29
INT VB CON F
30
FORC FOUT
31
INT VELDB 1
32
INT VELDB 2
33
INT VELDB 3
34
MOTORFASE
37
CB OVERTEMP
38
GEBR BEL CURVE
1000 PAR HZRPM
1001 PAR PFA REF FOUT
1003 PAR AI SCHAAL
1004 PAR AO SCHAAL
1006 PAR EXT RO
1007 PAR VELDBUS ONTBREEKT
1008 PAR PFA MODUS
1016 PAR GEBR BEL C
Voer het volgende uit om de override-modus in bedrijf te stellen:
1.
Voer de parameters in alle groepen naar behoefte in,
behalve bij groep 17.
2.
Selecteer de digitale ingang die de override-modus zal
activeren (P 1701).
3.
Voer de frequentie of snelheidsreferentie voor de override-
modus (P 1702 of P 1703) volgens de
motorbesturingsmodus (P 9904) in.
4.
Voer de pascode in [P 1704 (358)].
5.
Schakel de override-modus (P 1705) in.
Om de override-parameters te wijzigen:
1.
Als de override-modus al is ingeschakeld, moet u deze
uitschakelen:
•
Voer de pascode in (P 1704).
•
Schakel de override-modus (P 1705) uit.
2.
Indien nodig, laadt u de override-parameterset (P 9902).
3.
Wijzig de parameters naar behoefte, behalve groep 17.
4.
Wijzig indien nodig de parameters in groep 17:
•
Digitale ingang voor override-modus (P 1701).
•
Frequentie of snelheidsreferentie (P 1702 of P 1703).
226
ACH550-01 Gebruikershandleiding
Lijst en beschrijvingen van parameters