Frequentie aankomstsignalen
De groep uitgangen frequentieaankomst helpt externe systemen te coördineren met het
actuele snelheidsprofiel van de frequentieregelaar. Zoals de naam aangeeft, wordt uitgang
[FA1] ingeschakeld als de uitgangsfrequentie aankomt bij de standaard ingestelde
frequentie (parameter F001). Uitgang [FA2] is afhankelijk van programmeerbare
versnellings-/vertragingsdrempels voor een grotere flexibiliteit. U kunt bijvoorbeeld een
uitgang laten inschakelen bij een frequentie tijdens het versnellen, en deze laten
uitschakelen bij een andere frequentie tijdens het vertragen. Alle overgangen beschikken
over een hysteresis om uitgangswisselingen te voorkomen als de uitgangsfrequentie in de
buurt van een van de drempels komt.
Optiecode Klemsymbool
01
FA1
02
FA2
06
FA3
24
FA4
25
FA5
Geldig voor ingangen:
Vereiste instellingen
Opmerkingen:
• Voor de meeste toepassingen hebt u slechts
één type uitgang voor frequentieaankomst nodig
(zie voorbeelden) Het is echter mogelijk om beide
uitgangsklemmen toe te wijzen aan
uitgangsfuncties [FA1] en [FA2]
• Voor elke frequentieaankomstdrempel anticipeert
de uitgang de drempel (schakelt vroeg in) met
1,0% van de maximale frequentie
• De uitgang gaat uit als de uitgangsfrequentie
uit de buurt van de drempel beweegt, vertraagd
met 2,0% van de maximale frequentie
• Het voorbeeldcircuit voor klem [11] stuurt een
relaisspoel aan. Gebruik een diode om te
voorkomen dat de negatieve uitschakelpiek,
gegenereerd door de spoel, de uitgangstransistor
van de frequentieregelaar beschadigt
Staa
Naam functie
Frequentie
AAN als uitgang naar de motor op de constante
aankomst type 1 -
constante snelheid
UIT als uitgang naar de motor uit is of versnelt of
Frequentie
AAN als uitgang naar de motor op of boven de ingestelde
aankomst type 2 -
boven frequentie
UIT als uitgang naar de motor uit is of tijdens versnellen
Frequentie
AAN als uitgang naar de motor op de ingestelde
aankomst type 3 –
ingestelde
UIT als uitgang naar de motor uit is of versnelt of
frequentie
Frequentie
AAN als uitgang naar de motor op of boven de ingestelde
aankomst type 4 -
boven frequentie
(2)
UIT als uitgang naar de motor uit is of tijdens versnellen
Frequentie
AAN als uitgang naar de motor op de ingestelde
aankomst type 5 -
ingestelde
UIT als uitgang naar de motor uit is of versnelt of
frequentie (2)
11, 12, AL0 – AL2
Χ042, Χ043, Χ045, Χ046,
t
frequentie ligt
vertraagt
frequentiedrempels ligt, zelfs tijdens versnellen of
vertragen
of vertragen voordat de betreffende drempels
worden overschreden
frequentie ligt
vertraagt
frequentiedrempels ligt, zelfs tijdens versnellen of
vertragen
of vertragen voordat de betreffende drempels
worden overschreden
frequentie ligt
vertraagt
Voorbeeld voor klem [11] (standaard
uitgangsconfiguratie zie
Voorbeeld voor klem [AL0], [AL1], [AL2] (configuratie
uitgang vereist zie
I/O-specificaties vindt u op
39
Omschrijving
pagina
66):
pagina
66):
pagina 23, 24.