VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN
Belangrijke tips voor het laden van enveloppen
• Druk niet op beide zijden van een envelop af. Dit kan leiden tot vastlopen of een slechte afdrukkwaliteit.
• Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een
Sharp-onderhoudstechnicus.
• In sommige bedrijfsomgevingen kunnen kreukels, vegen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusering of
apparaatstoringen optreden.
• Vouw de klep van de envelop en maak een scherpe vouw. Als de klep niet wordt gevouwen, kan het papier vastlopen.
• Gebruik de volgende enveloppen niet:
• Enveloppen met een metalen onderdeel, een plastic haak of een stoffen haak
• Enveloppen die met een koord worden gesloten
• Vensterenveloppen
• Gevoerde enveloppen
• Enveloppen met een oneffen oppervlak, afgewerkt met opdruk of reliëf
• Duplexenveloppen of enveloppen met kleefstrook of ander synthetisch sluitingsmateriaal
• Handgemaakte enveloppen
• Bubbelenveloppen
• Enveloppen die zijn beschadigd met een kreuk, vouw of scheur
Kan worden
gebruikt
Kan niet worden
gebruikt
• Enveloppen waarbij de uitgelijnde plaknaad aan de achterzijde niet is uitgelijnd met de hoekrand mogen niet worden
gebruikt. Dit kan kreuken veroorzaken.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd in het gebied van 10 mm (13/32") langs de randen van de envelop.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op delen van enveloppen met een aanzienlijk stapsgewijs verloop in dikte,
zoals op vierlaagse delen of delen met minder dan drie lagen.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op enveloppen met sluitstrips.
Belangrijke informatie over het gebruik van etikettenvellen
• Neem contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
• Sommige etiketten moeten mogelijk in de doorvoerlade worden geladen, in de aangegeven richting. Volg de
betreffende aanwijzingen.
Wanneer al een formulier op de etiketten is afgedrukt en de afdruk niet in de goede richting op het voorgedrukte
formulier is afgedrukt, wijzig dan de instellingen in de toepassing of printerdriver zodat de afdruk wordt gedraaid.
• Gebruik de volgende typen etikettenvellen niet.
• Etikettenvellen zonder plakmiddel of etiketten
• Etikettenvellen waarvan de kleefzijde blootligt
• Etikettenvellen met een invoerrichting die niet door het apparaat wordt ondersteund
• Een etikettenvel dat eerder is gebruikt en waarvan een of meer etiketten ontbreken
• Etikettenvellen die uit meerdere vellen bestaan
• Etikettenvellen die niet geschikt zijn voor laserprinters
• Etikettenvellen die geen warmte kunnen verdragen
• Etikettenvellen met perforaties in het papier
• Etikettenvellen met scheuren in het papier
• Niet-standaard etikettenvellen
• Etikettenvellen waarvan de plakzijde is opgedroogd, bijvoorbeeld als gevolg van langdurige opslag
• Etikettenvellen met uitsnijdingen waardoor het achtergrondpapier zichtbaar is
• Gekrulde of anderzijds afwijkende etikettenvellen
• Gescheurde of gekreukte etikettenvellen
1-25