Download Print deze pagina

Pinlift - Brunswick Commercial GS Series Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud

Met vk geavanceerd/geavanceerd beschermingspakket

Advertenties

Pinlift

De pinlift ontvangt de pins vanaf de transportband en brengt ze omhoog naar de
distributeur.
Twee pinaanvoerdeflectors op de bodem van de lift leiden de pins in de
liftopening. Wanneer de pins de lift binnenkomen, moeten ze een plaats vinden
op een van de 14 scheppen die constant in de lift ronddraaien en worden
aangedreven door twee parallelle kettingen. De kettingen worden via een V-riem
door de distributeurmotor aangedreven.
Wanneer de scheppen de pins optillen, wordt iedere pin door de deflectors
naar het midden van de schep geduwd. Door deze deflectorfunctie worden
slecht geplaatst pins tevens van de schep geduwd. Wanneer de pins met de lift
omhooggaan, beweegt een ejector de schep iets heen en weer, zodat pins die niet
goed door de schep worden gegrepen worden uitgeworpen of beter op de schep
worden geplaatst.
De pins worden door twee centrerende wiggen naar het midden van de schep
gevoerd. Hierdoor worden de pins goed opgesteld wanneer ze de sharkmontage
binnengaan.
Boven aan de lift zorgt een schepgeleider aan de rechterkant van de lift dat
de voorkant van de schep omlaag kantelt, zodat de pin uit de schep op de
sharkmontage belandt. Wanneer de pin op de sharkmontage valt, activeert hij een
pintellerschakelaar. Dit signaal bepaalt naar welke kant van de distributeur de
pin zal worden gestuurd.
De liftscheppen horen altijd te draaien wanneer de distributeurmotor draait.
Om dit te controleren wordt een schakelaar (de liftcontroleschakelaar
[LC]) geactiveerd wanneer hij door een schep wordt gepasseerd. (Om de
2,5 seconden.) Als de schakelaar LC niet ten minste om de 6 seconden wordt
geactiveerd terwijl de distributeurmotor draait, wordt de machine uitgeschakeld
met de foutcode Elevator Jam (EJ; lift vastgelopen) om aan te geven dat er iets
is vastgelopen in de lift, dat de transportband te zwaar wordt belast of dat er een
probleem is met de distributeur.
Machines die zijn voorzien van een geavanceerd beschermingspakket hebben
tevens een schakelaar op de balacceleratorkant van de lift van de oneven baan.
Deze schakelaar monitort de achterdeurbescherming die wordt gebruikt voor
toegang tot de loopbrug tussen de machine. Als de bescherming de toegang tot
de machine niet goed beschermt, wordt een contactgever in de Safety Power
Controller uitgeschakeld, waardoor de stroom van de Nexgen-kast wordt
uitgeschakeld en beide pinsetters worden uitgezet. Om de pinsetter opnieuw
te kunnen starten, moeten de beschermingen op hun plaats zitten en moet de
restartschakelaar op de Safety Controller worden ingedrukt. Na initialisatie van
de Nexgen moet de code PF (power failure; stroomstoring) met de stop/run-
schakelaar worden gewist.
1-10 10
Hoofdstuk 1: Bediening
Hoofdstuk herzien februari 2009

Advertenties

loading