WEBPAGINA'S►WEBFUNCTIES IN DE MACHINE
Bestemmingen opslaan voor Scannen naar FTP
Klik op [FTP] en voer de gegevens van de bestemming in.
FTP-bestemmingsinformatie
Item
Naam (Verplicht)
Voorletter (optioneel)
Aangepaste index
Hostnaam of IP-adres
(Verplicht)*
Gebruikersnaam
(Optioneel)
Wachtwoord (Optioneel)
Directory (Optioneel)
SSL inschakelen
Gebruik PASV modus
* Wanneer u een hostnaam hebt ingevoerd bij "Hostnaam of IP-adres", moet u de DNS-serverinstellingen invoeren.
► SMTP-, DNS- EN LDAP-SERVERINSTELLINGEN CONFIGUREREN (pagina 8-15)
Zie onderstaande tabel voor de instellingen.
Voer de naam van de bestemming in (maximaal 36 tekens).
Voer voorletters in voor de bestemming (maximaal 10 tekens). Bij weergave van de
bestemmingslijst in het bestemmingsbeheerscherm worden de bestemmingen gegroepeerd op
basis van hun voorletters.
Er kunnen desgewenst namen worden toegewezen aan aangepaste indexlijsten
waardoor de bestemmingen handig gegroepeerd kunnen worden.
Vervolgkeuzelijst:
Selecteer een aangepaste index voor de bestemming die u op wilt
slaan.
Selectievakje Gebruiker: Als dit vakje is geselecteerd, wordt de bestemming opgeslagen onder
het tabblad Gebruiker van het adresboek.
Voer het IP-adres of de hostnaam in van de FTP-server (maximaal 127 tekens).
Voer de gebruikersinlognaam in voor de FTP-server (maximaal 32 tekens).
Voer het aanmeldingswachtwoord in voor de FTP-server (maximaal 32 tekens).
Als u een bestemmingsdirectory wilt opgeven op de FTP-server, voer dan de directory in
(maximaal 200 tekens).
Vink dit vakje af om SSL-communicatie te gebruiken.
Vink dit vakje af om PASV-modus te gebruiken.
Description
8-8
(►pagina
8-3),
(►pagina 5-8)