PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING
2
(4)
Voer uw gebruikersinformatie in.
(1) Controleer of de printernaam van het
(1)
apparaat is geselecteerd.
(2) Selecteer [Taakverwerking].
(3) Klik op het tabblad [Verificatie].
(4) Voer uw gebruikersinformatie in.
(2)
Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via
gebruikersnummer, voert u uw gebruikersnummer in
(3)
bij 'Gebruikersnummer' (5 tot 8 cijfers).
(5)
(5) Voer zo nodig de gebruikersnaam en
opdrachtnaam in.
• Gebruikersnaam
Voer uw gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens).
De door u ingevoerde gebruikersnaam wordt in het
scherm van het apparaat weergegeven. Als u geen
gebruikersnaam invoert, wordt de aanmeldnaam van
uw pc weergegeven.
(6)
• Naam taak
Voer een opdrachtnaam in (maximaal 80 tekens).
De door u ingevoerde opdrachtnaam wordt als
bestandsnaam in het scherm van het apparaat
weergegeven. Als u geen opdrachtnaam invoert,
wordt de ingestelde bestandsnaam uit de applicatie
weergegeven.
(6) Klik op de knop [Druk af].
3-17