WEBPAGINA'S►WEBFUNCTIES IN DE MACHINE
SMTP-, DNS- EN
LDAP-SERVERINSTELLINGEN
CONFIGUREREN
Hier worden de procedures voor het werken met [Snelle setup] beschreven. Met [Snelle setup] configureert u op een
snelle manier alleen de vereiste instellingen voor de servers "SMTP", "DNS" en "LDAP". Deze instellingen worden
normaliter als eerste geconfigureerd.
SMTP-server:
SMTP wordt gebruikt om e-mail te verzenden met Scannen naar E-mail.
Wilt u deze verzendmethoden kunnen gebruiken, dan moeten uw SMTP-serverinstellingen zijn
geconfigureerd.
DNS-server:
Als u een hostnaam hebt ingevoerd bij "Primaire SMTP-server" of "Secundaire SMTP-server" van
"SMTP", moet u ook uw DNS-serverinstellingen configureren.
Als u een hostnaam gaat invoeren bij "Hostnaam of IP-adres" bij het opslaan van een bestemming
voor Scannen naar desktop, moet u ook instellingen voor de DNS-server invoeren.
LDAP-server:
Als op uw netwerk mailadressen worden beheerd via een LDAP-server, kunnen de e-mailadressen
die zijn opgeslagen op de LDAP-server worden gebruikt voor Scannen naar E-mail.
Wil de machine e-mailadressen op de LDAP-server kunnen gebruiken, dan moet u de
LDAP-serverinstellingen op de webpagina configureren.
1
Voer de vereiste informatie in bij "SMTP", "DNS" en "LDAP".
2
Wanneer u alle instellingen hebt ingevoerd, klikt u op [Indienen].
3
De ingevoerde instellingen worden opgeslagen.
Volg onderstaande procedures als u geavanceerde instellingen wilt configureren voor de SMTP-, DNS- en
LDAP-servers.
• Configureren van SMTP- en DNS-serverinstellingen
Klik op [Services] in het menuframe om het scherm Services instellingen op te roepen. Selecteer de gewenste server
en configureer dan de benodigde kenmerken voor die server.
• Configureren van LDAP-serverinstellingen
Klik op [LDAP] in het menuframe om het scherm LDAP-installatie op te roepen. Configureer de benodigde
kenmerken.
Klik op [Snelle setup] in het menuframe.
8-15