FAX►HANDIGE FAXFUNCTIES
INSTELLINGEN GEBRUIKEN DIE ALS
PROGRAMMA ZIJN OPGESLAGEN
Met deze functie kunt u de stappen van een bepaalde handeling, inclusief bestemming en scaninstellingen, opslaan in
een programma. Deze functie is handig wanneer u vaak documenten, zoals een dagrapport, naar dezelfde bestemming
stuurt. Er kunnen 9 programma's worden opgeslagen voor het verzenden van faxen.
Bij het opslaan van een programma kunt u er een naam (maximaal 36 letters) aan geven.
Zie
PROGRAMMA'S OPSLAAN, BEWERKEN EN VERWIJDEREN (pagina 4-43)
opslaan, bewerken en verwijderen van programma's.
De volgende instellingen kunnen in een programma worden opgeslagen.
(1) Adresinstelling
(2) Verzendmethode
Normale verzending
►pagina
distributieverzending
►pagina
4-32, seriële polling
►pagina 4-33
(3) Invoer van origineelformaat
Bij het opslaan van een distributieverzending of opdracht voor seriële polling in een programma kunt u maximaal 200
faxnummers opslaan als bestemming.
• Een programma is anders dan een timerverzending
gewist zodra de verzending is gebeurd. Een programma maakt het dus mogelijk om meerdere keren dezelfde verzending uit
te voeren. Met programma's is het echter niet mogelijk om een timerinstelling op te geven voor een verzending.
• Een instelling die in een programma kan worden opgeslagen, kan niet worden gewijzigd wanneer een programma wordt
gebruikt voor verzending, ook al is die instelling niet opgeslagen in het programma.
• De enige instellingen die u kunt selecteren bij gebruik van een programma, zijn de invoer van het origineelformaat,
dubbelzijdig scannen en een timerinstelling.
EEN PROGRAMMA GEBRUIKEN
Plaats een origineel in de faxmodus en selecteer "Programma" met de [ ] of
1
[ ] toets.
Programma
2
[#]:Lijst
Detail
Selecteer zo nodig het formaat van het origineel en de overige instellingen,
3
en druk vervolgens op de [START] toets.
• De verzending gebeurt volgens het programma.
• Als u een programma hebt geselecteerd dat geen verzendmethode bevat, stel dan eerst de verzendmethode en
bestemmingen in voordat u op de [START] toets drukt.
Selecteer de instellingen die niet in een programma kunnen worden opgeslagen, voordat u in stap 3 op de [START]
toets drukt. Dit zijn het origineelformaat (zie
dubbelzijdig scannen (zie
AUTOMATISCH VERZENDEN OP EEN BEPAALDE TIJD (pagina
4-4,
4-30, polling
►pagina
(►pagina 4-29)
Selecteer het programma dat u wilt gebruiken.
Als niet alle letters van de programmanaam verschijnen, drukt u op de [EINDE LEZEN]
toets (
) om alle letters weer te geven. Druk nogmaals op de [EINDE LEZEN] toets
(
) om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN (pagina
DUBBELZIJDIGE ORIGINELEN FAXEN (pagina
4-49
voor meer informatie over het
(4) Dubbelzijdig scannen
(5) Resolutie en belichting
(6) Eigen nummer verzenden
(7) Verzendinstellingen
►pagina 4-15
in de zin dat een programma niet uit het geheugen wordt
4-14)) en een timerinstelling (zie
4-29)).
►pagina 4-46
4-8)),