Intelligente uitgangen
De volgende tabel bevat de lijst met functies die aan elke intelligente ingang toegewezen
kunnen worden. Zie de uitgebreide handleiding voor meer informatie.
Symbool
RUN
FA1
FA2
OL
OD
AL
FA3
UV
RNT
ONT
THM
BRK
BER
ZS
FA4
FA5
OL2
ODc
OIDc
FBV
NDc
LOG1~3
WAC
WAF
FR
OHF
LOC
MO1~3
IRDY
FWR
RVR
MJA
WCO
WCOI
FREF
REF
SETM
EDM
OP
nee
Overzichtstabel uitgangsfuncties
Code
00
RUN-signaal
01
Frequentie aankomst type 1 - constante snelheid
02
Frequentie aankomst type 2 - over frequentie
03
Meldingssignaal vooraf bij overbelasting
04
PID-afwijking foutsignaal
05
Alarmsignaal
06
Frequentie aankomst type 3 - ingestelde frequentie
09
Onder spanning
11
Looptijd verlopen
12
Bedrijfstijd verlopen
13
Thermische waarschuwing
19
Signaal remvrijgave
20
Signaal remfout
21
Signaal nulsnelheidsdetectie Hz
24
Frequentie aankomst type 4 - over frequentie
25
Frequentie aankomst type 5 - ingestelde frequentie
26
Meldingssignaal vooraf bij overbelasting 2
27
Detectie verbinding verbroken analoge spanningsingang
28
Detectie verbinding verbroken analoge spanningsuitgang
31
PID-uitgang tweede fase
32
Detectie verbinding met netwerk verbroken
33~35
Functie logische uitgang 1-3
39
Waarschuwingssignaal levensduur condensator
40
Waarschuwingssignaal koelventilator
41
Signaal startcontact
42
Waarschuwing oververhitting koelelement
43
Detectie lage belasting
44~46
Algemene uitgang 1-3
50
Signaal frequentieregelaar gereed
51
Voorwaartse werking
52
Achterwaartse werking
53
Signaal belangrijke storing
54
Venstervergelijker voor analoge spanningsingang
55
Venstervergelijker voor analoge stroomingang
58
Bron frequentiecommando
59
Bron startcommando
e
60
2
motor in bedrijf
62
STO (Safe Torque Off, veilig koppel uit) prestatiemonitor
(alleen uitgangsklem 11)
63
Optie controlesignaal
255
Niet gebruikt
Naam functie
28