Draaddikte en zekeringwaarde vaststellen
De maximale motorstroom in uw toepassing bepaalt de juiste draaddikte. De onderstaande
tabel geeft de draaddikte weer in AWG. De kolom "Stroomkabels" verwijst naar het
ingangsvermogen van de frequentieregelaar, uitgangsdraden naar de motor, de
aardingsaansluiting en andere componenten die zijn weergegeven in de "Algemene
systeembeschrijving" op pagina 11. De kolom "Signaalkabels" heeft betrekking op elke
draad die is aangesloten op de twee groene connectoren net binnen het voorpaneel.
Motorvermogen
frequentieregelaar
kW
pk
0,2
1/4
WL200-002SFE
0,4
1/2
WL200-004SFE
0,75
1
WL200-007SFE
1,5
2
WL200-015SFE
2,2
3
WL200-022SFE
0,4
1/2
WL200-004HFE
0,75
1
WL200-007HFE
1,5
2
WL200-015HFE
2,2
3
WL200-022HFE
3,0
4
WL200-030HFE
4,0
5
WL200-040HFE
5,5
7,5
WL200-055HFE
7,5
10
WL200-075HFE
11
15
WL200-110HFE
15
20
WL200-150HFE
18,5
25
WL200-185HFE
Opmerking 1:
Opmerking 2:
Opmerking 3:
Opmerking 4:
Model
Stroomkabels
AWG16/1,3 mm
(alleen 75°C)
AWG12/3,3 mm
(alleen 75°C)
AWG10/5,3 mm
AWG16/1,3 mm
AWG14/2,1 mm
AWG12/3,3 mm
AWG10/5,3 mm
(alleen 75°C)
AWG6/13 mm
(alleen 75°C)
Lokale bedrading moet worden gedaan met een UL-genoteerde en
CSA-gecertificeerde aansluitklem met gesloten lus voor de
desbetreffende draaddikte. De klem moet worden vastgezet met de door
de fabrikant van de klem opgegeven krimptang.
Houd rekening met de capaciteit van de te gebruiken stroomonderbreker.
Gebruik een dikkere draad wanneer de stroomkabel langer is dan 20
meter.
Gebruik 18 AWG/0,75 mm
[AL1], [AL2]).
Bedrading
Signaalkabels
2
2
2
18 tot 28
AWG/0,14 tot
0,75 mm
2
afgeschermde
bedrading
(zie
2
opmerking 4)
2
2
2
2
voor de alarmsignaalkabel (klemmen [AL0],
12
Toepasbare
uitrusting
Zekering
(UL-geclassificeerd,
klasse J, CC,G,T,
600V, maximaal
toegestane stroom)
10A
20A
30A
2
10A
15A
30A
50A