Te combineren componenten
Hierna volgen voorbeelden van te combineren veiligheidsinrichtingen.
Serie
GS9A
G9SX
NE1A
De configuratie van de gebruikte componenten in elk circuit anders dan een geschikte vooraf geteste
veiligheidsmodule die aansluit op de WL200 GS1/GS2 en EDM-poorten MOET minimaal gelijk zijn
aan Cat.3 PLd onder ISO 13849-1:2006 om in staat te zijn een algehele Cat.3 PLd te claimen voor
de combinatie van de WL200 met een extern circuit.
Het EMI-niveau waarop de externe module is beoordeeld, moet minimaal overeenkomen met dat van
Bijlage E in IEC 62061.
Periodieke controle (proeftest)
De proeftest is van essentieel belang voor het onthullen van gevaarlijke onopgemerkte storingen na
een tijdsperiode, in dit geval 1 jaar. Het minimaal jaarlijks uitvoeren van deze proeftest is voorwaarde
voor het voldoen aan de ISO13849-1 PLd.
Klem
GS1
GS2
EDM
(motorkopp
el)
- Activeer (hoog maken) tegelijkertijd en gescheiden de ingangen GS1 en GS2 om te zien of de uitgang veilig
afgeschakeld wordt en of de EDM uitgang functioneert.
- Activeer de GS1- en GS2-ingangen om te zien of de eindtrap actief is en er motorkoppel is. Controleer tevens
of de EDM uitgang laag is.
- Activeer de GS1-ingang en activeer de GS2-ingang niet om te zien of de eindtrap niet actief is en er geen
motorkoppel is. Controleer tevens of de EDM uitgang laag is.
- Activeer de GS2-ingang en activeer de GS1-ingang niet om te zien of de eindtrap niet actief is en er geen
motorkoppel is. Controleer tevens of de EDM uitgang laag is.
- Deactiveer de GS1- en GS2-ingangen om te zien of de eindtrap niet actief is en er geen motorkoppel is.
Controleer tevens of de EDM uitgang hoog is.
Voer een proeftest uit na afloop van de
Wanneer de beschermende diodes die gebruikt worden als de units parallel bedraad
zijn, alleen enkele diodes zijn, dan moet hun conditie gecontroleerd worden als
onderdeel van de proeftest.
Voorzorgsmaatregelen
1. Om ervoor te zorgen dat de functie Veilig uitschakelen voldoet aan de veiligheidseisen
van de toepassing, moet een grondige risicobeoordeling worden uitgevoerd voor het
gehele veiligheidssysteem.
2. De functie Veilig uitschakelen sluit de stroomtoevoer naar de aandrijving niet af en
zorgt niet voor elektrische isolatie. Voordat installatie- en onderhoudswerk wordt
uitgevoerd, moet de voeding van de aandrijving worden uitgeschakeld en een
tag/lock-out geplaatst worden.
3. De bedradingsafstand naar de ingangen voor Veilig uitschakelen moet korter zijn dan
30 meter.
4. De tijd tussen het openen van de ingang Veilig uitschakelen en het uitschakelen van
de aandrijving is korter dan 10 ms.
Model
Te volgen normen
301
ISO13849-2 cat4, SIL3
GS226-T15-RC
IEC61508 SIL1-3
SCPU01-V1
IEC61508 SIL3
stroom UIT
stroom AAN
stroom UIT
stroom UIT
geleid
niet geleid
verboden
Controleer of de diodes niet beschadigd zijn na afloop van de proeftest.
Status
stroom UIT
stroom AAN
niet geleid
verboden
verboden
installatie
, maar voor de inbedrijfstelling.
96
Certificatiedatum
06 juni 2007
04 november 2004
27 september 2006
stroom AAN
stroom AAN
niet geleid
Toegestaan