Foutcodes
Een foutcode verschijnt automatisch op het display als door een storing de
frequentieregelaar in foutstatus gaat. De volgende tabel geeft een overzicht van de
oorzaak die is gekoppeld aan de fout.
Fout
Code
Ε01
Overstroom bij constante snelheid
Ε02
Overstroom tijdens vertraging
Ε03
Overstroom tijdens versnelling
Ε04
Overstroom tijdens
andere condities
Ε05
Overbelastingsbescherming
Ε06
Bescherming tegen overbelasting
remweerstand
Ε07
Overspanningsbescherming
Ε08
EEPROM-fout
Ε09
Fout onderspanning
Ε10
Fout stroomdetectie
Ε11
CPU-fout
Ε12
Externe fout
Ε13
USP
Ε14
Aardingsfout
Ε15
Overspanning ingang
Ε19
Thermische detectie
frequentieregelaar systeemfout
Ε21
Thermische fout
frequentieregelaar
Naam
Oorzaak/oorzaken
De uitgang van de frequentieregelaar is kortgesloten, of de
motoras is geblokkeerd of zwaar belast. Deze condities
veroorzaken een excessieve stroom voor de
frequentieregelaar, zodat de uitgang van de
frequentieregelaar wordt uitgeschakeld.
Instelling op de dual-spanning motor is fout.
Als overbelasting van de motor gedetecteerd wordt door het
interne elektronisch thermisch relais, treedt een fout in de
frequentieregelaar op en wordt de uitgang uitgeschakeld.
Als de inschakelduur van de interne remchopper hoger is
dan de instelling van "b090" schakelt deze
beschermingsfunctie de uitgang van de frequentieregelaar
uit en verschijnt de foutcode.
Wanneer de tussenkring een drempel overschrijdt, zoals
vanwege oorzaken als regeneratieve energie van de motor
of stijging van de stroomspanning, etc.
Als het ingebouwde EEPROM-geheugen problemen heeft
als gevolg van ruis of te hoge temperatuur, treedt een fout in
de frequentieregelaar op en wordt deze de uitgang naar de
motor uitgeschakeld.
Een daling van de interne tussenkringspanning onder een
drempelwaarde veroorzaakt een storing in het
aansturingscircuit. Deze conditie kan ook een overmatige
warmte van de motor of een laag koppel veroorzaken.
Er treedt een fout in de frequentieregelaar op en de uitgang
wordt uitgeschakeld.
Als een fout optreedt in het interne stroomdetectiesysteem,
sluit de frequentieregelaar de uitgang af en wordt de
foutcode weergegeven.
Er is een storing opgetreden in de ingebouwde CPU,
waardoor er een fout in de frequentieregelaar optreedt en de
uitgang naar de motor wordt uitgeschakeld.
Er is een signaal opgetreden op een intelligente ingangsklem
die is ingesteld als EXT. Er treedt een fout in de
frequentieregelaar op en de uitgang naar de motor wordt
uitgeschakeld.
Als de beveiliging tegen starten zonder toezicht (USP) is
ingeschakeld, treedt een fout op als de stroom wordt
ingeschakeld terwijl een RUN-signaal aanwezig is. Er treedt
een fout in de frequentieregelaar op en gaat niet naar de
startmodus totdat de fout is gewist.
De frequentieregelaar wordt beschermd door de detectie van
aardingsfouten tussen de uitgang van de frequentieregelaar
en de motor tijdens opstarttests.
Deze functie beschermt de frequentieregelaar maar geen
mensen.
De frequentieregelaar test op overspanning op de ingang,
nadat de frequentieregelaar zich gedurende 100 seconden in
de stopmodus bevond. Als er overspanning is opgetreden,
gaat de frequentieregelaar naar een storingsstatus. Nadat de
storing is opgeheven, kan de frequentieregelaar weer naar
de startmodus gaan.
Als de thermische sensor in de frequentieregelaarmodule
niet is aangesloten.
Als de interne temperatuur van de frequentieregelaar boven
de drempelwaarde ligt, detecteert de thermische sensor in
85