Cycli
Hoofdstuk herzien februari 2009
Er zijn vijf cycli voor een eerste bal en drie cycli voor een tweede bal. Daarnaast
zijn er nog cycli beschikbaar wanneer de pinsetters zijn aangesloten op een
scoresysteem.
De cycli voor de eerste bal zijn:
1. Eerste bal - strike
2. Eerste bal - staande pins
3. Eerste bal - korte cyclus
4. Eerste bal - buiten bereik
5. Eerste bal - foul
De cycli voor de tweede bal zijn:
1. Tweede bal - enkele detectie
2. Tweede bal - dubbele detectie
3. Tweede bal - buiten bereik
Voordat de pinsetter een van de cycli kan starten, moet aan de volgende
voorwaarden zijn voldaan: Zie figuur 4-5.
1. De pinsetter moet aan staan in afwachting van een bal.
2. Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:
a. Tafel staat omhoog (schakelaar 'A' is gesloten)
b. Sweep staat naar voren (schakelaar 'SM' is gesloten)
c. Sweep staat omhoog (schakelaar 'G' is niet gesloten)
d. Spottertangen staan volledig open (schakelaar 'ST' is gesloten)
Om een cyclus te starten, moet een bowler een bal werpen. De pinsetter doet dan
het volgende:
1. De baldetectie 'ziet' een bal en stuurt een puls naar de CPU van de pinsetter.
2. De elektromagneet van de baldeur komt onder stroom te staan, zodat de deur
3-4 seconden wordt vergrendeld. De elektromagneet van de sweeprelease
treedt in werking en laat de sweep zakken.
3. Nadat de sweepwagon volledig is gedaald naar de beschermende positie gaat
schakelaar 'G' dicht.
4. De tafelmotor draait tegen de klok in om de cyclus te starten, waardoor de
nok van de schakelgroep schakelaar 'A' verlaat en naar schakelaar 'B' draait.
5. Bij schakelaar 'B' kijkt de pinsetter naar de input van de foul-eenheid,
schakelaar BB en de pinhouderschakelaars om te bepalen wat er vervolgens
moet gebeuren.
Hoofdstuk 4: Pinsettercycli 4-7