Pagina 1
Dit handboek bevat beknopte technische informatie van de serie X200. Lees voor gebruik dit handboek volledig door. Voor alle zaken die deze verkorte handleiding niet vermeldt, verwijzen wij u naar het Hitachi X200 Series Inverter Instruction Manual, dat met de frequentieregelaar wordt meegeleverd.
Inhoudsopgave pagina Inleiding Algemene gegevens - systeembeschrijving - Prodrive - display met functietoetsen Installatie - hoe te openen - aansluitschema X200 - standaard instellingen dipswitches - noodstop - zekeringwaarden - warmteverliezen Parameters hoofdmenu - monitor functies groep D - basisbewegingparameters groep F - toegang tot de uitbreidingsfuncties De uitbreidingsfuncties - uitbreidingsfunctie groep A “Standaard functies”...
Inleiding Hitachi Ltd Hitachi werd door de Japanner Namihei Odaira aan het begin van de vorige eeuw, in 1910 om precies te zijn, opgericht. De basis van dit bedrijf bestond uit een elektrisch reparatiebedrijf dat gevestigd was in een kopermijn. Een van de eerste producten van Hitachi was een elektromotor van 3,6 kW.
Algemene gegevens Systeembeschrijving Hitachi ontwikkelde de X200 frequentieregelaar speciaal voor pomp- en ventilatortoepassingen. De standaarduitvoering is daarom naast de normale snelheidsregeling voorzien van een geïntegreerde PID regelaar. U stelt de gewenste waarde (target) in op de regelaar. De regelaar vergelijkt de gewenste waarde met de teruggekoppelde (actuele) proceswaarde.
Prodrive: Graag wijzen wij u ook op het gebruikersvriendelijke softwarepakket “ProDrive” dat www.hiflexonline.nl vanaf onze internetsite is te downloaden. ProDrive biedt u : opslaan, vergelijken en inlezen van parameterlijsten trendanalyse van in bedrijf zijnde frequentieregelaar start en stoppen snel programmering d.m.v. wizards Monitor-functie Prodrive:...
Display met functietoetsen De X200 kan eenvoudig worden gestart door het indrukken van de RUN toets een binair ingangssignaal of via RS485 Modbus. Het toerental dan wel setpoint kan worden gevarieerd middels de potmeter op het bediendisplay, vaste waarde via het toetsenbord, een extern spanning- stroomsignaal of via RS485 Modbus.
Installatie Om bij de terminals te kunnen komen moet de cover verwijderd worden : 1. Maak het schroefje los 2. Til de onderzijde op van de afdekkap in de linker onderhoek ophang nokjes vastzet nokjes afdekplaatje communicatie poort De communicatiepoort van de X200 kan bereikt worden door het afdekplaatje uit de cover te verwijderen.
Digitale ingangen Zoals te zien is in het aansluitschema heeft de X200 de beschikking over 5 digitale ingangen. Deze digitale ingangen zijn vrij programmeerbaar en kunnen gebruikmaken van de interne +24V voeding (voor bijv. potentiaal vrije contacten) of de ingangen kunnen worden aangestuurd door uitgangen van bijvoorbeeld een PLC met behulp van een externe voeding.
Pagina 10
Sinking ingangen, Interne voeding Doorverbinding = [PLC] – [P24] position doorverbinding X200 Input common V.b. PLC kaart Logic GND Input circuit Potentiaalvrije contacten Sinking output, NPN transistors Sourcing ingangen, Externe voeding Doorverbinding = [PLC] – [L] doorverbinding PNP transistor X200 sourcing outputs Field device Input common...
Sinking ingangen, Externe voeding doorverbinding = verwijderen X200 V.b. PLC kaart Input common Logic GND Input circuit Potentiaalvrije contacten * Let op: wanneer de GND van de externe voeding wordt aangesloten Open collector outputs, op de [L] terminal, moet er een diode worden geplaatst. NPN transistors Digitale uitgang De uitgang van de X200 is net als de ingangen vrij programeerbaar en is tevens...
Instellingen DIP- switches: reset 485/OPE stand OPE (Operation key) Volledig gebruik van display met functietoetsen. Dit is ook de stand voor communicatie met ProDrive Gebruik van RS485 Modbus. Noodstop Ingangen 3 en 4 zijn vrij programmeerbaar voor alle functies. Ingangen 3 en 4 worden gebruikt voor de noodstop functie : Ingang 3 : noodstop (EMR) Ingang 4 : Noodstop reset (RS) Fabrieksinstelling SW7 –...
Pagina 13
Tevens is de functie van het circuit zodanig dat bij activering van de noodstop het niet mogelijk is direct weer in te schakelen. Er moet eerst een reset worden gegeven. De verschillende categorieën volgens EN954-1 zijn : Categorie B Selectie van standaard componenten.
Zekeringswaarden: type frequentieregelaar zekeringwaarde X200-002/004/005 NFE X200-007/011 NFE X200-015 NFE X200-022 NFE X200-004/007 HFE X200-015/022 HFE X200-030/040 HFE X200-055 HFE X200-075 HFE * Deze hoge waarden wordt veroorzaakt door de bovenharmonische stromen die inherent zijn aan de keuze voor een 1-fase gevoede frequentieregelaar. Bij een hoge netimpedantie (of plaatsing van een netsmoorspoel ) of een niet volbelaste frequentieregelaar kan veelal met een lagere zekeringwaarde worden volstaan.
Parameters hoofdmenu In het hoofdmenu bevinden zich de monitor functies, “d groep” (uitlezen van motorstroom, frequentie, status I/O, actuele storingen, etc.), de basisbeweging- parameters, “F groep” zoals snelheid, versnelling en vertraging en de toegang tot de uitbreidingsfuncties. De uitbreidingsfuncties zijn onderverdeeld in de groepen A, B, C en H.
= rechtsom = stop = linksom d004 Weergave actuele teruggekoppelde waarde PID-regelaar Zie hiervoor het meegeleverde Hitachi X200 Serie Inverter Instruction Manual. d005 Status ingangsklemmen Hiermee wordt bekeken welke ingangsklemmen op de X200 binnenkomen. d006 Status uitgangsklemmen Hiermee wordt bekeken welke uitgangsklemmen van de X200 actief zijn.
Pagina 17
d013 Weergave motorspanning De uitgangsspanning naar de motor. d016 Draaiuren aantal uren dat de frequentieregelaar heeft uitgestuurd. 0. – 9999. 1000 – 9999 in tientallen r100 - r999 in duizendtallen d017 Tijdsduur onder spanning aantal uren dat de frequentieregelaar onder spanning heeft gestaan. 0.
Indien de klemmen 2 en 5 worden geprogrammeerd als CF3 en CF4 zijn er totaal 15 voorkeuzesnelheden beschikbaar. De 15 voorkeuzefrequenties kunnen tevens via de parameters A021 t/m A035 worden gewijzigd; zie hiervoor de Hitachi X200 Series Inverter Instruction Manual. F002 Acceleratietijd De acceleratietijd is de tijd waarin bij een start de maximum frequentie, welke is ingesteld onder parameter A004,wordt bereikt.
F003 Deceleratietijd De deceleratietijd is de tijd waarbinnen de motor stilstaat. Als de beginfrequentie kleiner is dan de onder parameter A004 ingestelde maximumfrequentie, dan is de deceleratietijd evenredig korter. Deze tijd is instelbaar tussen 0,01 en 3000 seconden. fabrieksinstelling 10,0s. F004 Instellen van de draairichting Indien onder A002 de RUN-toets geactiveerd is, kan onder F04 de draairichting worden gekozen.
Uitbreidingsfuncties groep A “standaard functies” A001 Selectie frequentie-instelling 00 - potmeter op front X200 01 - ingangsklem 02 - onder parameter F01 03 - modbus RS485 10 - berekende frequentie (zie Engelstalig handboek functie A141-A143) fabrieksinstelling 01… ingangsklem. A002 Selectie startopdracht 01 - start via de ingangsklemmen 02 - RUN-toets actief 03 - modbus RS485...
Pagina 21
A004 Maximum frequentie Moet de motor sneller draaien dan de nominale motorfrequentie dan kan dat door de maximum frequentie hoger in te stellen dan de kantelfrequentie. Houdt u er wel rekening mee dat het koppel evenredig daalt met de verhoging boven de kantelfrequentie.
Pagina 22
A011 Startfrequentie & A012 Eindfrequentie Deze functies begrenzen de frequentie-instelling met een extern 0-10V signaal en de potmeter op het front. Staan beide parameters op nul dan zijn ze niet actief. De ingestelde startfrequentie kan ook hoger zijn dan de eindfrequentie, waardoor de regelaar b.v.
Pagina 23
A044 Keuze van de regelmethode 00 - Constant koppel karakteristiek 01 - Gereduceerd koppel karakteristiek 06 – Constant – gereduceerd koppel karakteristiek fabrieksinstelling 00. De standaard instelling 00 garandeert u ca. 130% startkoppel tot zo’n 50Hz. De instelling 00: de uitgangspanning neemt lineair toe met de uitgangspanning, voor een verhoogd startkoppel dient de boost (parameter A042) handmatig te worden ingesteld ook kan gekozen worden voor de automatische boost (parameter A041).
Uitbreidingsfuncties groep B “fijnafstelling” B012 Inschakelniveau elektronisch thermisch relais Het inschakelniveau van het elektronisch thermisch relais is instelbaar tussen 20 en 100 % van de nominale regelaarstroom. De instelling zelf geschiedt in ampères. Is de nominale motorstroom bijvoorbeeld 6,2 A dan moet B12 eveneens op 6,2 A worden ingesteld.
Pagina 25
B083 Modulatiefrequentie De modulatiefrequentie kan worden ingesteld tussen de 2 en 12 kHz. fabrieksinstelling 3kHz. Voor een stille motor is veelal een zo hoog mogelijke schakelfrequentie gewenst. Echter om aan de EMC-richtlijnen te voldoen, mag de schakelfrequentie niet hoger zijn dan 5 kHz! Het verlagen van de modulatiefrequentie vermindert de warmteverliezen en heeft een gering positief effect op het te leveren motorkoppel.
Pagina 26
Tussenkringspanning inschakelspanning voor activering regeling (B134) Freq. Normaal Deceleren motor bedrijf => regeling actief Let op : de deceleratietijd wordt door de regeling verlengt en is niet constant. Fabrieksinstelling B133-00; B134-380/760V.
Pagina 27
B140 Overstroom onderdrukking tijdens acceleratie De overstroom onderdrukkingsfunctie monitors de motorstroom tijdens acceleratie en past bij een te hoge stroom het frequentie profiel aan. Wanneer de motorstroom boven de 150% komt van de maximale stroom wordt de frequentie niet meer verhoogt totdat de motorstroom weer onder de 150% is.
Uitbreidingsfuncties groep C “Intelligente klemmen” C01-C05 Functiekeuze ingangsklemmen 1 t/m 5 Elke ingangsklem kan met onderstaande functie worden geprogrammeerd: 00 FW–rechtsom draaien 19 PTC–thermistor (alleen klem 5) 01 RV–linksom draaien 20 STA- startpuls (3-draadsbediening) 02 CF1–voorkeuzefrequentie 1 21 STP- stoppuls (3-draadsbediening) 03 CF2–voorkeuzefrequentie 2 22 F/R- richting (3-draadsbediening) 04 CF3–voorkeuzefrequentie 3...
Pagina 29
C021, C026 Functiekeuze uitgang 11 en uitgangsrelais De digitale (NPN open collector)uitgang en het relaiscontact kunnen met onderstaande functies worden geprogrammeerd: FA1 frequentie bereikt melding FA2 frequentie overschreden OL overbelastingsmelding OD wenswaarde bereikt (PID) AL alarmsignaal DC kabel los detectie analoge ingang FBV cascade uitgang PID NDc timeout RS485 Modbus LOG logische uitgang...
Uitbreidingsfuncties groep H “Motorconstanten” H03 Motorvermogen Hierbij kiest u een motorvermogen uit een standaardreeks. Is de door u toegepaste motor niet aanwezig kies dan de meest dichtbij gelegen waarde. fabrieksinstelling gelijk aan vermogen frequentieregelaar. H04 Aantal motorpolen 2 / 4 / 6 / 8 Het aantal motorpolen, 2p hoort bij een 2900RPM, 4p bij een 1400RPM motor enz.
PID-regeling Omdat de X200 special voor pompen en ventilatoren is ontwikkeld; is er dan ook een PID – regeling opgenomen. In toepassingen waar b.v. een druk/flow geregeld dient te worden kan de X200 deze op de ingestelde waarde handhaven door zijn ingebouwde PID regeling.
Pagina 32
Controleer vooraf de proceswaarde door parameter d004 uit te lezen. Middels de parameters A11-A14 (of A101-A104) kan de proceswaarde worden afgeregeld. Hierdoor wordt direct de uitlezing van d004 beïnvloedt. In het getekende blokschema is sprake van een “normale” PID regeling: De motorsnelheid (d001) neemt toe als de wenswaarde (F001) hoger is dan het proceswaarde (d004).
Uitbreidingsfuncties groep B Code Functie Bereik Fabrieks- Actuele instelling instelling Herstart B001 wijze van herstart na een storing 00 = geen herstart 01 = start met 0 Hz 02 = motor vangen 03 = motor vangen waarna stoppen 0,3 – 25,0 s B002 Max.
Pagina 38
Overig B085 Welke initialisatie 00 = Japan 01 = Europa 02 = Amerika 0,1 – 99,9 B086 Schaalfactor op de aanwijzing d007 B087 stoptoets actief in terminal mode 00=ja / 01=nee B088 wijze van herstart na activering FRS 00 = met 0Hz 01 = motor frequentie B089 Functie display bij gebruik RS485 Modbus...
Opmerkingen bij de technische specificaties *1 Raadpleeg de leverancier/fabrikant van de motor indien deze voor hogere frequenties dan 50/60 Hz toegepast gaat worden. *2 De genoemde koppels kunnen door het ontbreken van een remweerstand slechts kortstondig, bij het snel naar nul decelereren, worden geleverd. Boven de 50/60 Hz gelden deze waarden niet.
Interne communicatie fout, raadpleeg Hiflex driver fout Interne fout, raadpleeg Hiflex PTC-bewaking actief. De PTC-bewaking is geactiveerd (zie het Hitachi Instruction Manual) en detecteert een te hoge motortemperatuur. Controleer of de motor thermisch overbelast wordt en of de omgevingstemperatuur te hoog is.
Storing opheffen Er zijn 3 mogelijkheden voor het opheffen (resetten) van een storing: - de stop / reset toets indrukken; - de reset ingang activeren; - de voeding uit en (na circa 30 seconden) weer in te schakelen. Nb. Een uitzondering vormt de “E14”-aardfout, deze kan alleen worden gereset door het wegschakelen van de voeding.