VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven.
Afhankelijk van het land en het gebied wrodt de weergave op het bedieningspaneel verdeeld in symbooltype en Engels
weergavetype.
(1)
Display
Geeft verschillende meldingen weer.
► DISPLAY (pagina 1-8)
(2)
[FAX] toets / indicator (
Druk hierop om de faxmodus te selecteren.
(3)
[SCANNEN] toets / indicator (
Druk hierop om de scanmodus te selecteren.
(4)
[KOPIE] toets / indicator (
Druk hierop om de kopieermodus te selecteren.
Als u het totale aantal uitgevoerde pagina's wilt
controleren die gekopieerd, afgedrukt of gefaxt zijn,
houdt u de [KOPIE] toets (
machine in stand-by staat. De aantallen zullen
verschijnen zolang de toets ingedrukt is.
De hoeveelheid toner wordt onderaan het scherm
weergegeven.
(5)
Pijltjestoetsen
Druk op deze toetsen om de markering (die aangeeft dat
er een item geselecteerd is) in het display te verplaatsen.
(6)
[OK] toets
Druk op deze toets om de geselecteerde instelling in te
voeren.
(7)
Numerieke toetsen
Tekens/cijfers invoeren.
(8)
[C] toets
Druk hierop om het aantal ingestelde kopieën te wissen
of een kopieerproces te stoppen.
(9)
[ENERGIE BESPAREN] toets / indicator (
Druk hierop om de energiebesparingsmodus te
activeren.
(1)
(2)
(3)
(4)
(10)
(11)
(12)
)
)
)
) ingedrukt wanneer de
)
(5)
(6)
(7)
(15)
(13)
(14)
(10) [PROGRAMMA 1 / PROGRAMMA 2] toets
(
Druk hierop om de opgeslagen scannerinstellingen te
gebruiken.
► OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN
(PROGRAMMA) (pagina 5-19)
(11) [ZOOM] toets
Druk op deze toets om de kopieerfactor voor verkleining/
vergroting te selecteren.
► VERGROTEN/VERKLEINEN (pagina 2-10)
(12) [KAARTFORM. KOPIE] toets (
Kaartform. kopie inschakelen.
► ID-KAARTKOPIE (pagina 2-17)
(13) [SPECIALE FUNCTIE] toets (
Druk op deze toets om de Speciale Functies te
selecteren.
(14) [BELICHTING] toets (
Met deze toets kunt u de belichtingsfunctie selecteren.
► BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD
WIJZIGEN (pagina 2-8)
(15) [STOP] toets (
Druk op deze toets om een kopieertaak of het scannen
van een origineel te stoppen.
(16) [START] toets / indicator
Druk op deze toets om een origineel te kopiëren of te
scannen in zwart-wit. Deze toets wordt ook gebruikt om
een fax te verzenden in de faxmodus.
(17) [CA] toets
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt de
standaard instellingen van de machine.
1-5
(8)
(9)
(16)
(17)
)
)
)
)
)