Toetsen, modi en parameters
Met het bedieningspaneel kunnen modi en parameters
gewijzigd worden. De term functie is van toepassing op
de monitoringsmodi en de parameters. Deze zijn allen
bereikbaar via functiecodes, primaire codes van 4
tekens. De verschillende functies zijn onderverdeeld in
gerelateerde groepen, herkenbaar aan het meest linkse
teken zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Functiegroep
"d"
"F"
"A"
"b"
"C"
"H"
"P"
"U"
"E"
Op de volgende pagina kunt u zien hoe u de parameters monitort en/of programmeert.
Navigatiekaart toetsenbord
De WL200-serie frequentieregelaars beschikt over veel programmeerbare functies en
parameters. Deze worden op de volgende pagina's uitgebreid behandeld, maar u hebt
toegang tot slechts een paar items nodig om de opstarttest uit te voeren. De menustructuur
maakt gebruik van functie- en parametercodes om programmering en monitoring mogelijk
te maken met slechts een 4-cijferige display en toetsen en LED's. Daarom is het belangrijk
om bekend te raken met de basis navigatiekaart van parameters en functies zoals is
weergegeven in het schema op de volgende bladzijde. Later kunt u deze kaart als
referentie gebruiken.
Type (categorie) van de functie
Monitoringsparameters
Parameters hoofdprofiel
Standaardfuncties
Functies fijnafstelling
Intelligente klemfuncties
Functies m.b.t. motorconstante
Pulstreiningang-, koppel-, EzSQ- en
communicatiegerelateerde functies
Door gebruiker geselecteerde
parameters
Foutcodes
Toegangsmodus
Monitor
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
17
RUN
PWR
8888
Hz
ALM
PGM
A
STOP
RUN
1
RESET
2
ESC
SET
PRG
LED-indicator
−
−