a)
F
max
P1
F1
F2
0
I 1
I 2
Afb. 27: Toerental stroom grafiek voor a) Onderste zijband; b) Bovenste zijband
Foutmelding I < 4 mA
12.2.2
Pomprichting
12.2.3
Overbelastingsbewaking
P2
20
I [mA]
„Bovenste zijband"
Met dit verwerkingstype kan een doseerpomp via het stroomsignaal
worden aangestuurd, zoals in de bovenstaande grafiek is aangegeven.
Alles werkt volgens het verwerkingstype
Bij het menupunt
stroom een foutmelding wordt geactiveerd.
„Menu / Informatie è Instellingen è Pomprichting"
Het menu
pomp te kiezen:
Rechtsom
n
Linksom
n
„Menu / Informatie è Instellingen è Overbelastingsbewaking è ..."
In het menu
„Overbelastingsgrenswaarde" worden opgegeven, vanaf welke de pomp
een melding moet afgeven.
b)
F
max
F2
F1
0
B0089
„Foutmelding" kunt u aangeven, vanaf welke minimale
„Pomprichting" maakt het mogelijk de pomprichting van de
VOORZICHTIG!
Ernstige schade mogelijk aan de pomp of aan de omge‐
ving ervan
Zo kunnen ventielen, leidingwerk, ... worden beschadigd
of vernield en kan doseermedium ontsnappen. In plaats
van -1 bar, kunnen deze nu worden blootgesteld aan
meer dan + 10 bar.
Voordat de pomprichting mag worden gewijzigd, moet
worden zekergesteld dat hierdoor geen componenten
van de nageschakelde installatie beschadigd of vernield
worden.
Het menu verschijnt alleen als de doseerpomp met de
toets [STOP/START] is gestopt.
„Overbelastingsbewaking" kan een
„Menu"
Instellen /
P2
P1
I 1
I 2
I [mA]
20
„Onderste zijband" .
53