Frequentieregelaar resetten
Met de klem [RS] voert de frequentieregelaar een
reset uit. Als de frequentieregelaar zich in de
foutstatus
bevindt,
foutstatus. Als het signaal [RS] wordt in- en
uitgeschakeld, voert de frequentieregelaar de reset
uit. De minimale pulsbreedte voor [RS] moet 12 ms
of meer zijn. Het alarm wordt gewist binnen 30 ms
na het starten van het resetcommando.
WAARSCHUWING: Nadat het resetcommando is gegeven en de alarmreset plaatsvindt,
herstart de motor plotseling als het startcommando reeds actief is. Zorg ervoor dat de
alarmreset wordt uitgevoerd na te hebben gecontroleerd of het startcommando UIT is om
lichamelijk letsel te voorkomen.
Optiecode Klemsymbool
18
RS
Geldig voor ingangen:
Vereiste instellingen
Opmerkingen:
• Terwijl de besturingsklem [RS] is ingeschakeld,
geeft het bedieningspaneel afwisselende
segmenten weer. Nadat RS is uitgeschakeld,
wordt het display automatisch hersteld.
• Een reset kan alleen met de stop/reset-toets van
de digitale operator uitgevoerd worden als een
alarm optreedt.
• Een klem geconfigureerd met de functie [RS] kan alleen worden geconfigureerd voor een normale open
werking. De klem kan niet worden gebruikt bij een normale gesloten modus.
• Als de ingangsstroom wordt ingeschakeld, voert de frequentieregelaar dezelfde reset uit als wanneer een
puls op klem [RS] optreedt.
• De stop/reset-toets op de frequentieregelaar is slechts een paar seconden actief nadat de
frequentieregelaar is opgestart als een afstandsbediening op de frequentieregelaar is aangesloten.
• Als de klem [RS] wordt ingeschakeld terwijl de motor draait, draait de motor in vrijloop.
• Als u de uitschakelvertraging uitgangsklem gebruikt (Χ145, Χ147,
een kleine invloed op de overgang AAN-naar-UIT. Normaal (zonder uitschakelvertragingen) laat de
ingang [RS] de motoruitgang en de logische uitgangen direct samen uitgaan. Maar als een uitgang een
uitschakelvertraging gebruikt, zal nadat de ingang [RS] in wordt geschakeld die uitgang ingeschakeld
blijven gedurende een extra periode van 1 seconde (ongeveer) voordat hij wordt uitgeschakeld.
annuleert
de
reset
Naam functie
Staat
Frequentiere-
AAN De motoruitgang wordt uitgeschakeld, de foutstatus
gelaar resetten
UIT
Χ001~Χ007
(geen)
[RS]
deze
Alarm-
signaal
Omschrijving
wordt gewist (indien aanwezig) en reset wordt bij
inschakeling uitgevoerd.
Normale werking
Voorbeeld (standaard ingangsconfiguratie zie
pagina
66):
RS
7
6
5
4
I/O-specificaties vindt u op
Χ149
> 0,0 sec.), heeft de klem [RS]
37
12 ms
minimum
1
0
Ongeveer 30 ms
1
0
3
2
1
L
P24
PLC
pagina 23, 24.
t