VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
(18)
(19)
(20)
(18) [COMM. INSTELLING] toets (
Hiermee kunt u schakelen tussen de
geheugenverzendmodus en directe verzending, en
tussen automatische ontvangst en handmatige
ontvangst.
► Verzendinstellingen (geheugenverzending en directe
verzending) (pagina 4-15)
(19) [VERKORTKIES] toets (
Dit wordt gebruikt om snelkiesnummers te gebruiken.
► VERZENDEN VIA AUTOMATISCH KIEZEN
(SNELKIEZEN EN GROEPSNUMMER KIEZEN)
(pagina 4-12)
(20) [FAXSTATUS] toets (
Hiermee kunt u het verzenden van een fax of een
opgeslagen fax annuleren.
► ANNULEREN VAN FAXVERZENDING (pagina
4-21)
(21) Data-indicator
Deze indicator brandt of knippert om de status van een
taak weer te geven.
(22) [ADRES] toets (
)
Voor het zoeken naar een adres, nummer of andere
contactgegevens die zijn opgeslagen om automatisch te
kunnen kiezen.
► ZOEKEN NAAR EEN GEPROGRAMMEERDE
BESTEMMING (MET DE [ADRES] TOETS) (pagina
4-13)
(23) [TERUG] toets (
)
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige
scherm.
(24) [UITLOGGEN] toets (
Druk op deze toets om uit te loggen nadat u bent
ingelogd en de machine hebt gebruikt. Bij gebruik van de
faxfunctie kan deze toets ook worden gebruikt voor het
verzenden van tonen op een lijst voor pulskiezen.
(21)
(22)
(23)
(26)
(27)
(28)
)
)
)
)
(25)
(24)
(29)
(30)
(31)
(25) Foutindicator
Brandt of knippert om de status van de fout weer te
geven.
(26) [SPEAKER] toets (
Deze functie wordt gebruikt om te kiezen zonder de
hoorn op te nemen van een extra telefoon die met de
machine verbonden is.
(27) [OPNIEUW KIEZEN/PAUZE] toets (
Hiermee kunt u het laatst gekozen nummer opnieuw
kiezen en een pauze inlassen bij het invoeren van een
faxnummer.
► HANDIGE KIESMETHODEN (AUTOMATISCH
KIEZEN) (pagina
(28) [DUBBELZIJDIG] toets (
Selecteren om dubbelzijdig te kopiëren/faxen/scannen.
(29) Indicatoren van de printermodus
• GEGEVENS indicator (
Knippert wanneer afdrukgegevens worden ontvangen.
Blijft branden tijdens het afdrukken.
(30) Indicatoren van de faxmodus (
• LIJN indicator (
Brandt wanneer een fax wordt verzonden of
ontvangen.
• GEGEVENS indicator (
Knippert wanneer een fax niet kan worden afgedrukt
door een tekort aan papier of anderszins. Blijft branden
wanneer er een niet-verzonden fax is.
(31) [EINDE LEZEN] toets (
Wanneer u in sorteerfunctie van de glasplaat kopieert,
drukt u op deze toets, zodra u klaar bent met scannen
van de originelen en met kopiëren wilt beginnen.
1-6
)
(►pagina 4-16)
)
4-6),
)
)
)
)
)
)