PROBLEEMOPLOSSING►PROBLEEMOPLOSSING
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
De onderstaande problemen hebben betrekking op de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Probleem
De machine werkt niet.
Machine staat wel aan, maar kopieert
niet.
Kopieën zijn te donker of te licht.
De tekst is onscherp wanneer ik een
kopie maak.
Blanco kopieën.
Een gedeelte van het beeld is
afgesneden of er is te veel witruimte.
Oorzaak en oplossing
Het snoer is niet aangesloten op een stopcontact.
→ Sluit het snoer aan op een geaard stopcontact.
Hoofdschakelaar UIT.
→ Zet de hoofdschakelaar op ON.
De machine is bezig met opwarmen.
→ De machine heeft enige tijd nodig om op te warmen nadat de
schakelaar is ingeschakeld. Terwijl de machine opwarmt, kunnen
de kopieerinstellingen geselecteerd worden, maar is kopiëren niet
mogelijk. Wacht tot "Klaar v. kopiëren" verschijnt.
De voor- of zijklep is niet volledig gesloten.
→ Sluit de voor- of zijklep.
De machine staat in de automatische uitschakelfunctie.
→ Wanneer de modus voor automatisch uitschakelen is
geactiveerd, knippert alleen de [ENERGIE BESPAREN] indicator
(
). Alle andere indicatoren en de display zijn uitgeschakeld. De
machine keert terug naar de normale werking wanneer op de
[ENERGIE BESPAREN] toets (
afdruktaak of faxbericht wordt ontvangen of wanneer scannen
vanaf een computer wordt gestart.
* Behalve wanneer het printgeheugen voor de faxfunctie is
geactiveerd.
Er is een papierstoring opgetreden.
→ Zie "VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN" om het
vastgelopen papier te verwijderen.
Geen papier meer aanwezig in de papierlade.
→ Laad papier.
→ Druk op de [KOPIE] toets (
selecteren.
Er werd geen juiste belichting voor het origineel geselecteerd.
→ Selecteer de gewenste belichting met de [BELICHTING] toets
(
) en stel de juiste belichting in met de [
→ Als de kopie te licht of te donker is, zelfs als "AUTO" is
geselecteerd met de [BELICHTING] toets (
automatische belichtingsniveau bij.
Selecteer een geschikte belichting voor het origineel in het
belichtingsscherm.
→ Wijzig de belichting in "Tekst" met de [BELICHTING] toets (
Het origineel is niet met de bedrukte zijde naar boven in de
origineelinvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat geplaatst.
→ Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de
origineelinvoer of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Het origineel is niet in de correcte positie geplaatst.
→ Plaats het origineel in de correcte positie.
Het papierformaat in een lade is gewijzigd zonder dat het
papierformaat van de lade is gewijzigd.
→ Stel het papierformaat van de lade in dezelfde positie/formaat in
als het in de lade geplaatste papier.
6-3
) wordt gedrukt, wanneer een
) om de kopieermodus te
] of [
] toets.
), stel dan het
Pagina
–
1-11
1-11
–
1-12
6-14
1-17
2-2
2-8
2-8
).
1-30
1-30
1-29