Alarmsignaal
Het alarmsignaal van de frequentieregelaar
wordt actief als een storing is opgetreden en de
foutstatus actief is (zie het schema rechts). Als
de storing is opgeheven, is het alarmsignaal
weer inactief.
We moeten onderscheid maken tussen het
alarmsignaal AL en de contacten van het
alarmrelais [AL0], [AL1] en [AL2]. Het signaal AL
is een logische functie die u kunt toewijzen aan
de klemmen van de open collectoruitgang [11],
[12], of de relaisuitgangen.
De meest voorkomende (en standaard) toepassing van het relais is voor AL, vandaar de
labeling van de bijbehorende klemmen. Gebruik een open collectoruitgang (klem [11] of
[12]) voor een logische signaalinterface met een lage stroomsterkte of om een klein relais
van stroom te voorzien (max. 50 mA). Gebruik de uitgang van het relais om verbinding te
maken met apparaten voor hogere spanningen en stroom (minimaal 10 mA).
Optiecode Klemsymbool
05
AL
Geldig voor ingangen:
Vereiste instellingen
Opmerkingen:
• Standaard is het relais ingesteld als normaal
gesloten (Χ036=01). Zie de volgende pagina voor
een uitleg.
• In de standaard relaisconfiguratie schakelt verlies
van de stroomtoevoer van de frequentieregelaar
de alarmuitgang in; het alarmsignaal blijft aan
zolang het externe aansturingscircuit van stroom
voorzien wordt.
• Als de relaisuitgang is ingesteld als normaal
gesloten, vindt een tijdvertraging plaats van
minder dan 2 seconden na het opstarten voordat
het contact gesloten wordt.
• Klemmen [11] en [12] zijn open
collectoruitgangen, zodat de elektrische
specificaties van [AL] afwijken van de klemmen
van de contactuitgang [AL0], [AL1], [AL2].
• De signaaluitgang heeft de vertragingstijd
(nominaal 300 ms) van de uitgang voor het
storingsalarm.
• De specificaties voor het relaiscontact staan
in "Specificatie signalen besturingslogica"
op de pagina's 25. De contactschema's
voor verschillende voorwaarden staan
op de volgende pagina.
Naam functie
Staat
Alarmsignaal
AAN als een alarmsignaal is opgetreden en niet is gewist
UIT
11, 12, AL0 – AL2
Χ031, Χ032,
Χ036
Start
Foutmelding
Omschrijving
als geen alarm is opgetreden sinds de laatste keer
dat de alarmen gewist zijn
Voorbeeld voor klem [11] (standaard
uitgangsconfiguratie zie
Voorbeeld voor klem [AL0], [AL1], [AL2]
(configuratie uitgang vereist zie
I/O-specificaties vindt u op
41
STOP
RESET
Stop
RUN
STOP
RESET
Fout
Foutmelding
Alarmsignaal actief
pagina
66):
pagina
66):
pagina 24, 25.