ACH550-01 Gebruikershandleiding
Parameters voor de besturing van de omvormer
Nadat de veldbuscommunicatie is opgezet, moet de in de
hieronder weergegeven tabellen besturingsparameters van de
omvormer worden gecontroleerd en indien nodig, worden
bijgesteld.
De kolom "Instellingen voor veldbusbesturing & beschrijving"
geeft de waarden die moeten worden gebruikt als de veldbus-
interface voor dat bepaalde signaal de gewenste bron of doel is,
alsmede een beschrijving van de parameter.
Voor de veldbus-signaalroutes en berichtsamenstelling,
raadpleeg de handleidingen Embedded Fieldbus (EFB) Control
(3AFE68320658 [Engels]) en BACnet® Protocol
(3AUA0000004591 [Engels]).
Bronselectie besturingsopdracht
Code Instelling voor veldbusbesturing &
beschrijving
1001 EXT1 ST/STP/RICH
Bepaalt externe bedienplaats 1 (
en draairichtingscommando's.
10 =
– Wijst het veldbuscommandowoord toe als de bron voor
COMM
start/stop- en draairichtingopdrachten.
• Bit 0,1, 2 van Commandowoord 1 (parameter 0301) activeren de
start/stop- en draairichtingopdrachten.
• Zie de gebruikershandleiding van de veldbus voor gedetailleerde
instructies.
1002 EXT2 ST/STP/RICH
Definieert externe regeling locatie 2 (
stop- en richtingsopdrachten.
10 =
– Wijst het veldbuscommandowoord toe als de bron voor
COMM
start/stop- en draairichtingopdrachten.
• Bit 0,1, 2 van Commandowoord 1 (parameter 0301) activeren de
start/stop- en draairichtingopdrachten.
• Zie de gebruikershandleiding van de veldbus voor gedetailleerde
instructies.
1003 DRAAIRICHTING
Definieert de besturing van de draairichting van de motor.
1 =
VOORUIT
2 =
ACHTERUIT
3 =
VERZOEK
Seriële communicatie
EXT
– Draairichting is vastgezet op draairichting vooruit.
– Rotatie is vastgezet in de richting achteruit.
– Draairichting kan op verzoek worden gewijzigd.
Bereik
0...14
1) – de configuratie van start-, stop-
0...14
2) – de configuratie van start-,
EXT
1...3
159