2. Bedrading
Zorg ervoor dat de frequentieregelaar geaard is. Anders loopt u kans op elektrische schokken of
bestaat er brandgevaar.
- Besteed elektrische werkzaamheden uit aan een gediplomeerd elektricien. Anders loopt u kans op
elektrische schokken of bestaat er brandgevaar.
- Zorg ervoor dat de voeding is uitgeschakeld voordat met de bedrading wordt begonnen. Anders
loopt u kans op elektrische schokken of bestaat er brandgevaar.
- Voer de bedradingswerkzaamheden pas uit na installatie van de frequentieregelaar. Anders loopt
u kans op elektrische schokken of letsel.
- De frequentieregelaar moet zijn UITGESCHAKELD voordat een van de schuifschakelaars wordt
verplaatst. Anders loopt u kans op elektrische schokken of letsel.
Controleer of de spanning van de netvoeding overeenkomt met de nominale spanning van uw
frequentieregelaar. Anders loopt u kans op letsel of bestaat er brandgevaar.
- Voed de 3-fasen frequentieregelaar niet met 1-fase stroom. Anders bestaat er brandgevaar.
- Sluit de wisselstroomvoeding niet aan op een van de uitgangsklemmen (U, V en W). Anders loopt
u kans op letsel of bestaat er brandgevaar.
- Sluit een aardlekschakelaar aan op het ingangscircuit. Anders bestaat er brandgevaar.
- Gebruik uitsluitend voedingskabels, aardlekautomaten en magneetschakelaars met het opgegeven
vermogen (nominale waarden). Anders bestaat er brandgevaar.
- Gebruik de magneetschakelaars aan de primaire en secundaire zijde van de frequentieregelaar
niet om het apparaat uit te schakelen.
- Draai elke schroef aan tot het opgegeven koppel. Geen enkele schroef mag los blijven.
Anders bestaat er brandgevaar.
- Voordat u de schuifschakelaar op de frequentieregelaar gebruikt, moet u de voeding uitschakelen.
Anders loopt u kans op elektrische schokken en letsel.
- Controleer of de massa- of aardschroef goed en volledig is aangedraaid.
- Controleer eerst of de schroeven van de uitgangsklemmen (U, V en W) goed zijn aangedraaid en
draai vervolgens de schroeven van de ingangsklemmen (R, S en T) aan.
3. Gebruik
- Raak zolang stroom wordt toegevoerd aan de frequentieregelaar, zelfs als de frequentieregelaar is
uitgeschakeld, nooit een aansluitklem of intern onderdeel van de frequentieregelaar aan en steek er
geen staaf in, controleer geen signalen en sluit geen draad of schakelaar aan en koppel deze ook
niet los. Anders loopt u kans op elektrische schokken en letsel of bestaat er brandgevaar.
- Zorg ervoor dat de kap over de aansluitklemmen gesloten is voordat u de stroomtoevoer naar de
frequentieregelaar inschakelt. Open de kap over de aansluitklemmen niet zolang stroom wordt
toegevoerd aan de frequentieregelaar of zolang interne spanning aanwezig is. Anders loopt u kans
op elektrische schokken.
- Bedien nooit schakelaars met natte handen. Anders loopt u kans op elektrische schokken.
- Als de herstartmodus is gekozen, herstart de frequentieregelaar plotseling na een bepaalde tijd
uitgeschakeld te zijn geweest als gevolg van een fout. Blijf in die omstandigheden uit de buurt van
de machine die door de frequentieregelaar bestuurd wordt. (Ontwerp de machine op zo'n manier
dat de veiligheid van mensen gegarandeerd kan worden, ook als de frequentieregelaar plotseling
start.) Anders loopt u kans op letsel.
- Selecteer de herstartmodus niet voor het bedienen van een hef- of verplaatsinrichting, omdat een
toestand met vrijloop in de herstartmodus kan optreden. Anders loopt u de kans op letsel of kan er
schade ontstaan aan de machine die door de frequentieregelaar bestuurd wordt.
- Als een startcommando aan de frequentieregelaar is gegeven voorafgaand aan een kortdurende
stroomstoring, kan de frequentieregelaar de werking hervatten nadat er weer stroom wordt
toegevoerd. Als een dergelijke herstart mensen in gevaar kan brengen, moet u een regelcircuit
ontwerpen dat voorkomt dat de frequentieregelaar herstart na het hervatten van de stroomtoevoer.
Anders loopt u kans op letsel.
- Bereid een extra noodstopschakelaar voor als toevoeging op de stoptoets van de geïntegreerde
operator en/of de optionele operator. Anders bestaat het gevaar voor letsel.
- Als een startcommando aan de frequentieregelaar is gegeven voordat de frequentieregelaar naar
de alarmstatus overschakelt, herstart de frequentieregelaar plotseling als de alarmstatus is gereset.
Controleer voor het resetten van de alarmstatus of geen startcommando is gegeven.
WAARSCHUWING
LET OP
WAARSCHUWING
2