 1-14. Nieuwe pins neerzetten. Hoofdstuk 1: Bediening 1-17 17 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 34
De settafel bevat tien pinhouders die op vier zwenkassen zijn gemonteerd. De pinhouders worden in horizontale positie gehouden door een klink op de linkerachterzijde van de settafel. De houders blijven horizontaal wanneer de settafel pins laadt, op een bal wacht of pins detecteert. Het enige moment waarop de pinhouders in een verticale positie worden geroteerd is wanneer de tafel helemaal naar beneden komt om nieuwe pins op het baanoppervlak neer te zetten.
Pagina 35
De beweging van de settafel wordt door een motor en aandrijfconstructie met krukarm en ketting geregeld. Zie figuur 1-16. Als de krukarm draait, wordt de ketting afgerold en zakt de tafel door de zwaartekracht omlaag. Normaal gesproken stopt de tafel op de hoogte voor pindectectie omdat een T-stop die in de bovenkant van de buis van de linkertafel is geschroefd, blijft haken aan de slagbegrenzerplaat, zodat de tafel niet verder dan de positie voor de staande pin kan zakken.
Pagina 36
(1) linker vierkante aS (2) SlaGBeGrenzinGSPlaat (3) t-StoP (4) linkerBuiS van tafel (5) elektromaGneet SlaGBeGrenzinG (6) SCHokdemPer SlaGBeGrenzer Figuur 1-17. Linker heugelstang van tafel met T-stop. VERTICAL DRIVE #1 PIN SPRING - FULLY LEFT-HAND HOLDER EXPANDED SQUARE SHAFT LATCH Figuur 1-18. Tafel omhoog in pinlaadpositie. (1) linker vierkante aS (3) vertiCale aandriJfveer - (4) klink...
Pagina 37
VERTICAL DRIVE SPRING - RELAXED Figuur 1-19. Positie voor het neerzetten van nieuwe pins. (1) vertiCale aandriJfveer - in ruSt Figuur 1-20. Tafel komt omhoog - pinhouders keren terug in horizontale positie. (1) tS-1-BlokkerinG (2) vertiCale aandriJfveer - uitGetrokken Hoofdstuk 1: Bediening 1-21 21 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 38
De settafel heeft spottertangen om staande pins te grijpen. De 10 spottertangen bewegen synchroon en worden aangedreven via een reeks tandwielen en tandstangen door de rechter vierkante as van de machine. Zie figuur 1-21. Deze vierkante as draait wanneer de elektromagneet van de spottertangen wordt ingeschakeld en koppelt zo het drijfwerk van de tafel in.
Pagina 39
Figuur 1-22. Spottertangaandrijving. (1) reCHterframe (4) (St) elektromaGneet (7) reCHter vierkante aS (2) SPilaS (5) linkerframe (8) SPottertanGen (3) tandkoPPelinG (6) tafelaandriJvinG (9) SPottertanGen GeSloten Hoofdstuk 1: Bediening 1-23 23 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 40
Er zijn twee soorten spottertangen: Naar voren gericht - pin 1, 4, 5 en 6 Naar achteren gericht - pin 2, 3, 7, 8, 9 en 10 (1) verBindende SCHakelS in GeSloten PoSitie (2) SPottertanGen - GeSloten (3) demPer (4) SPottertanGen - vollediG GeoPend (5) aandriJftandwiel Figuur 1-23.
Sweepwagon De sweepwagon heeft drie functies: 1. Na het detecteren van de bal of handmatig activeren (SET of RESET) wordt de sweep meteen naar beneden gebracht om te voorkomen dat pins naar voren over de baan rollen. 2. Beschermen van de tafel wanneer die naar beneden komt om pins te detecteren of nieuwe pins neer te zetten.
Pagina 43
SWEEP SHAFT SWEEP DRIVE SHAFT (1) SCHakelaar ‘Sm' RIGHT SIDE OF PINSETTER (2) SweePaS (3) nok "SM" (4) driJfaS SweeP SWITCH (5) reCHterkant PinSetter (6) krukarm tafel TABLE CRANK ARM Figuur 1-26. Schakelaar SM gesloten - sweep voorwaarts. Aan het eind van de pinsettercyclus werken de tafelmotor en de sweeprelease samen met een draaiverbinding om de sweep omhoog te halen.
Pagina 44
(1) taatSlaGer (2) draaiverBindinG (3) tiPPerroller (4) tiPPer (5) tafelaS Figuur 1-27. Sweep blijft omlaag staan (TK). 1-28 28 Hoofdstuk 1: Bediening Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 45
(1) tafelaS TABLE SHAFT (2) taatSlaGer (3) draaiverBindinG (4) SCHarnierPunt (5) tiPPerroller (6) tiPPer PIVOT BEARING PIVOT LINK PIVOT POINT TIPPER ROLLER TIPPER Figuur 1-28. Omhooghalen van de sweep (MK). Hoofdstuk 1: Bediening 1-29 29 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Aandrijfframe Het linker aandrijfframe bestaat uit de drie motoren samen met hun aandrijfsystemen en de slagbegrenzer. Zie figuur 1-29. De voorste motor is een 1/2 HP motor zonder inwendige rem. Dit is de distributeurmotor. Hij heeft een systeem met twee poelies voor aandrijving van de voorste distributeuras die op zijn beurt de constructies aandrijft die de pins door de machine verplaatsen.
Pagina 47
Figuur 1-29. Aandrijfframes. (1) diStriButeurmotor (3) voorSte diStriButeuraS (5) BeHuizinG SCHakelaarGroeP (1/2 HP zonder rem) (4) tafelmotor (1/2 HP met rem) (6) voorkant maCHine (2) SweePmotor (1/4 HP met rem) Hoofdstuk 1: Bediening 1-31 31 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 48
De slagbegrenzer bepaalt of de tafel daalt tot de hoogte voor detectie van staande pins of tot de hoogte voor het neerzetten van nieuwe pins. Hij bestaat uit een slagbegrenzingsplaat, een hydraulische schokdemper, een elektromagneet en een vierkante as. De plaat en de schokdemper vertragen de tafel wanneer die daalt voor een korte slag om pins te detecteren of opnieuw te spotten.
Pagina 49
SWITCH "C" (1) SCHakelaar ‘C' (2) SCHakelaar ‘B' (3) nok (4) SCHakelaar ‘a' (5) tafelaS (6) SCHakelaar ‘d' SWITCH "B" SWITCH "D" SWITCH "A" TABLE SHAFT Figuur 1-31. Schakelgroep. De rechter geleidetoren is met bouten op het aandrijfframe van de pinsetter bevestigd.
Pagina 50
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten 1-34 34 Hoofdstuk 1: Bediening Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 52
Motoren..................2-25 Distributeurmotor ..............2-26 Sweepmotor ................2-26 Tafelmotor ................2-26 Motor van balaccelerator ............2-26 Hoofdstuk 2: Elektrisch - schakelaars, elektromagneten en motoren Hoofdstuk herzien februari 2009...
Hoofdstuk 2: Elektrisch - schakelaars, elektromagneten en motoren Schakelaars De GS-X pinsetters bevatten meerdere functie- en beveiligingsschakelaars die de pinsetter besturen en beschermen en voor de veiligheid van de operator zorgen. Als een functieschakelaar niet goed werkt of niet wordt ingeschakeld wanneer dit wordt verwacht, wordt de machine uitgeschakeld en verschijnt er een foutcode met een beschrijving van de storing.
Schakelaars ‘A’, ‘B’, ‘C’ en ‘D’ Deze schakelaars bevinden zich in een schakelgroepbehuizing in het rechterframe van de pinsetter. De belangrijkste taak van de schakelgroep is het doorgeven van de positie van de settafel aan de CPU van de pinsetter. De schakelaar ‘A’...
Foutcode schakelaar ‘B' SCHAKELAAR B NIET VERWACHT MAAR B FOUND GEVONDEN SCHAKELAAR B VERWACHT MAAR NIET B NTFND GEVONDEN Foutcode schakelaar ‘C' SCHAKELAAR C NIET VERWACHT MAAR C FOUND GEVONDEN SCHAKELAAR C VERWACHT MAAR NIET C NTFND GEVONDEN Foutcode schakelaar ‘D' SCHAKELAAR D NIET VERWACHT MAAR D FOUND GEVONDEN...
Liftcontroleschakelaar (LC) De schakelaar LC bevindt zich op het linker achterframe van de lift. Hij wordt door rollers op de as van de pinscheppen gepulst terwijl de scheppen draaien. Als hij niet tenminste om de zes seconden wordt gepulst terwijl de distributeurmotor draait, concludeert de CPU van de pinsetter dat de lift is vastgelopen, dat er een aandrijfriem slipt of dat een ander defect of probleem in de distributeur of de transportband verhindert dat de lift beweegt.
Schakelaar ‘G’ Deze schakelaar ‘G’ bevindt zich op de verzwakker linksvoor op de pinsetter. Deze schakelaar wordt door de verzwakker geactiveerd wanneer de sweep zich helemaal beneden in de beschermende positie bevindt. De schakelaar moet worden geactiveerd voordat de tafel kan zakken. Tijdens bedrijf wordt de elektromagneet van de sweeprelease geactiveerd wanneer er een bal wordt gedetecteerd.
Externe display voor de monteur De kast met de externe display voor de monteur is op de achterkant van de lift voor de linkerbaan aangebracht. De kast vervangt de regelkast voor de monteur en de display van de Nexgen-elektronica. De kast van de externe display bevat een display en een toetsenblok waarmee de monteur de Nexgen-elektronica kan bedienen en de modus en foutcodes van de pinsetter kan zien.
Buiten bereik-schakelaar De schakelaar ‘BB’ bevindt zich op de rechter geleidetoren. De schakelaar dient om de CPU van de pinsetter te laten weten of de tafel tot de normale detectiehoogte is gedaald. Als een pin buiten bereik is gekomen, landt de tafel boven op de pin waardoor de tafel vlak voor de schakelaar stopt.
Pinhouderschakelaars De settafel heeft tien pinhouders. Aan elke pinhouder zit een enkele schakelaar die voor twee doeleinden wordt gebruikt. De schakelaar wordt geactiveerd wanneer een pin in een houder van een pinstation valt. De schakelaar kan ook worden geactiveerd wanneer de pindetectieplaat omhoog wordt geduwd tijdens het detecteren van een staande pin.
Spottertangschakelaar (ST) De schakelaar ‘ST’ bevindt zich aan de rechterkant van de settafel. Een nok op de tandheugel die de spottertangen aandrijft, activeert (sluit) de schakelaar wanneer de spottertangen open zijn. Deze informatie wordt gebruikt om te bepalen of de settafel aan het begin van een cyclus omlaag kan worden gebracht. (1) reCHter vierkante aS (2) nok (3) SCHakelaar...
Sweepmotorschakelaar (SM) De schakelaar ‘SM’ bevindt zich rechtsvoor op de pinsetter. Een nok op de krukarm van de sweep activeert (sluit) deze schakelaar als de sweepwagon helemaal naar voren is gekomen. Als deze schakelaar wordt geactiveerd, wordt de sweepmotor uitgeschakeld en kan de inwendige rem van de motor de sweep stoppen.
TS-1-schakelaar De tafelblokkeringsschakelaar ‘TS-1’ bevindt zich linksachter op het pinsetterframe bij de 7e pin. De schakelaar wordt alleen geactiveerd wanneer de pinhouders niet naar hun horizontale positie kunnen terugkeren na het neerzetten van nieuwe pins. Een roller op de achterste zwenkas van de settafel duwt een activeringsarm naar boven tot deze schakelaar gesloten wordt.
TS-2-schakelaar Deze tafelblokkeringsschakelaar is in het frame aan de rechterkant gemonteerd vlakbij de schakelgroep. Dit is een blokkeringschakelaar die alleen wordt geactiveerd als de tafel niet in staat is om omhoog naar de uitgangspositie terug te gaan. Als een pin of een gebroken onderdeel klem komt te zitten tussen de bovenkant van de settafel en de onderkant van de distributeur, kan de tafel niet omhoog komen.
Pintellerschakelaar Deze schakelaar is boven op de lift aangebracht. De schakelaar is zo opgesteld dat hij elke pin telt die de lift verlaat op weg naar de sharkmontage. De informatie van de schakelaar wordt naar de elektronica van de pinsetter gestuurd om te bepalen wanneer de elektromagneet van de shark moet worden ingeschakeld.
Veiligheidsinterlockschakelaars Het geavanceerde beschermingspakket omvat veiligheidsschakelaars en -sensors die beide pinsetters uitschakelen wanneer de achterste toegangsdeur wordt geopend, de bedekkingseenheid wordt opgetild of de lichtbundel van de fotosensor voor de pinsetters wordt onderbroken. Deze sensors zijn verbonden met de kast van de Power Safety Controller, die op zijn beurt de voeding van de Nexgen-kast regelt.
Elektromagneten Er worden twee soorten elektromagneten gebruikt op de GS-Series pinsetter. De zwarte elektromagneten zijn elektromagneten voor intermitterend bedrijf. Dit soort elektromagneten wordt alleen kortstondig gepulseerd. De rode elektromagneten zijn elektromagneten voor ononderbroken bedrijf. Deze kunnen indien nodig gedurende 90 seconden worden ingeschakeld. OPMERKING: Wanneer ze naar behoren werken, hebben de spoelen van de zwarte elektromagneten een weerstand van 12 ohm;...
Elektromagneet van baldeur De elektromagneet van de baldeur dient om de baldeur drie of vier seconden na detectie van een bal gesloten te houden. Als de elektromagneet wordt ingeschakeld, komt de borgbout omlaag om de deurhefboom te vergrendelen, zelfs als de baldeurknop wordt ingedrukt. (1) elektromaGneten voor Sluiten Baldeuren (2) BorGBout...
Elektromagneet van sweeprelease De elektromagneet van de sweeprelease dient om het sweepreleasemechanisme te activeren. Hierop kan de tipper kantelen en zakt de sweepwagon van zijn uitgangspositie naar de beschermpositie. De elektromagneet wordt meteen ingeschakeld zodra een bal door de bundel van de baldetector heen gaat of wanneer iemand op een set- of resetknop drukt.
Elektromagneet van slagbegrenzer De elektromagneet van de slagbegrenzer dient om de tafel tot op het pindeck te laten zakken om nieuwe pins neer te zetten. Wanneer de elektromagneet wordt ingeschakeld, trekt hij de slagbegrenzerplaat even weg van de tafelbuis, zodat de T-stop de slagbegrenzerplaat kan passeren en de tafel helemaal tot aan het pindeck kan zakken.
Elektromagneet van spottertangen De elektromagneet van de spottertangen laat een koppeling met de tafelaandrijving opkomen om de spottertangen te openen of te sluiten, afhankelijk van de draairichting van de tafelmotor. De koppeling laat een spilas draaien waardoor een spiraalvormig tandwiel gaat draaien dat de rechter vierkante as aandrijft.
Elektromagneten van pinhouders Als de rode elektromagneet op de pinhouder wordt ingeschakeld, openen de grijpers zich zodat de pins in of uit de houder kunnen komen. Wanneer de tafel naar zijn uitgangspositie terugkeert, kunnen de grijpers opengaan om de pins te laden.
Elektromagneet van shark Deze elektromagneet wordt gebruikt om de sharkvingeleider te bedienen. Als de elektromagneet is ingeschakeld, klapt de pingeleider naar links om de pin naar de rechterkant van de distributeur te leiden. Als de elektromagneet is uitgeschakeld, trekt een veer de pingeleider terug naar de uitgangspositie, waardoor de pins naar de linker distributeurbanen worden geleid.
Motoren Alle motoren die op de GS-Series pinsetters worden gebruikt, zijn driefasemotoren die werken op 208 V~, 230 V~ of 380 V~ en met 50 of 60 hertz. Zie het hoofdstuk ‘Onderhoud’ van deze handleiding voor informatie over het installeren van bedradingen en poelies bij het vervangen van een motor. Figuur 2-21.
Distributeurmotor De distributeurmotor is een motor met vermogen van 1/2 hp linksvoor op de pinsetter. Hij drijft alle onderdelen aan die pins in de machine verplaatsen, waaronder de ronde riemen van de distributeur, de scheppen in de lift en de transportband in de kuil.
Pagina 77
Inhoud Algemene informatie ..............3-3 Nexgen-bedieningskast ..............3-5 Linkerkant (pinsetters met geavanceerde bescherming) ...3-6 Rechterkant (pinsetters met geavanceerde bescherming) ..3-8 Onderkant (alle Nexgen-bedieningskasten) ......3-10 Intern .................... 3-11 I/O PCB’s ................3-12 CPU PCB ................3-13 Hoogspannings-PCB............3-16 Machinesetup ................3-18 LCD-display/gebruikersinterface ...........3-18 Diagnostische instellingen ............3-23 Probleemdiagnostiek...............3-23 Contact closure diagnostiek (schakeldiagnostiek) ....3-23 Diagnostiek machinecyclus ............3-23 Gebruik van de diagnostiek ............3-24...
Pagina 78
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica Hoofdstuk herzien februari 2009...
Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica Algemene informatie Het elektronische systeem van Nexgen bestaat uit een bedieningskast aan de voorkant van de linker pinsetter en uit verschillende andere onderdelen die de pinsetter controleren en bedienen. Figuur 3-1. Figuur 3-1. Lay-out van Nexgen-bedieningskast. (1) inPut/outPut PCB (3) CPu PCB (5) PinSetter linkerBaan (oneven) (2) nexGen-BedieninGSkaSt...
Pagina 80
Figuur 3-2 toont de informatiestroom en stroompaden tussen de pinsetters, verschillende externe apparaten en de elektronicakasten. Figuur 3-2. Blokschema pinsetters - beschermingsspakket Geavanceerd/Geavanceerd VK. (1) linker GS-x PinSetter (7) elektromaGneten (13) Safety Power Controller (2) reCHter GS-x PinSetter (8) SCHakelaarS (14) BalraCk/lift (3) tel-e-foul (9) motoren/PinlamP...
Nexgen-bedieningskast De Nexgen-bedieningskast met geavanceerde beschermingen lijkt op die welke wordt gebruikt op pinsetters met elementaire of vaste bescherming. Het grootste verschil is dat de noodstop- en veiligheidsinterlockfuncties zijn ondergebracht in een Safety Controller-kast boven op de lift op de linker pinsetter in plaats van in de Nexgen te zijn opgenomen.
Linkerkant (pinsetters met geavanceerde bescherming) Figuur 3-3. Nexgen Controller - linkeraanzicht. (1) P1 (functieschakelaars aan rechterkant, alarmlamp en baldeur) - Aansluitpunt voor de schakelaars aan de rechterkant van de pinsetter van de oneven (linker) baan. Dit zijn de schakelaars ‘A’, ‘B’, ‘C’, ‘D’, ‘SM’, ‘TS2’, ‘AS’...
Pagina 83
(3) P3 (controle achterste kast) - Input voor de stop/run-schakelaars op de externe display voor de monteur. (4) P4 (baldetectie en foul) - Deze aansluiting geeft input van de baldetector, foul-eenheid en balrack-resetknop voor de oneven (linker) baan. (5) P5 (functieschakelaars en elektromagneten linkerkant) - Deze aansluiting geeft de input voor de schakelaars ‘TS1’, ‘G’, ‘LC’...
Rechterkant (pinsetters met geavanceerde bescherming) Figuur 3-4. Nexgen Controller - Rechteraanzicht. (1) P15 (hulp uit) - Niet in gebruik. (2) P16 (hulp in) - Communicatie met de achterdisplay voor de monteur. (3) P17 (pinschakelaars) - Deze aansluiting geeft input van de schakelaars van de pinhouders en van de spottertang (ST) voor de rechter pinsetter.
Pagina 85
(5) P19 (functieschakelaars en elektromagneten linkerkant) - Deze aansluiting geeft de input voor de ‘TS1’, ‘G’, ‘LC’ en pintellingschakelaars en levert de voeding aan de magneetschakelaars van de sweeprelease, spottertangen, slagbegrenzer en shark voor de pinsetter van de even baan. Hij voedt tevens de externe display voor de monteur.
Onderkant (alle Nexgen-bedieningskasten) Aan de onderkant van de Nexgenkast zitten twee transformators. De transformators maken gebruik van inkomende 230 volt of 208 volt van de hoogspannings-PCB en reduceert dit tot 26 volt wisselspanning. Deze voltage wordt daarop gestuurd naar de CPU PCB (J11) waar het wordt omgezet in de gelijkstroom voor de pinsetter.
Intern Er zitten vier printplaten in de Nexgen-controllerkast; een CPU-PCB, een hoogspannings-PCB en twee I/O PCB’s. Er is tevens een voedingsfilter voor stabilisatie van de driefasenstroom. Zie figuur 3-6. Figuur 3-6. Nexgen Controller - binnenkant. (1) inPut/outPut PCB (3) CPu PCB (5) voedinGSfilter (2) nexGen-BedieninGSkaSt (4) HooGSPanninGS-PCB...
I/O PCB’s I/O is een afkorting van input en output. Deze printplaten ontvangen binnen- komende informatie van de pinsetter en geven die door aan de CPU. De CPU maakt daarop de bijbehorende beslissing en stuurt opdrachten terug naar de pinsetter via de I/O-printplaat. Overspanningsbeveiliging op de PCB voorkomt beschadiging van de CPU.
CPU PCB CPU is de afkorting van Central Processing Unit, centrale verwerkingseenheid. Deze printplaat ontvangt alle informatie van beide I/O PCB’s, en verwerkt deze om te bepalen wat elke pinsetter te doen staat. Vervolgens bedient hij de elektromagneten van de pinsetter via de I/O PCB’s en de motors via de hoogspannings-PCB.
Pagina 90
(4) Machineschakelaars (J4, J14) - Input-aansluiting voor de volgende machinesignalen: TS1, G, pintelling, schakelaars LC, A, B, C, D, TS2, SM, IL, ST en BB, alle schakelaars van de 10 pinhouders, set- en resetschakelaars van de achterste bedieningskast, resetschakelaar van het balrack, de fouleenheid en baldetector.
Pagina 92
Hoogspannings-PCB De hoogspanningsplaat is het inkomstpunt voor de driefasestroom die benodigd is om de pinsetters te laten werken. De hoogspanningsplaat gebruikt deze stroom voor het bedienen van de motoren en pinlampen van beide pinsetters. Zekeringen op de PCB dienen ter bescherming van de motoren en pinlampen. Zie figuur 3-9 en 3-16.
Pagina 93
De functies van de onderdelen op de hoogspannings-PCB zijn: (1) Motor/pinlight-controle (J3) - Aansluiting voor de kabel vanaf de CPU- PCB. Via deze aansluiting wordt de hoogspanning ‘verteld’ wanneer de motoren en pinlampen aan en uit moeten worden gezet. (2) Linker stroomrelais - Hoofdstroomrelais voor elke fase van stroom die de Nexgenkast binnengaat.
Machinesetup LCD-display/gebruikersinterface Voor setup en diagnostiek van beide pinsetters wordt de externe display voor de monteur gebruikt. Zie figuur 3-10. Figuur 3-10. Nexgen externe display - LCD-paneel. Met vier toetsen op het bedieningspaneel kan door het gebruikersmenu worden genavigeerd. (1) Mode Key (Toets Mode (modus)) - Ga met behulp van deze toets door de verschillende modussen van de pinsetter wanneer het instellingenmenu wordt weergegeven of om naar dat menu terug te gaan.
Pagina 95
Tijdens het opstarten van de Nexgen-controller gaat de eenheid door een opstartsequentie. Het LCD van de controller geeft eerst ‘Brunswick GS-X’ weer en dan ‘Software V x.xx.xx/EPROM OK’. Nadat de controller is opgestart wordt het instellingenmenu weergegeven. In het selectiemenu heeft u de volgende keuzes: Scorer - Gebruik deze modus wanneer de GS-X op een Frameworx- of Vector-scoresysteem is aangesloten.
Pagina 96
OPMERKING: De volgende keuzes zijn alleen beschikbaar wanneer de STOP/ RUN-schakelaars van beide pinsetters in de STOP-stand zijn gezet. Setup - Via deze selectie kan de gebruiker de werkingseigenschappen van de pinsetter configureren. Het submenu voor deze keuze bevat de volgende opties: OPMERKING: Gebruik de Entertoets om de gewenste keuze te selecteren en de pijltoetsen om ja of nee te kiezen.
Pagina 97
Distrib Stop: (Y of N) - Deze selectie bepaalt of de distributeur stopt nadat alle 10 pins aan de pinhouders zijn doorgegeven terwijl op een tweede balcyclus wordt gewacht. De aanbevolen instelling voor deze optie is ‘N’. Y - Stop ingeschakeld - De distributeur stopt nadat tien pins zijn geladen terwijl op een tweede bal wordt gewacht.
Pagina 98
SW Diag (schakelaardiagnostiek) - Via deze selectie kan de gebruiker de schakelaars en de schakelaarbedrading op de pinsetters controleren. De display geeft een overzicht van de schakelaars die zijn geactiveerd (gesloten) op het moment dat de controle wordt uitgevoerd. Het submenu voor deze keuze bevat de volgende opties: Pin SW (Left) (pinschakelaars links) - Deze selectie controleert de schakelaars op de pinhouders en geeft de op de linker pinsetter...
Diagnostische instellingen Probleemdiagnostiek De GS-X pinsetter monitort de werking van de functieschakelaars en schakelt een pinsetter uit als er een storing wordt gedetecteerd. Wanneer zich een probleem voordoet, slaat de pinsetter af en gaat het statuslampje boven op de lift knipperen. De foutcode op de LCD-display op de externe display voor de monteur kan worden gebruikt voor diagnose van het probleem.
Gebruik van de diagnostiek Contact closure diagnostiek (schakeldiagnostiek) 1. De contact closure diagnostiek kan alleen worden uitgevoerd als beide pinsetters uit staan (stop/run-schakelaars staan op stop). De pinsetter wordt geselecteerd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan. a. Er mag geen storing zijn op de pinsetter. b.
EXT SW (Right) (externe schakelaars rechts) - Geeft de schakelaars voor baldetectie, foul, set en reset van de rechter pinsetter weer indien geactiveerd. Een ‘-’ geeft aan dat de schakelaar openstaat. Diagnostiek machinecyclus 1. Om in deze instelling te komen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Pagina 102
Tabel 3 en 4 geven een overzicht van de mogelijke foutcodes met een beschrijving van de meest waarschijnlijke oorzaak van de fout. De weergegeven code zal niet in alle gevallen de vinger op het probleem kunnen leggen. Zie het gedeelte Oplossen van problemen in deze handleiding voor meer verklaringen van de codes.
Pagina 103
g t i . d t j i b j i b j i b ST-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden BB-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden j i b j i b j i b j i b .
Verwante elektronica Baldetectie - Fotocelinitiëring De fotocel is een optisch instrument dat wordt gebruikt om een bal te detecteren die de pinsetter binnenkomt. Hij bestaat uit een zender/ontvanger en een retroreflector. De zender/ontvanger bevindt zich op de terugslag van de balteruggave, de retroreflector op de terugslagscheidingslijn. Ze staan recht tegenover elkaar opgesteld op 25 mm (1 inch) boven de afdekking.
Fouldetectie De fouldetectie bevindt zich bij de werplijn en is aangebracht tussen het banenpaar op de bedekking van de balteruggave. Reflectors op de scheidingslijn weerkaatsen de straal terug naar de fouldetectie. Wanneer een voet of een ander object deze straal onderbreekt, wordt een signaal naar de CPU van de pinsetter gezonden om de pinsetter tien nieuwe pins te laten neerzetten als de machine zich bij de eerste bal in een foulsituatie bevindt tijdens een ten pin game.
Pagina 106
(1) Restart-schakelaar - Deze knop wordt gebruikt om de Safety Power Controller-kast opnieuw in te schakelen na een stroomstoring of nadat de stroom is onderbroken vanwege het openen van de interlockschakelaar van de bescherming of de bedekkingseenheid of van de fotosensors. (2) Noodstopschakelaar - Druk op deze knop om de stroom van de Nexgen- kast onmiddellijk uit te schakelen en de voeding van beide pinsetters van het banenpaar uit te schakelen.
Foutcodes op de Safety Controller WEERGAVE STATUS Safety Controller ingeschakeld. Sensor verkeerd uitgelijnd of geblokkeerd. Safety Controller ingeschakeld. Sensors uitgelijnd en interlockschakelaars aangesloten. Het systeem wacht tot de restart-knop wordt ingedrukt. nexgen is ingeschakeld en klaar voor gebruik. WEERGAVE PROBLEEM OPLOSSING 1.
Externe display De externe display voor de monteur wordt gebruikt voor setup en diagnose voor beide pinsetters. Figuur 3-14. Figuur 3-14. Externe display. (1) Power In (stroomingang) - Deze aansluiting dient voor voeding van de display en verbindt de stop/run-schakelaars met de Nexgen-controller. (2) Comline In (communicatie-ingang) - Aansluiting voor communicatie via de hulpverbinding voor communicatie van de Nexgen-controller.
Pagina 110
oPzetteliJk onBedrukt Gelaten Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-34 34 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 111
TRANSFORMATOR 1 TRANSFORMATOR 2 Inputvoltage Draad Aansluitklem voor Inputvoltage Draad Aansluitklem voor hoogspanningsprintplaat hoogspanningsprintplaat 220 V 220 V ZWT/RD ZWT/RD 380 V ZWT/WIT Niet gebruikt 380 V ZWT/WIT Niet gebruikt 415 V 415 V ZWT/GL ZWT/GL ZWT/GL ZWT/GL 208V 208V ZWT/RD ZWT/RD ZWT/WIT...
Pagina 112
PAGINA OPZETTELIJK ONBEDRUKT GELATEN Hoofdstuk herzien februari 2009 3-3� 3� Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica...
Pagina 113
BLK #1 V2/W1 BLK #2 BLK #3 TO P12/P27 ON U2/V1 BLK #1 NEXGEN TO TABLE BLK #3 BLK #2 W2/U1 MOTOR GRN/YEL GRN/YEL (2) GND 47-142615-000 - Externe kabelconstructie tafelmotor (1) naar tafelmotor (2) aarde (3) naar P12/P27 oP nexGen-kaSt BLK #1 BLK #3 V2/W1...
Pagina 114
47-142672-000 Kabel baldetectie/foul (1) naar P4 oP 47-142650-4xx (4) linker BaldeteCtie (7) reCHter foulkaBel nexGen-Controller (5) linker foulkaBel (8) reSet (2) naar P20 oP 47-142650-4xx (6) kaBel Ballift (9) 26 v wiSSelSPanninG - nexGen-Controller BalliftrelaiS (3) reCHter BaldeteCtie (2) TO SWEEP RELEASE SOLENOID (3) TO SPOTTING TONG SOLENOID (4) TO STROKE LIMITER SOLENOID (5) TS1 SWITCH...
Pagina 115
(2) SM SWITCH (3) A SWITCH (4) B SWITCH (5) C SWITCH TO P1/P23 ON (6) D SWITCH NEXGEN (7) TS2 SWITCH (8) OOR SWITCH (9) TROUBLE LIGHT (10) BALL DOOR SOLENOID (11) NC (12) (11) NC 47-142674-000 - Kabel werking rechterkant (1) naar P1/P23 oP nexGen-kaSt (6) SCHakelaar d (10) elektromaGneet Baldeur...
Pagina 116
47-142730-000 - Kabelconstructie werking rechterkant (revisie B) (1) naar P1/P23 oP nexGen-kaSt (6) SCHakelaar d (11) Geen aanSluitinG (2) SCHakelaar Sm (7) SCHakelaar tS2 (12) aS (3) SCHakelaar a (8) Buiten Bereik-SCHakelaar (13) interloCk-JumPer (4) SCHakelaar B (9) alarmlamPJe (14) veiliGHeidSinterloCk (5) SCHakelaar C (10) elektromaGneet Baldeur 47-142730-000 - Kabelconstructie werking rechterkant (revisie C)
Pagina 118
47-142761-000 - Kabelconstructie GS-X-display naar Nexgen (pinsetters serie XXX - XXX) (1) aCHterdiSPlaykaSt GS-x (2) P16 ‘aux in’ nexGen-kaSt 47-142762-000 - Stroom- en stopschakelaars achterdisplay GS-X (1) aCHterdiSPlaykaSt (3) naar nexGen P21 (4) naar nexGen P3 (2) P19, Pin 20 P19, Pin 16 47-142768-000 - Werking linkerkant GS-X, retrofit voeding (1) voedinG voor aCHterdiSPlay...
Pagina 119
47-142790-000 - Kabel werking linkerkant (1) naar P5/P19 oP nexGen- (4) naar elektromaGneet (8) SCHakelaar Pinteller Controller SlaGBeGrenzinG (9) elektromaGneet SSS (2) naar elektromaGneet (5) SCHakelaar tS1 (10) Geen aanSluitinG SweePreleaSe (6) SCHakelaar G (11) voedinG externe diSPlay (3) naar elektromaGneet (7) SCHakelaar lC SPottertanGen Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-43 43...
Pagina 120
47-142861-000 - Kabelconstructie interlock bedekkingseenheid (1) naar interloCk oP Safety (2) naar 12 oP interloCkSCHakelaar Controller-kaSt naar 11 oP interloCkSCHakelaar naar 21 oP interloCkSCHakelaar naar 22 oP interloCkSCHakelaar 47-142862-000 - Kabelconstructie interlockschakelaar deur (1) naar interloCk oP Safety (2) naar 12 oP interloCkSCHakelaar Controller-kaSt naar 11 oP interloCkSCHakelaar naar 21 oP interloCkSCHakelaar...
Pagina 121
47-142834-000 - CE Safety Power Controller (1) interloCk (2) reCeive (ontvanGen) (3) Send (zenden) Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-45 45 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 123
BLK #1 SW 1 RED #2 TO P26 ON SW 1 SW 2 TO BALL NEXGEN SW 2 WHT #3 ACCELERATOR SW 3 SW 3 MOTOR (2) GND 47-245423-004 - Kabelconstructie balacceleratormotor (1) naar motor van (3) naar P26 oP nexGen-kaSt BalaCCelerator (2) aarde Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-47 47...
Pagina 124
Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-48 48 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 125
TERMINAL GRN/YEL Wisselspanningsingang driefasenstroom x 380 V - 400 V (1) aanSluitkaSt TERMINAL GRN/YEL Wisselspanningsingang driefasenstroom x 200 V - 230 V (1) aanSluitkaSt Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-49 49 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 126
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 3: Nexgen-elektronica 3-50 50 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 127
Inhoud Algemene informatie ..............4-3 Cycli ....................4-7 Eerste bal - strike-cyclus .............4-9 Eerste bal - staande pins cyclus ........4-11 Eerste bal - korte cyclus ............4-13 Eerste bal - buiten bereik ..........4-15 Eerste bal - foul ..............4-17 Tweede bal - enkele detectie ..........4-19 Tweede bal - dubbele detectie ...........4-21 Tweede bal - buiten bereik ..........4-23 Hoofdstuk 4: Pinsettercycli 4-1...
Pagina 128
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 4: Pinsettercycli Hoofdstuk herzien februari 2009...
Hoofdstuk 4: Pinsettercycli Algemene informatie De GS-Series pinsetter heeft verschillende cycli ter beschikking in reactie op een geworpen bal. Elke cyclus kan in drie delen worden onderverdeeld. Zie figuur 4-1. Het eerste segment is de detectiebeweging. Zie figuur 4-2. In dit segment daalt de tafel om de uitkomst te bepalen van de bal die tegen de pins is aangeworpen.
Pagina 130
SWITCH "C" SWITCH "B" SWITCH "D" CAM ROTATING SWITCH "A" A B C D A Figuur 4-2. Detectiebeweging. (1) SCHakelaar ‘C' (4) SCHakelaar ‘a' (6) BeweGinG van tafel (2) SCHakelaar ‘B' (5) SCHakelaar ‘d' (7) teGen de klok in (3) nok draait teGen de klok in Hoofdstuk 4: Pinsettercycli Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 131
SWITCH "C" SWITCH "B" SWITCH "D" CAM STOPPED SWITCH "A" Figuur 4-3. Verwijderen van omvergeworpen pins. (1) SCHakelaar ‘C' (3) nok GeStoPt (5) SCHakelaar ‘d' (2) SCHakelaar ‘B' (4) SCHakelaar ‘a' Hoofdstuk 4: Pinsettercycli 4-5 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 132
SWITCH "C" SWITCH "B" SWITCH "D" CAM ROTATING SWITCH "A" Figuur 4-4. Voorbereiding. (1) SCHakelaar ‘C' (5) SCHakelaar ‘d' (9) BeweGinG van tafel (2) SCHakelaar ‘B' (6) korte SlaG (3) nok draait met de klok mee (7) met de klok mee (4) SCHakelaar ‘a' (8) lanGe SlaG Hoofdstuk 4: Pinsettercycli...
Cycli Er zijn vijf cycli voor een eerste bal en drie cycli voor een tweede bal. Daarnaast zijn er nog cycli beschikbaar wanneer de pinsetters zijn aangesloten op een scoresysteem. De cycli voor de eerste bal zijn: 1. Eerste bal - strike 2.
GS-X pinsetter - cycli voor de eerste bal Schakelaar 'A', 'SM', 'ST' Start worden gesloten Doel van de pinsetter 1. Pins laden Is er een 2. Pins wegvegen foul? Elektromagneet De foul-eenheid 3. Nieuwe pins neerzetten Baldetectie baldeur is afgegaan inschakelen Elektromagneet Schakelaar 'BB' heeft...
Eerste bal - strike-cyclus Een strike-cyclus vindt plaats wanneer de bowler alle pins met de eerste bal omverwerpt. De pinsetter veegt alle omvergeworpen pins in de kuil en zet tien nieuwe pins neer op het pindeck. Hieronder volgt een volledige beschrijving van deze cyclus.
Pagina 136
13. De nok passeert schakelaar ‘D’ en bij schakelaar ‘C’ laten de elektromagneten van de pinhouders de grijpers opengaan en worden de pins op het pindeck gezet. Bij schakelaar ‘B’ schakelt de stroom op de elektromagneten uit en worden de grijpers gesloten. 14.
Eerste bal - staande pins cyclus Deze cyclus vindt plaats wanneer de bowler negen pins of minder omver heeft geworpen. Tijdens deze cyclus tilt de pinsetter de pins op die op het pindeck zijn blijven staan, de sweep veegt omvergeworpen pins in de kuil en de pins worden op het pindeck teruggeplaatst.
Pagina 138
13. De nok passeert schakelaar ‘C’ zonder actie uit te voeren. 14. Bij schakelaar ‘B’ wordt de elektromagneet van de spottertang gedeactiveerd om de tang niet verder te laten openen. De elektromagneten van de pinhouders worden geactiveerd om de grijpers te openen zodat tien pins kunnen worden geladen wanneer de tafel naar de uitgangspositie terugkeert.
Eerste bal - korte cyclus In de volgende situaties wordt na het rollen van de eerste bal een korte cyclus doorlopen. A. De 7e pin was de enige pin die door de bal omver werd geworpen. B. De 10e pin was de enige pin die door de bal omver werd geworpen. C.
Pagina 140
READY TABLE SECOND HOME BALL PRELOAD (15) PINS DETECTION (14) STROKE SWITCH (17) DETECTOR HEIGHT NOTE: RESULTS BECAUSE OF A. 7 PIN DOWN ONLY B. 10 PIN DOWN ONLY C. GUTTER BALL NO SWEEP NECESSARY (13) SWITCH CLUSTER (12) SWEEP DOWN (11) SWEEP...
Eerste bal - buiten bereik Tijdens het bowlen kan het voorkomen dat een bal de pins op een zodanige manier raakt dat een pin van zijn plaats afraakt maar niet omvalt. Als de pin ver genoeg van zijn plaats wordt afgebracht, landt de onderkant van de tafel bovenop de pin.
Pagina 142
10. Om te voorkomen dat staande pins worden weggeveegd, komt de sweepmotor niet in actie. 11. De tafelmotor roteert de nok met de klok mee langs schakelaar ‘D’, ‘C’ en ‘B’ totdat de nok weer terug is bij ‘A’. De reden hiervan is om de sweep weer omhoog uit zijn beschermende positie te halen.
Eerste bal - foul Als een bowler over de werplijn stapt, wordt een lichtbundel over de werplijn onderbroken. Daarop wordt een signaal verstuurd naar de CPU van de pinsetter. De pinsetter moet daarop alle pins weghalen en tien nieuwe pins neerzetten. De bowler krijgt nul pins voor de eerste bal en heeft nog maar één kans om de nieuwe pins omver te gooien.
Pagina 144
13. Wanneer de tafel begint te zakken, treedt de elektromagneet van de slagbegrenzer in werking, waardoor de plaat van de slagbegrenzer wordt weggetrokken van de T-stop van de tafel. Hierdoor kan de tafel naar de hoogte van de nieuwe pins zakken en worden de zwenkassen op de tafel losgelaten zodat de pinhouders in verticale stand komen te staan voor het neerzetten van pins.
Tweede bal - enkele detectie Tweede bal - enkele detectie is een tweede balcyclus die wordt gebruikt wanneer de pinsetter niet wordt gebruikt om scorerinformatie aan een automatische scorer door te geven. Deze cyclus kan worden gebruikt wanneer er geen automatische scorers aanwezig zijn of wanneer er gebruik wordt gemaakt van een extern apparaat om scores aan het automatische scoresysteem door te geven.
Pagina 146
LOADING PINS READY FOR FIRST TABLE BALL HOME/UP STROKE LIMITER SOLENOID LOAD 7 (16) ENERGIZED AND 10 PIN SWEEP (15) IF AVAILABLE DETECTION (17) STROKE DETECTION HEIGHT PINSETTING OPEN 7 AND STROKE 10 PIN GRIPPER (14) SWITCH CLUSTER (13) SWEEP DOWN (12) SWEEP...
Tweede bal - dubbele detectie Deze cyclus wordt gebruikt wanneer de GS-Series pinsetter scores moet doorgeven aan Brunswick, Frameworx, AS-90 en AS-K, of Classic automatische scoresystemen. De term ‘dubbele detectie’ houdt eenvoudigweg in dat de tafel naar beneden komt om pins bij zowel de 1e als de 2e balcyclus te detecteren. Zie figuur 4-12.
Pagina 148
13. De nok passeert schakelaar ‘D’ en bij schakelaar ‘C’ laten de elektromagneten van de pinhouders de grijpers opengaan en worden de pins op het pindeck gezet. Bij schakelaar ‘B’ schakelt de stroom op de elektromagneten uit en worden de grijpers gesloten. 14.
Tweede bal - buiten bereik Een tweede bal buiten bereik-cyclus doet zich alleen voor wanneer de CPU van de pinsetter is ingesteld op dubbele detectie. De tafel landt bovenop een verschoven pin zoals dat ook gebeurt bij een eerste bal buiten bereik. Daardoor stopt de pinsetter en moet de monteur de pinsetter opnieuw starten.
Pagina 150
12. De motor draait tegen de klok in en roteert de schakelnok van ‘A’ naar ‘B’ naar ‘C’ naar ‘D’. Bij schakelaar ‘D’ aangekomen worden de elektromagneten van de pinhouders geactiveerd om de grijpers te openen. 13. Pins worden vanaf de pinstations in de pinhouders geladen terwijl de tafel naar zijn uitgangspositie terugkeert (schakelaar ‘A’).
Pagina 151
Figuur 4-13. Tweede bal buiten bereik-cyclus. (1) tafel in uitGanGSPoSitie/ (10) korte SlaG (21) reStart PinSetter omHooG (11) SweeP omHooG (22) PinSetter uitzetten rood (2) teGen de klok in (12) SweeP alarmliCHt foutCode ‘Po' (3) met de klok mee (13) nieuwe PinSet-manoeuvre (23) ConStateer Buiten Bereik (4) SweeP omlaaG (14) klaar voor eerSte Bal...
Pagina 152
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 4: Pinsettercycli 4-26 26 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 153
Inhoud Aanpassing van baldetectie.............5-3 Aanpassing van transportbandspanning .........5-5 Aanpassing van drijfriemspanning transportband ......5-7 Aanpassing van balbuffer ...............5-8 Voorkant ..................5-8 Zijkant ..................5-9 Aanpassing van schokdemper van balbuffer ........5-10 Aanpassing van baldeur ..............5-11 Aanpassing van baldeurvergrendeling ..........5-12 Aanpassing van spanning en uitlijning van platte riem van balaccelerator ................5-13 Spanning platte riem ...............5-13 Riemaanpassing ..............5-13...
Pagina 154
Aanpassing van pinpositie ............5-32 Van zijkant naar zijkant ............5-33 Naar voren/achteren ..............5-34 Aanpassing van pindetectiehoogte ..........5-36 Aanpassing van slagbegrenzingsplaat ..........5-38 Aanpassing van activeringsarm TS1 ..........5-40 Aanpassing van zwenkashaak pinhouder/horizontale stopbout ...5-41 Aanpassing van drijfwerk spottertang ..........5-42 Aanpassing van sweepverzwakker/schakelaar ‘G' .......5-44 Aanpassing van sweepwagonrollers ..........5-45 Aanpassing van hoogte sweepboard ..........5-46 Aanpassing van gutteradaptor sweepboard ........5-48...
Hoofdstuk 5: Aanpassingen Aanpassing van baldetectie WAARSCHUWING: Zet vóór het aanpassen van de baldetectie de stop/run- schakelaars boven op de Nexgen-controllerkast of de externe display voor de monteur op stop. Doet u dit niet, dan kan een cyclus van de pinsetter tot persoonlijk letsel leiden wanneer de straal van de baldetector wordt onderbroken of wanneer de pinsetter bij de control desk wordt aangezet.
Pagina 156
c. Houd een onbevestigde reflector in uw hand en beweeg deze boven, onder en rondom de bevestigde reflector totdat de rode LED uitgaat. Hierdoor weet u de plaats van de straal en kunt u uw aanpassing daarnaar richten. d. Gebruik de verticale en horizontale stelschroeven (zie figuur 5-2) om de straal te verplaatsen totdat hij precies op het midden van de bevestigde reflector is gericht.
Aanpassing van transportbandspanning Er zijn twee gebieden waaraan aandacht moet worden geschonken om ervoor te zorgen dat de transportband naar behoren rolt. Ten eerste moet hij goed gespannen zijn en ten tweede moet hij goed over de voorste en achterste roller sporen zonder zijdelings heen en weer te bewegen.
Pagina 158
(1) SCHroefBout voor aanSPannen (2) Contramoer laGer (3) BinnenSte Contramoer (4) BuitenSte Contramoer Figuur 5-4. Contramoer voor het aanspannen van de transportband. d. Controleer na elke aanpassing hoe de transportband loopt. De transport- band zal soms slechts langzaam zijdelings afwijken, dus laat de pinsetter ten minste 3 - 4 minuten draaien om de reactie van de band op de spanningsaanwijzing te observeren.
Aanpassing van drijfriemspanning transportband a. Controleer de lengte van de groene riem tussen de achterste distributeuras en de aandrijving van de transportband. De lengte moet 1,54 m voor riemen van 12 mm zijn of 1,6 m voor riemen van 15 mm. b.
Aanpassing balbuffer De functie van de balbuffer is om de inslag van de bal te absorberen en om de bal naar de baldeur te geleiden vanwaar uit hij naar de bowler wordt teruggerold. De voorwaartse positie van de buffer moet goed worden afgesteld, zodat de bal de balaccelerator kan binnengaan zonder de zijkanten van de rand van de baldeuropening te raken.
Zijkant Pas het frame van de buffer zijwaarts aan zodat een speling van 5 mm ontstaat tussen de bufferplaat en de balbeschermingsplaat. Om aan te passen draait u de stelschroeven los op de stopkragen, herpositioneert u het bufferframe en draait u de stelschroeven weer vast. Zie figuur 5-8 en figuur 5-9.
Aanpassing van schokdemper van balbuffer De schokdemper moet goed worden aangepast zodat de balbuffer de bal kan opvangen en om schade aan de schokdemper te voorkomen. a. De stop van de balbuffer is bevestigd aan de behuizing van de balaccelerator. Trek de buffer terug en plaats de stop tegen de plaat. Zie figuur 5-10.
Aanpassing van baldeur De baldeuren moeten zo in de baldeuropeningen worden geplaatst dat ze niet tegen de beschermingsring van de baldeur of de transportband aanlopen en op gelijke hoogte staan, met slechts een minimale spleet aan de bovenkant van de baldeuras. Op die manier kunnen de baldeuren helemaal sluiten en kunnen lichtgewicht ballen erdoorheen gaan met zo min mogelijk belemmering.
Aanpassing van baldeurvergrendeling Wanneer een bal tegen de baldeurknop aandrukt, behoort het palletje naar beneden te gaan en 3-5 mm onder de borgbout door te gaan. Zie figuur 5-13. Gebruik de volgende procedure voor het aanpassen van de baldeurvergrendeling. 1. Draai de twee bouten los waarmee de combinatie van borgbout/ elektromagneet op het acceleratorframe is bevestigd.
Aanpassing van spanning en uitlijning van platte riem van balaccelerator Spanning platte riem Een grote spanveer aan de voorkant van de accelerator zorgt voor de spanning van de platte riem. Als de riem onder de juiste spanning staat, meet deze veer van haak tot haak ongeveer 185 mm.
Pagina 166
2. Haal de stekker van de accelerator uit het stopcontact. 3. Als de riem niet in het midden van de voorste poeliedrum is gepositioneerd: a. Maak de twee schroeven en moeren waarmee de draaihefbomen vastzitten los met een 17 mm bus, een pal en een moersleutel. Draai de schroeven NIET verder los dan nodig is om de draaihefbomen aan te kunnen passen.
Aanpassing van pinaanvoerdeflectors De pinaanvoerdeflectors moeten zo worden geplaatst dat de deflector niet tegen de transportband schuurt maar wel zo dichtbij is dat pins niet onder de deflector klem kunnen raken; de buitenrand van de deflectors hoort de kickback of de balaccelerator goed te raken.
Aanpassing van nok op liftschep OPMERKING: Zorg voordat u deze aanpassing maakt dat de sharkmontage waterpas staat en op 135 mm afstand van de achterste plaat van de lift. a. Plaats de pinscheppen van de lift met de hand zo dat het onderoppervlak van de pinschep zich 22 mm + 2 mm boven het bovenoppervlak van de pindraaiwiggen bevindt.
Aanpassing van spanning van liftdrijfriem a. Controleer de lengte van de groene riem tussen de achterste distributeuras en de aandrijving van de lift. Deze lengte moet 975 mm zijn. b. Draai de spanningsstelbout los. Zie figuur 5-18. ELEVATOR DRIVE PULLEY (1) aandriJfSCHiJf van lift (2) SPanninGSStelBout (3) Groene riem...
Aanpassing van pintellerschakelaar De schakelaar van de pinteller moet worden aangepast om ervoor te zorgen dat alle pins die de lift verlaten worden geteld zodat de distributeur zo efficiënt mogelijk wordt geladen. OPMERKING: Zorg voordat u deze aanpassing maakt dat de sharkmontage waterpas staat en op 135 mm afstand van de achterste plaat van de lift.
Aanpassing van de shark De bovenachterhoek van elke pindraaiwig moet 135 mm + 3 mm van de achterplaat van de lift liggen en er moet een tandspeling van ongeveer 1-2 mm zijn bij de tandwielen tussen de sharkmontage en de distributeur. Controleer ter controle van de juiste tandspeling of er 1-2 mm beweging is door de riem met de hand naar voren en naar achteren te bewegen.
Pagina 172
(1) PinGeleidewiGGen (2) waterPaS (3) SHarkvin (4) ronde riemen Figuur 5-21. Waterpasstelling sharkschakelaar - zijdelings. (1) PinGeleidewiGGen (2) waterPaS (3) PinGeleider (4) ronde riemen Figuur 5-22. Waterpasstelling sharkschakelaar - van achteren naar voren. Hoofdstuk 5: Aanpassingen 5-20 20 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Aanpassing van pinstation Op elk pinstation zitten vier bevestigingssleuven waarmee voorwaartse en achterwaartse aanpassingen kunnen worden uitgevoerd. Zie figuur 5-23. (1) Sleuven Figuur 5-23. Positie van pinstation in distributeur. Zet de settafel in de hoogste stand (schakelaar ‘A’ geactiveerd) en meet de speling tussen de onderste poot van de hefboom van de pinrelease en de ‘gesloten’...
Pagina 174
UNIVERSAL PIN STATION (1) univerSeel PinStation (2) univerSele HefBoom UNIVERSAL PIN PinreleaSe RELEASE LEVER MOUNTING (3) PinHouder HARDWARE (4) BeveStiGinGSmateriaal GRIPPER OVERLAP 2mm MINIMUM (5) oPen GriJPer OPEN GRIPPER (6) overlaP GriJPer ten minSte 2 mm PIN HOLDER (7) tafel Helemaal omHooG TABLE FULLY UP Figuur 5-25.
Pin overflow socks De overflow socks moeten goed worden vastgeklemd en versteld om te voorkomen dat overlooppins blokkeringen in de distributeur of baldeur veroorzaken en om de pin snel naar de lift te verplaatsen. Minimaal 25 mm (1 inch) van de sock moet zich boven de klamp bevinden om voldoende klemkracht te waarborgen wanneer de dekzool op de overloopgoten wordt bevestigd.
Aanpassing van waterpaspositie settafel De settafel moet waterpas staan om de pins goed te laten laden en neerzetten. a. Zet de tafel in de uitgangspositie en controleer met een waterpas de positie van de tafelbuis in de lengterichting en de dwarsrichting. Zie figuur 5-27.
Pagina 177
e. Voor het maken van aanpassingen brengt u de grote zeskantbouten naar boven of naar beneden (24 mm inbus en aandrijving benodigd) op de verbindingsbouten van de settafel totdat de tafel waterpas staat. Zie figuur 5-28. OPMERKING: Deze aanpassing wordt gebruikt om de tafel waterpas te zetten. Hij wordt niet gebruikt om de hoogte van de tafel ten opzichte van het pindeck aan te passen.
Noktiming schakelgroep De aanpassing van de noktiming dient om ervoor te zorgen dat de schakelaars in de schakelgroep de positie van de settafel correct aangeven, ongeacht de richting waarin de tafelmotor draait (met de klok mee of tegen de klok in). Als de timing niet goed is, kan de score onjuist worden, zullen de machines moeite hebben met het oppakken en neerzetten van pins en zullen pins soms onterecht als buiten bereik worden beschouwd.
Pagina 179
Figuur 5-30. Nokpositie. (1) maak voor Het aanPaSSen de (3) SCHakelaar ‘C' (6) SCHakelaar ‘a' SCHroef loS en roteer de nok (4) SCHakelaar ‘B' (7) HooGSte Punt SCHakelaararm in zo ver alS nodiG iS (5) nok liJn zetten (2) SCHakelaar ‘d' c.
Aanpassing van tafelhoogte OPMERKING: Voordat u de onderstaande aanpassingen aan de tafel verricht, moet de settafel parallel aan het pindeck zijn gezet en moet de noktiming voor de schakelgroep goed ingesteld zijn. Zie ‘Noktiming schakelgroep’. De hoogte van de tafel moet op ten minste twee plaatsen worden gemeten om te bepalen of aanpassing nodig is.
Meting lage positie Zet de tafel in de laagste stand en meet vanaf het pindeck tot de onderkant van het tafelframe. Zie figuur 5-33 en figuur 5-34. TS-2 SPROCKET CHAIN LENGTH SWITCH PIVOT BEARING CRANK ARM ADJUSTMENT SCREWS (1) tandwiel (2) SCHakelaar tS-2 CRANK ARM (3) SCHakelaar BB...
Positieaanpassing Als er aanpassingen nodig zijn, breng de tafel dan helemaal naar beneden zodat hij volledig op de slagbegrenzerplaat of een andere gepaste ondersteuning rust. Hierdoor wordt de spanning op de ketting en de krukarm opgeheven. Gebruik de Tabel aanpassing tafelhoogte, figuur 5-34, figuur 5-35 en figuur 5-36 om de tafel op de benodigde hoogte in te stellen.
Aanpassing van pinpositie Deze aanpassing is nodig wanneer de pins niet worden neergezet volgens USBC- of FIQ-richtlijnen. a. Druk de schakelaar SET (neerzetten) in op de Nexgen-controllerkast. Bij het naar beneden komen van de tafel om nieuwe pins neer te zetten zet u de pinsetter af wanneer de grijpers zich openen om pins op de baan te plaatsen.
Van zijkant naar zijkant 1. Om afzonderlijke pins links of rechts te verstellen, maakt u de vier bevestigingsbouten van de pinhouder los. Zie figuur 5-38. 2. Verstel de pinhouder naar vereist. 3. Draai de vier bouten weer aan. OPMERKING: Controleer na het maken van zijwaartse aanpassingen de speling tussen de pindetectorplaten en de pinhouders hiervoor.
Naar voren/achteren OPMERKING: De tien pinhouders kunnen in rijen of als een groep rijen worden versteld. 1. Om alle tien pinhouders naar voren of naar achteren te verstellen, maakt u de contramoer los op de verticale stopbout van de zwenkas rechtsachter.
Pagina 187
OPMERKING: Na het aanpassen van de gewenste rij moet u soms ook de pinhouders aan de voorkant van de aangepaste rij opnieuw positioneren met behulp van de bijbehorende zwenkarm(en). Figuur 5-40. Aanpassen van zwenkarm. (1) verBindinGSBout zwenkarm (3) Gat wordt Groter of kleiner (4) nok (2) zwenkarm naarGelanG de nok met de...
Aanpassing van pindetectiehoogte Deze aanpassing plaatst de slagbegrenzingsplaat zo dat de tafel ver genoeg omlaag komt om staande pins te detecteren, maar niet zo ver dat de pindetectorplaten in de pinhouders worden gedrukt. Als de afstelling goed is verricht, hoort er een speling van 3-5 mm te zijn tussen de pindetectorplaat en de pinhouder wanneer het gewicht van de tafel geheel door de slagbegrenzer wordt gedragen.
Pagina 189
(1) maak BeveStiGinGS- Bouten loS (2) maak BorGmoer loS (3) StelBout (4) SCHok StoPkraGen Figuur 5-42. Aanpassen van drager van slagbegrenzer. Hoofdstuk 5: Aanpassingen 5-37 37 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Aanpassing van slagbegrenzingsplaat a. Breng de settafel met de hand naar beneden totdat de T-stop van de slagbegrenzer de slagbegrenzingsplaat licht raakt. b. Druk met de hand de plunjer van de elektromagneet van de slag- begrenzer in. Controleer of er een speling is van 5 mm + 1 mm tussen de T-stop en de slagbengrenzingsplaat.
Pagina 191
(1) linker vierkante aS (2) SlaGBeGrenzinGSPlaat (3) t-StoP (4) linkerBuiS tafel (5) elektromaGneet SlaGBeGrenzinG (6) SCHokdemPer SlaGBeGrenzer Figuur 5-44. Aanpassing van slagbegrenzer. d. Zet de slagbegrenzer naar voren in de normale stand en controleer of de plaat zich in het midden van de T-stop bevindt. Zo niet, verstel dan de bevestigingsbout van de slagbegrenzingsplaat en plaats de hydraulische schok op de onderste bevestigingsas door de setkragen los te maken en de hydraulica naar links of naar rechts te bewegen.
Aanpassing van activeringsarm TS1 De activeringsarm TS1 moet juist geplaatst worden om een soepele overgang te verkrijgen wanneer de pinhouders in hun verticale positie worden losgelaten en om ervoor te zorgen dat schakelaar TS1 snel wordt ingeschakeld als er een probleem zou zijn met het opnieuw aannemen van de horizontale positie door de pinhouders.
Aanpassing van zwenkashaak pinhouder/horizontale stopbout De haak houdt de pinhouders in horizontale positie voor pindetectie en laden van pins. Als de haak wordt losgelaten, kunnen de pinhouders verticaal roteren om ‘nieuwe’ pins neer te zetten. Deze aanpassing zorgt dat de zwenkassen van de tafel zich ver genoeg horizontaal bewegen zodat de haak de haakboog kan grijpen en vrij zal bewegen wanneer de elektromagneet van de slagbegrenzer wordt ingeschakeld.
Aanpassing van drijfwerk spottertang De spottertangen worden met behulp van een koppeling en tandwielaandrijving geopend en gesloten. Zie figuur 5-48. SPINDLE SHAFT 3 NOTCHES (1) SPilaS USED FOR ADJUSTING (2) 3 inkePinGen voor verStellinG (3) veiliGHeidSkoPPelinG SAFETY CLUTCH Figuur 5-48. Koppeling van spilas van spottertang. Twee aanpasbare stops op de uiteinden van de primaire tandheugel voor de spottertangen van de settafel stoppen het sluiten en opnieuw openen van de tangen, waardoor de spottertangkoppeling zal slippen.
Pagina 195
(1) oPen StoP (2) tandHeuGel (3) SCHakelaar SPottertanGen (4) reCHter vierkante aS (5) GeSloten StoP Figuur 5-49. Verstelbare stops op de tangheugel van de settafel. Hoofdstuk 5: Aanpassingen 5-43 43 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Aanpassing van sweepverzwakker/schakelaar ‘G' a. De verzwakker rust tegen een stopbout wanneer de sweep helemaal naar beneden in de beschermende positie staat. Stel deze schroef af op een lengte van 85 mm + 1 mm tussen het frame en de voorkant van de verzwakker.
Aanpassing van sweepwagonrollers De sweepwagon rijdt op geleiderollers die over twee geleiderails op het pinsetterframe rijden. De horizontale rollers moeten zo worden afgesteld dat de bevestigingsbouten van de verticale rollers een speling van ten minste 5 mm hebben ten opzichte van de binnenwand van het zijframe, en elke verticale roller helemaal op de rails rust.
Aanpassing van hoogte sweepboard Het sweepboard wordt door de sweepreleaseconstructie omhoog gehouden. De sweepreleaseconstructie is via een liftketting en taatslager aangesloten op het aandrijftandwiel van de tafel. Als het sweepboard goed is afgesteld, zal een bowler bij de foullijn dit onderdeel niet kunnen zien. Om de hoogte aan te passen plaatst u de pin van de ketting in een ander gat en bevestigt u de lift naar wens aan het taatslager.
Pagina 199
Huidig Ga naar gat l4,9 l7,5 l11,4 l14,4 l2,9 l5,5 l9,4 l12,4 S4,9 S2,9 l2,6 l6,5 l9,54 l13,1 S7,5 S5,5 S2,6 l3,9 l6,9 l10,5 S11,4 S9,4 S6,5 S3,9 l6,6 S14,4 S12,4 S9,5 S6,9 l3,6 S13,1 S10,5 S6,6 S3,6 Matrijs aanpassingslengte van ketting. OPMERKING: L = Langer, S = Korter, NC = Ongewijzigd.
Aanpassing van gutteradaptor sweepboard Breng het sweepboard naar beneden en helemaal naar voren en verstel de gutteradaptor tot een speling van maximaal 5 mm ontstaat tussen de adapter en de gutter. Zie figuur 5-54. (1) PaS met BeHulP van deze SCHroeven de HooGte aan (2) SweePBoard (3) Gutter...
Aanpassing van aandrijfriem distributeur De twee V-snaren van de distributeur zijn gebaat bij een verstelbeurt zo nu en dan. Vervanging van deze V-snaren moet in paren geschieden, met beide snaren zoveel mogelijk van dezelfde lengte. Maak de twee bouten op de zijspanningsplaat los. Maak de stelschroef los of vast voor een speling van 10-15 mm in beide snaren.
Aanpassingen van ketting Aandrijfmotoren De spanning van de sweep- en tafelmotorkettingen moet op 5-8 mm speling worden ingesteld. Zie figuur 5-56. Om dit aan te passen worden de vier bouten waarmee de lagerplaat aan het linker aandrijfframe is bevestigd losgemaakt. Verplaats de plaat met de kettingspanningsafsteller totdat de gewenste mate van speling is verkregen.
(1) laGerPlaat (2) tafel- of SweePaS (3) laGerPlaat met de Hand verStellen (4) kettinGSPanninG aanPaSSen Figuur 5-58. Aanpasser kettingspanning. Lift De twee parallelle liftkettingen moeten zo nu en dan versteld worden om overmatige speling die door het rekken van de ketting wordt veroorzaakt, te verhelpen.
Aanpassing van tandwielen - algemeen Alle tandwielen moeten de juiste tandspeling hebben. Als de tandwielen te los zijn afgesteld, kunnen ze slippen en/of breken. Zijn ze te strak afgesteld, dan kan dat leiden tot blokkeringen, breuk en overmatige slijtage. Zie figuur 5-60. (1) tanden moeten niet vollediG aanGedrukt ziJn...
Pagina 205
Schakelaar ‘A’ wordt zo afgesteld dat hij in aanraking komt met de actuator van de schakelnok wanneer de tafel zich in de hoogste positie bevindt. Zie figuur 5-62. Zie voor meer informatie over het aanpassen van schakelaar ‘A’ Afstelling timing schakelaargroep in deze handleiding. (1) SCHakelaar a wordt zo afGeSteld dat HiJ de nok raakt wanneer de...
Pagina 206
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 5: Aanpassingen 5-54 54 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 207
Inhoud Bowling in uitvoering ..............6-3 Procedure voor het vrijmaken van de pinsetter na stop ....6-3 Kabelreparatie .................6-7 Foutcodebeschrijving en oorzaken ..........6-8 Probleem/oorzaak/herstel .............6-13 Hoofdstuk 6: Oplossen van problemen 6-1 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 208
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 6: Oplossen van problemen Hoofdstuk herzien februari 2009...
Hoofdstuk 6: Oplossen van problemen Bowling in uitvoering De volgende informatie en procedures dienen te worden aangehouden voor het corrigeren van pinsetterstops en defecten. Neem de veiligheidsrichtlijnen in het gedeelte Onderhoud in acht. Wanneer een pinsetter tot stilstand komt, schakelt de CPU van de pinsetter uit en knippert het rode statuslampje bovenop de liftconstructie.
Pagina 210
5. Druk op de restart-schakelaar op de Safety Controller-kast om de stroom van de Nexgen-kast in te schakelen. Nadat de machine is opgestart zet u de schakelaars stop/run (uit/aan) voor elke machine op STOP/RUN (UIT/AAN) om de code voor de stroomstoring (PF) te wissen. 6.
Pagina 211
g t i . d t j i b j i b j i b ST-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden BB-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden j i b j i b j i b j i b .
Pagina 212
Schakelaarstand Tafel Sweep Spotter- Foutcode Probleem tangen 'SM' 'ST' Ingescha- Niet Niet Sweep omhoog naar Invld Ingeschakeld keld ingeschakeld ingeschakeld niet naar voren. [ongeldig] 0) Sweep omhoog Niet inge- Niet Niet maar niet naar Invld Ingeschakeld schakeld ingeschakeld ingeschakeld voren en tafel niet [ongeldig] 1) in uitgangspositie.
Kabelreparatie 1. Wanneer een kabel op een pinsetter niet functioneert, vervang de kabel dan door een reservekabel of door een kabel van een andere pinsetter om na te gaan of er met de kabel in kwestie een probleem is of niet. a.
Foutcodebeschrijving en oorzaken Pin OOR n j i . l a l e f s l i , t i d j i i t c v i t n j i . d l t i u e l l .
Pagina 215
" t i s e i t j i h n i l e l l t k i l e t n i l i t s d j i a t t l e f i l l "...
Pagina 216
G Found Sweep ontgrendelingsmechanisme is defect. Controleer op gebroken onderdelen, ontbrekende veren of een solenoid plunjer die vast zit. l j i . t c " " l e i t g t i j i l t s i l e f .
Pagina 217
C Ntfnd R NIET " - " i t c d j i l l o l e f e t t h " " e " " s i t v i t l l o . n j Gesprongen zekeringen op de hoogspanningsprintplaat van de Nexgen kast.
Pagina 218
Invld 0 l e f Invld 1 n j i u t i i t a Invld 2 e l l Invld 3 , l e Invld 4 l a t t l a S " " Invld 5 l e f o "...
Pagina 219
Probleem/oorzaak/herstel d j i . j i r t i z f f u r f j i p i l e i t l e t . r u t a l d j i n j i d j i e l l f f u .
Pagina 220
. . n g i l i t c , t s . d l " " A " f " e l l l l o . t i n i l . . s s t i j i l j i l o l r .
Pagina 221
" " T t i z . t c t i z , l e i u l n i t . l e g i l l e t i t c , t s e l l k j i eaker .
Pagina 222
i l e . k j . . t l e t l e t e l l i u r e t t . r u e i l e l l d j i e i t . s l .
Pagina 223
e l i o l r e l l t f i t f i . t c l e t . t f i d j i i l e . k j Stel schakelaar af of vervang. . d l Ontbrekende schroef op nok.
Pagina 224
e l l l e f a t t l e f a t t l e f e l l . d l i l e e l l j i r t s f i l e - / t .
Pagina 225
t i z . r u l e f . l o . r u l e f . d l . r u t i z i r t n i l v i t v i t l e f l e t v i t t f j i...
Pagina 226
Pinhouder wordt dubbel geladen. Pinhouder schakelaar defect. Vervang de schakelaar. Schakelactuator blijft hangen. Smeer en controleer de schakelactuator. Pindetectorplaat vast in stand Controleer de pinnen bij de omhoog. detectorplaat en de plaats van de pinhouder ten opzichte van de andere pinhouders. Pin niet goed in pinhouder Controleer de positie van de geplaatst.
Pagina 227
k j i t i u l e t n j i . d l l e f . d l e l l . d l t o l l e t t o l . d l n j i l e t t s i .
Pagina 228
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten 6-22 22 Hoofdstuk 6: Oplossen van problemen Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 229
Inhoud Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud ..........7-3 Algemene informatie ..............7-3 Inspectie (en correctie van elk gevonden probleem) ....7-3 Schoonmaken ................7-4 Smeren ..................7-4 Oliën ...................7-4 Invetten ................7-4 Geschikte smeermiddelen ...........7-4 Benodigde materialen voor preventief onderhoud ......7-5 Inspectie voor preventief onderhoud van onderdelen .....7-6 Lift ....................7-6 Transportband ................7-6 Balbuffer en kuilgordijn ............7-7...
Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud Algemene informatie Preventief onderhoud is de belangrijkste verantwoordelijkheid van de monteur van de pinsetter. Goed uitgevoerd preventief onderhoud vergroot de betrouwbaarheid, voorkomt grote defecten en verlengt de levensduur van de pinsetter. Preventief onderhoud dient te worden begonnen vanaf het moment dat de pinsetters worden geïnstalleerd.
Schoonmaken De frequentie waarmee de pinsetter moet worden schoongemaakt hangt af van het type en de hoeveelheid baanconditioner (olie) die wordt gebruikt, van de omgeving waarin de pinsetter wordt gebruikt en aan hoeveel bowlingactiviteit de pinsetter wordt blootgesteld. In het algemeen moet de pinsetter zo schoon mogelijk worden gehouden met een gewone stofzuiger, warm water (indien nodig met schoonmaakmiddel), en Invincible baanreiniger.
Benodigde materialen voor preventief onderhoud - Metrische gereedschapskist - Ketelstofzuiger - Kleine kwast om vet aan te brengen - Schoonmaakdoeken - Emmer en boender (en/of een schoonmaakmop) - Oliekan met lange onbuigzame of flexibele tuit - Smeerolie (30W, niet-detergerend) - Smeervet - voor middelzwaar gebruik, lithiumvrij - zoals: Brunswick onderdeelnr.
Inspectie voor preventief onderhoud van onderdelen Lift 1. Controleer de staat van het frame en de framelasnaden. Controleer op los of ontbrekend bevestigingsmateriaal. 2. Controleer de toestand en afstelling van alle assen, lagers, tanden, kettingen en poelies. Controleer alle pinscheppen en het bevestigings- materiaal ervan.
Balbuffer en kuilgordijn 1. Controleer de staat en het bevestigingsmateriaal op de balbufferplaat en de stootranden. Controleer de bevestiging van het rubberen kussen op de plaat en de bekleding van het rubberen kussen. Controleer de lasnaden van het kussenframe en controleer het bevestigingsmateriaal. Controleer de nylon kussenlagers op slijtage en controleer de plaats en het bevestigingsmateriaal op de stopkragen.
2. Controleer de staat van het sweepboard en van de adaptors. Controleer de afstelling van het sweepboard en van de adaptors. 3. Controleer de staat van alle onderdelen van het sweepreleasemechanisme. Controleer al het montagemateriaal van de sweeprelease. Controleer op ontbrekende veren en versleten koppelings- en zwenklagerbussen.
Aandrijfframe 1. Controleer de lasnaden en staat van de sweepas. Controleer of de steunen van de sweepas goed zijn gemonteerd. Controleer de sweepaslagers op slijtage. Controleer de verbindingsstangen en ga na of alle hardware vast op zijn plaats zit. 2. Controleer de lasnaden op het linker en rechter aandrijfframe. Controleer op los of ontbrekend bevestigingsmateriaal.
9. Controleer de sweep- en tafelaandrijfassen. Controleer op asslijtage. Controleer de kettingen op slijtage en op de juiste spanning. Controleer de krukarmen en ga na of ze goed op de assen zijn gemonteerd. Controleer de tandraderen op slijtage. 10. Controleer de schakelgroep. Controleer of de behuizing van de schakelgroep stevig is.
2. Ga na of het juiste handgereedschap aanwezig is. Is het handgereedschap goed toegankelijk? 3. Controleer of de juiste schoonmaak- en smeermiddelen aanwezig zijn. Controleer of de voorraden groot genoeg zijn en of er goedgekeurd materiaal wordt gebruikt. 4. Wordt er een preventief onderhoudsprogramma aangehouden? Is er een smeerschema? Is er een schoonmaakschema? 5.
Pagina 240
3. Controleer de pinstations van de distributeur. Controleer of alle pinstops op hun plaats zitten. Controleer de speling van de pinglijders. Controleer de pinglijders op scheuren of barsten. Controleer op losse of ontbrekende onderdelen van de pinstations. Controleer de ejectorflappen op slijtage of scheuren. Controleer de vasthoudbogen op slijtage of scheuren.
Pagina 241
Preventieve onderhoudsinspectie van pinsetters uit de GS-serie Naam van centrum __________________________________________________ Baannummer ___________________ Naam van monteur __________________________________________________ Datum _________________________ f j i e l l / t j e l l t l i r f j i e i l i l u t i s f j i r...
Gedetailleerd onderhoudsschema Hieronder volgt een uitleg van onderhoudsitems die deel moeten uitmaken van het werkschema van het bowlingcentrum. Sommige procedures moeten volgens een vast schema worden verricht, ongeacht het aantal pinsetters in het centrum. De planning van andere taken is afhankelijk van het aantal pinsetters, hoe vaak ze worden gebruikt, de omgeving waarin de machines worden gebruikt en in sommige gevallen tevens van het type baanconditioner dat wordt gebruikt.
9. Maak de hele transportband schoon met in verhouding 12:1 verdunde baanreiniger zoals Invincible. 10. Controleer op versleten V-snaren die gescheurd of gespleten zijn of veroorzaken dat motoren op en neer springen. Veeg de riemen af met een droge lap terwijl u ze nakijkt. Let vooral op de staat van de aandrijfriem van de tafelmotor.
22. Controleer de aandrijftandwielen, pignons en poelies van de sweep en de tafel op slijtage. 23. Reinig de sweeptracks en geleiderollen van de sweepwagon en controleer de werking. 24. Controleer of de geleiderollen van de heugelstangen van de tafel goed vast zitten en controleer de werking. 25.
38. Controleer en reinig de acceleratorriem met een allesreiniger. Onderzoek de balacceleratorrails op tekenen van slijtage. 40. Controleer het bevestigingsmateriaal op de aslagerhouders van de sweep en draai het vast. Zit dit niet goed vast, dan kan de sweepas gaan schuiven en kunnen de armen met de tafel in aanraking komen.
Baldeur A. Schacht - één druppel olie op de schachtkraag. B. Vergrendeling - bedekken met een dun laagje vet. C. Armen - bedekken met een dun laagje olie. Baldeurknopas A. Eén druppel olie op elke kant van de as. Grendelmechanisme van baldeur A.
Pagina 248
Pignontandwielen van settafel A. De hele ketting heeft een dun laagje kettingsmeermiddel nodig. B. Eén druppel olie op de taatslagernaaf. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32 33/34 35/36 37/38 39/40 PARAAF DATUM BAANNR.
Pagina 251
Tandwielgroep van spottertangkoppeling A. Smeer de tandwielen lichtjes. OPMERKING: Pas op dat er geen vet in het koppelingmechanisme belandt. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32 33/34 35/36 37/38 39/40 PARAAF DATUM BAANNR.
Vierkante as en conische tandwielen van spottertang A. Breng een dun laagje vet op het gehele loopgebied van de vierkante as aan. B. Breng een dun laagje vet op beide conische tandwielen aan. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR.
Pagina 253
Spottertangaandrijftandwielen A. Breng op alle vier de tandwielen een dun laagje vet aan. OPMERKING: Er bevindt zich een klein tandwiel onder het grootste tandwiel. OPMERKING: Verwijder altijd het oude vet en alle vuil voordat u nieuw vet aanbrengt. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16...
Lagers van verbinding van sweepwagon A. Breng één druppel olie aan op elk scharnierpunt. Sweepwagonrolassen A. Breng één druppel olie aan op elk van de zes assen. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32...
Schokdemper van slagbegrenzer A. Breng één druppel olie aan op elke aanslagkraag op de onderste montageas. B. Breng één druppel olie aan op elke bus van het slagbegrenzingsblok. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30...
Aandrijftandwielen van sharkswitch A. Breng een dun laagje vet op beide tandwielen aan. B. Eén druppel olie op de schuif van de sharkvin en op het scharnier. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32...
Halfjaarlijks Assen van motormontagebeugels A. Breng twee druppels olie aan op elke bus op de assen. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32 33/34 35/36 37/38 39/40 PARAAF DATUM BAANNR. 41/42 43/44 45/46 47/48...
Pagina 259
Rollen van transportbandframe A. Neem de rollen van hun assen af en smeer de gehele as. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR. 21/22 23/24 25/26 27/28 29/30 31/32 33/34 35/36 37/38 39/40 PARAAF DATUM BAANNR. 41/42 43/44 45/46 47/48...
Pagina 260
Rol van zwenkas van settafel A. Breng één druppel olie aan op de as aan elke kant van de rol. B. Breng een dun laagje vet aan op de 3 mm activeringsarm. BAANNR. 9/10 11/12 13/14 15/16 17/18 19/20 PARAAF DATUM BAANNR.
Onderhoudsformulieren Op de volgende pagina’s treft u formulieren aan om te gebruiken bij het onderhoud van de GS-Series pinsetters van Brunswick. 7-34 34 Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 263
. r n n i l l e t n i l Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud 7-35 35 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Foutcodes g t i . d t j i b j i b j i b ST-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden BB-schakelaar niet verwacht maar wel j i b gevonden j i b j i b j i b j i b .
Maandrapport GS-Series pinsetter v j i i l - c t i t f i l e l f t f i l l e f l l o t i z . r n . r n f j i r t n i l l e *Deze codenummers worden niet weergegeven door het LED-display van de CPU van de pinsetter.
Pagina 267
Lijst met nog uit te voeren werkzaamheden aan GS-Series pinsetters Naam centrum Baannummer ____________ __________________________________________________ Naam monteur _____________________________________ Datum __________________ Nog uit te voeren werkzaamheden Prioriteit Datum voltooid Monteur Gebruikte onderdelen/opmerkingen Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud 7-39 39 Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 268
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten 7-40 40 Hoofdstuk 7: Preventief onderhoud Hoofdstuk herzien februari 2009...
Pagina 269
Inhoud Met de hand omhoog of omlaag brengen van de settafel ....8-3 V-riem van settafel vervangen ............8-4 Settafel verwijderen ................8-4 Verwijderen van in de distributeur vastzittende pins ......8-6 De machine tijdens een cyclus tot stilstand brengen ......8-6 Ronde riem repareren en vervangen ..........8-7 Ronde riemen lassen ..............8-7 Spottertangen vervangen ..............8-9 Verwijderprocedure voor spottertangkoppeling en -as ....
Pagina 270
Pagina opzettelijk onbedrukt gelaten Hoofdstuk 8: Onderhoud Hoofdstuk herzien februari 2009...
Hoofdstuk 8: Onderhoud Met de hand omhoog of omlaag brengen van de settafel 1. Zet de hoofdstroomschakelaar op de Nexgen Controller of Safety Power Controller (geavanceerde bescherming) op uit en schakel de driefasenstroom uit. 2. Verwijder alle pins van het pindeck. LET OP: Verwijder nooit de V-riem terwijl de tafel in de hoogste stand staat of gedeeltelijk omlaag gebracht is.
V-riem van settafel vervangen LET OP: Verwijder nooit de V-riem terwijl de tafel in de hoogste stand staat of gedeeltelijk omlaag gebracht is. De settafel gebruikt de motorrem en de V-riem om in een bepaalde stand te blijven staan. De tafel valt als de riem wordt verwijderd. 1.
Pagina 273
4. Koppel de stroomkabel van de settafel los en haal de kabel uit de steunbeugel. De steunbeugel kan op zijn plaats blijven zitten. 5. Verwijder het bovenste deel van de vierkante as van de spottertangen en haal het onderste deel los van de settafel. 6.
Verwijderen van in de distributeur vastzittende pins 1. Zet de schakelaar stop/run (uit/aan) op de externe display van de monteur of op de Nexgen-kast op stop. Zet de hoofdstroomschakelaar op de Power Safety Controller-kast op uit en vergrendel de schakelaar in uitgeschakelde stand met een goedgekeurd vergrendelingsmiddel.
Ronde riem repareren en vervangen De GS-Series pinsetter maakt gebruik van groene polycordriemen van verschillende lengtes om pins langs de transportband, de lift en de distributeur te laten gaan. Deze riemen kunnen uitrekken, slap worden en dan van de poelies slippen. Ze kunnen ook scheuren en breken als gevolg van een normaal verouderingsproces.
Pagina 276
2. Snijd beide uiteinden van de riem met behulp van de riemsnijder uit de riemlaskit netjes en loodrecht op de hartlijn van de riem af. 3. Leg de riem om de poelieassen. 4. Plaats de riemuiteinden zo in de riemhouder dat ze iets van elkaar verwijderd zijn.
Spottertangen vervangen Als een spottertang beschadigd raakt en ter reparatie moet worden verwijderd, volg dan de volgende procedure. 1. Zet de schakelaar stop/run (uit/aan) op de externe display voor de monteur op stop. (Schakel de stroom naar de pinsetter uit als u de machine onbewaakt achterlaat.) 2.
Pagina 278
5. Kies het juiste type afhankelijk van de plaats van de tangen in de tafel. Zie figuur 8-7. (1) SPottertanGen PinStation 1, 4, 5 en 6 (2) SPottertanGen PinStation 2, 3, 7, 8, 9 en 10 Figuur 8-7. Spottertangen. 6. Draai het tandwiel aan de onderkant van de spottertangen totdat de tangen volledig gesloten zijn.
Verwijderprocedure voor spottertangkoppeling en -as OPMERKING: Schakel de ingangsstroom naar de Safety Power Controller uit voordat u verder gaat met het verwijderen van de spottertangkoppeling en -as. 1. Verwijder de Torx-schroeven waarmee de schakelgroep op het pinsetterframe is bevestigd. Zie figuur 8-9. (1) tandwiel van koPPelinGSaS (2) torx-SCHroeven...
6. Reinig alle onderdelen met een schoonmaakmiddel op waterbasis en een droge doek. Plaats bij het weer in elkaar zetten van de koppeling de glimmende zijden van de twee koppelingsschijven zo, dat ze contact maken met het koppelingstandwiel. Zie figuur 8-10. (1) SPilaS (2) koPPelinGSSCHiJven (3) 3 inkePinGen voor...
Motoren verwisselen The GS-X pinsetter heeft drie verschillende motoren. Volg de onderstaande richtlijnen als een motor moet worden vervangen. Motoren verwijderen 1. Zet de schakelaar stop/run (uit/aan) op de Nexgen Controller, de achterste regelkast voor de monteur of de externe display voor de monteur op stop.
Motorpoelie De enkele poelie die op de sweepmotor wordt gebruikt, kan zowel met een frequentie van 50 als 60 Hz worden gebruikt. De tafelmotor en distributeurmotor hebben twee maten poelies. Gebruik voor 60 Hz de kleine poelie en voor 50 Hz de grote poelie.
Pagina 283
6. Installeer de motor in de pinsetter en sluit de elektriciteitsdraden aan voor de juiste spanning. Controleer of de draadomsnoering en rem- printplaat (indien van toepassing) goed zijn bevestigd. Zie figuur 8-12 en 8-13. (1) BedradinG van tafel- en SweePmotor voor 208 tot 230 volt (2) motorkaBel van nexGen-kaSt...
Pagina 284
Zet de pinsetter even aan en kijk of de motor in de juiste richting draait als opgemerkt*. * Tafelmotor - Kijk naar de nok van de schakelgroep. Hij moet van schakelaar ‘A’ naar schakelaar ‘B’ gaan (tegen de klok in) bij een detectiemanoeuvre. Als hij zich in de verkeerde richting beweegt, ontvangt u gewoonlijk een foutcode in verband met de schakelaars van de schakelgroep.
Reparatie of vervanging van ketting De kettingen van de lift, tafellift, sweeplift en motoras moeten mogelijk worden gerepareerd of vervangen. Brunswick heeft een gereedschapset waarmee u kettingen kunt repareren. Zie het hoofdstuk Lift in de reserveonderdelencatalogus van Brunswick om deze set te bestellen. De liftkettingen zijn anders dan de andere kettingen.
(1) klemveer (2) kaP (3) meeSterSCHakel Figuur 8-15. Reparatie van kettingen. Vervanging van ketting Installeert u een nieuwe ketting, gebruik dan een meesterschakel om beide uiteinden van de ketting te verbinden. Volg stap 5, 6 en 7 van de kettingreparatieprocedure. Stel de ketting in voor de juiste spanning met behulp van het gedeelte Aanpassingen van deze handleiding.