SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
TX/RX Eindgeluid
Deze instelling wordt gebruikt om het geluidspatroon te
selecteren dat het einde van een verzending of ontvangst
aangeeft.
U kunt kiezen uit "Patroon 1", "Patroon 2" en "Patroon 3".
Voordat u op de [OK] toets drukt om uw selectie op te
slaan, kunt u op de
toets drukken om het
geselecteerde patroon te beluisteren.
TX/RX Eindgeluid Lengte
Deze instelling wordt gebruikt om de lengte (duur) van
het eindgeluid te selecteren (in seconden). U kunt kiezen
uit "2,0 sec.", "2,5sec.", "3,0sec.", "3,5sec." en "4,0sec.".
Normaal gesproken is "3,0sec." geselecteerd.
Bel Herkenning
(Afhankelijk van land en regio)
Als er meerdere telefoonnummers zijn toegewezen op
uw telefoonlijn, kan het nummer dat wordt gebeld
worden geïdentificeerd door de ringtoon. Door gebruik te
maken van één nummer voor telefoongesprekken en
een ander nummer voor faxen, hoort u welk type oproept
u ontvangt. U kunt uw machine instellen op het
automatisch ontvangen van faxen wanneer uw
faxnummer wordt gebeld door een ringtoon te kiezen die
hoort bij uw faxnummer. Normaal is "Uit" geselecteerd.
Activeringsmode
(Alleen wanneer er een extra telefoon is
geïnstalleerd)
Wanneer een oproep wordt ontvangen op een extra
telefoon die op de machine is aangesloten, kan de
faxontvangst worden geactiveerd door een nummer in te
voeren en tweemaal op
telefoon te drukken. Welk nummer dit is, kunt u zelf
bepalen (tussen "0" en "9"). Normaal gesproken is dit
nummer ingesteld op "5".
Een eventueel eerder opgeslagen nummer wordt
automatisch overschreven zodra u een nieuw nummer
opgeeft.
Uitschakelen Fax Vasthoud Modus
Deze instelling wordt gebruikt om de fax vasthoud
modus uit te schakelen, die ontvangen faxen in het
geheugen bewaart in plaats van ze af te drukken
wanneer ze worden ontvangen.
Normaal is de fax vasthoud modus uitgeschakeld.
• De instelling (die fax fasthouden uitschakelt) wordt
ingeschakeld en er wordt een vinkje weergegeven in
het selectievakje.
• Als u deze procedure uitvoert wanneer de instelling
ingeschakeld is, wordt er een vinkje weergegeven in
het selectievakje (fax vasthouden is ingeschakeld).
op het toetsenpaneel van de
(►pagina 4-28)
Zend Functie
Deze instellingen worden gebruikt om de
standaardinstellingen (in de fabriek vastgelegd) van de
diverse faxverzendfuncties te wijzigen zodat ze beter
aansluiten op uw voorkeuren.
Selecteer [Zend Functie] om de instellingen te configureren.
Invoer Orig. Formaat
Stel het formaat in van de originelen die u wilt scannen
via de glasplaat. Normaal gesproken wordt A4 gebruikt.
Set Res. Con.
Deze instelling wordt gebruikt om de resolutie en het
belichtingsniveau aan te passen bij het scannen van een
origineel dat u wilt faxen De fabrieksinstelling is
standaardresolutie en automatische belichting. De
oorspronkelijke instelling is standaardresolutie en auto
belichtingsmodus.
Verzend mode
Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven of de
standaardmodus voor het verzenden van faxen
geheugenverzending of directe verzending is.
De fabrieksinstelling is "Geheugen TX".
Snel online TX
Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven of snelle online
verzending moet plaatsvinden (verzending terwijl de pagina's
van het origineel nog worden gescand in het geheugen).
Als snelle online verzending is uitgeschakeld, zal de fax
worden verzonden nadat alle pagina's zijn gescand en in het
geheugen staan.
Normaal gesproken is Snel online TX ingeschakeld.
Als deze functie is ingeschakeld, begint de verzending pas
wanneer alle pagina's van het document zijn gescand. NB:
deze instelling geldt niet voor handmatige verzending. (Zie
Verzendtaken opslaan (geheugenverzending) (pagina
• Snel online TX wordt ingeschakeld en er wordt een
vinkje weergegeven in het selectievakje.
• Als u deze procedure uitvoert wanneer Snel online TX
actief is, verdwijnt het selectievakje en is de instelling
niet langer actief.
Afdruk stationnr in ontvangendata
Met deze instelling kunt u de positie bepalen (binnen of
buiten de afbeelding van het origineel) van de datum en
afzendergegevens die worden afgedrukt bovenaan elke
fax die u verzendt. Normaal gesproken is buiten de
originele afbeelding geselecteerd. Selecteer "Data" als u
uw naam en nummer wilt laten afdrukken binnen de
afbeelding van het origineel.
Zie
AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW
FAXEN (EIGEN NUMMER VERZENDEN) (pagina 4-46)
voor meer informatie over de positie van elke instelling.
7-20
4-17).)