Aanpassing van pindetectiehoogte
(1) PinHouder
(2) deteCtorPlaat
Hoofdstuk 5: Aanpassingen
5-36 36
Deze aanpassing plaatst de slagbegrenzingsplaat zo dat de tafel ver genoeg
omlaag komt om staande pins te detecteren, maar niet zo ver dat de
pindetectorplaten in de pinhouders worden gedrukt. Als de afstelling goed is
verricht, hoort er een speling van 3-5 mm te zijn tussen de pindetectorplaat en de
pinhouder wanneer het gewicht van de tafel geheel door de slagbegrenzer wordt
gedragen. Controleer voordat u afstellingen verricht eerst de conditie van de
schokbreker van de slagbegrenzer, en kijk of de tafel waterpas staat.
a. Plaats 10 pins op hun plek op het baanoppervlak.
b. Breng de settafel naar beneden zodat het gewicht volledig op de
slagbegrenzingsplaat rust en de hydraulische schokbreker van de
slagbegrenzer volkomen is samengeperst.
c. Breng de pindetectorplaat met de hand omhoog naar het hoogste punt en
controleer op een speling van 5 mm tussen de bovenkant van de pin en
het midden van de pindetectorplaat. Zie figuur 5-41.
Figuur 5-41. Speling bij pindetectorplaat.
e. Als een aanpassing moet worden gemaakt, til de tafel dan op van de
slagbegrenzer. Maak de borgmoeren op de verticale bout van de drager
van de slagbegrenzer los en ook de twee bevestigingsmoeren die zijn
afgebeeld in figuur 5-42. Breng de slagbegrenzer naar wens omhoog of
naar beneden. Herhaal stap a - d totdat er een speling van 3 - 5 mm is.
Hoofdstuk herzien februari 2009