Code Omschrijving
2108 START INHIBIT
In- en uitschakeling van de startverhinderingsfunctie. Startverhindering
negeert een geplande startopdracht onder de volgende
omstandigheden (er is een nieuwe startopdracht vereist):
• De fout is verwijderd en gereset. Dit kan handmatig gedaan worden
via het bedieningspaneel, I/O of seriële communicatie, of door
automatische reset
0 =
UITLOOP
1 =
– Startverhindering is actief.
AAN
2109 KEUZE NOODSTOP
Bepaalt hoe de noodstopopdracht wordt uitgevoerd. Bij activering:
• Decelereert de noodstop de motor gebruikmakend van een
noodstophelling (parameter 2208
• Vereist een externe stopopdracht en deactivering van de
noodstopopdracht voordat de omvormer opnieuw kan worden
gestart.
0 =
NIET GESELEC
gedeactiveerd.
1 =
1 – Digitale ingang
DI
• Activering van de digitale ingang heeft een noodstopopdracht tot
gevolg.
• Deactivering van de digitale ingang blokkeert de noodstopopdracht.
2...6 =
2...
DI
• Zie
1 hierboven.
DI
-1 =
1(
) – Een geïnverteerde digitale ingang
DI
INV
noodstopopdracht.
• Deactivering van de digitale ingang heeft een noodstopopdracht tot
gevolg.
• Activering van de digitale ingang blokkeert de noodstopopdracht.
-2...-6 =
2(
DI
regelt de noodstopopdracht.
• Zie
1(
DI
INV
2110 KOPPEL BOOSTSTROOM
Stelt de geleverde maximumstroom gedurende een koppelverhoging in.
• Zie parameter 2101
2113 STARTVERTR
Bepaalt de startvertraging. Nadat aan de startvoorwaarden voldaan is,
wacht de omvormer totdat de vertragingstijd verstreken is en start dan
de motor. Startvertraging kan gebruikt worden bij alle startmethoden.
• Als
STARTVERTRAGING
• Gedurende de startvertraging wordt waarschuwing 2028
STARTVERTRAGING
236
(Groep 31: AUTOMATISCHE
– Startverhindering is niet actief.
– De noodstoffunctie via digitale ingangen is
1 regelt de noodstopopdracht.
DI
6 – Digitale ingang
DI
)...
6(
) – Een geïnverteerde digitale ingang
INV
DI
INV
) hierboven.
START FUNCTIE
= nul, dan is de vertraging geblokkeerd.
getoond.
Lijst en beschrijvingen van parameters
ACH550-01 Gebruikershandleiding
Bereik
0=UIT, 1=AAN
-6...6
DECTIJD NOODSTOP
2...
6 regelt de noodstopopdracht.
DI
DI
1 regelt de
DI
0...300%
.
0,00...60,00 s
RESET).
).
2...
6
DI
DI