Overzichtstabel ingangsfuncties – Deze tabel geeft een overzicht van alle 31 intelligente
ingangsfuncties. Gedetailleerde beschrijving van deze functies, de bijbehorende
parameters en instellingen, en voorbeelden van bedradingsschema's, staan in "Gebruik
van intelligente ingangsklemmen" op pagina 30.
Optiecode Klemsymbool
00
FW
01
RV
02
CF1
03
CF2
04
CF3
05
CF4
06
JG
07
DB
08
SET
09
2CH
11
FRS
12
EXT
13
USP
14
CS
15
SFT
Overzichtstabel ingangsfuncties
Naam functie
VOORWAARTS
AAN
Starten/Stoppen
UIT
Achterwaarts
AAN
starten/stoppen
UIT
Multi-speed
AAN
selectie, bit 0
UIT
(LSB)
Multi-speed
AAN
selectie, bit 1
UIT
AAN
Multi-speed
selectie, bit 2
UIT
Multi-speed
AAN
selectie, bit 3
UIT
(MSB)
AAN
Joggen
UIT
Extern
AAN
gelijkstroom-
remmen
UIT
AAN
Instellen
(selecteren)
e
gegevens 2
UIT
motor
Versnellen en
AAN
vertragen in twee
fasen
UIT
AAN
Stop vrije loop
UIT
AAN
Externe fout
UIT
Beveiliging tegen
AAN
starten zonder
toezicht
UIT
Overschakelen
AAN
naar
UIT
lichtnetvoeding
AAN
Softwarever-
grendeling
UIT
Omschrijving
Frequentieregelaar is ingeschakeld, motor draait
voorwaarts
Frequentieregelaar is uitgeschakeld, motor stopt
Frequentieregelaar is ingeschakeld, motor draait
achterwaarts
Frequentieregelaar is uitgeschakeld, motor stopt
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 0, logisch 1
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 0, logisch 0
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 1, logisch 1
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 1, logisch 0
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 2, logisch 1
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 2, logisch 0
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 3, logisch 1
Binair gecodeerde snelheidsselectie, bit 3, logisch 0
Frequentieregelaar is ingeschakeld, uitgang naar
motor draait op frequentie jogparameter
Frequentieregelaar in stopmodus is
Gelijkstroomremmen wordt toegepast tijdens
vertragen
Gelijkstroomremmen wordt niet toegepast
De frequentieregelaar gebruikt parameters 2e motor
voor genereren frequentie-uitgang naar motor
De frequentieregelaar gebruikt parameters 1e
(hoofd) motor voor genereren frequentie-uitgang
naar motor
Frequentie-uitgang gebruikt de waarden van de
tweede fase voor versnelling en vertraging
Frequentie-uitgang gebruikt de standaard waarden
voor versnelling en vertraging
Zorgt dat uitgang uitschakelt, waardoor motor
stationair kan draaien om te stoppen
Uitgang werkt normaal, dus gecontroleerde
vertraging stopt motor
Als ingangstransities UIT naar AAN zijn
toegewezen, vergrendelt frequentieregelaar
foutgebeurtenis en toont Ε 12
Geen foutgebeurtenis voor AAN naar UIT, alle
geregistreerde foutgebeurtenissen blijven in het
geheugen tot reset
Na het inschakelen van de voedingsspanning hervat
de frequentieregelaar niet het startcommando
(meestal gebruikt in de VS).
Na het inschakelen van de voedingsspanning het
startcommando dat voor de stroomstoring actief was.
Motor kan door lichtnet worden aangedreven
Motor wordt aangedreven via frequentieregelaar
Het bedieningspaneel en externe
programmeerapparaten kunnen geen parameters
wijzigen
De parameters kunnen worden bewerkt en
opgeslagen
75