Andere naaitoepassingen
■ Elastiek inzetten
Wanneer u elastiek bevestigt aan de manchet of een taille van
een kledingstuk, moet u uitgaan van de afmetingen van het
uitgerekte elastiek. Neem dus een stuk elastiek van geschikte
lengte.
a
Speld het elastiek aan de achterkant van de stof.
Speld het elastiek op enkele punten tegen de stof, zodat
het gelijkmatig is verdeeld over de stof.
b
Bevestig zigzagvoet "J".
c
Selecteer een steek.
Steek
10
09
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op
pagina 33.
d
Naai het elastiek aan de stof terwijl u het elastiek zo
uitrekt dat het even lang is als de stof.
Terwijl u met uw linkerhand de stof achter de persvoet
trekt, trekt u met uw rechterhand aan de stof bij de speld
die zich het dichtst bij de voorkant van de persvoet
bevindt.
VOORZICHTIG
• Zorg dat de naald tijdens het naaien geen
spelden raakt, anders kan de naald verbuigen
of breken.
Nr.
09
09
■ Trenssteek
Trenssteken worden gebruikt om plekken te verstevigen die
onder spanning staan, zoals hoeken van zakken en
openingen.
Hieronder wordt als voorbeeld beschreven hoe u trenssteken
maakt op hoeken van zakken.
a
Bepaal de gewenste lengte van de trenssteek.
Zet de knoopgeleiderplaat op knoopsgatvoet "A" op de
gewenste lengte. (De afstand tussen de markeringen op
de persvoetschaal is 5 mm (3/16 inch).)
1
2
3
• U kunt een trenssteek van maximaal 28 mm
(1-1/8 inch) maken.
b
Bevestig knoopsgatvoet "A".
Leid de bovendraad onder de persvoet, omlaag door het
gat in de persvoet, alvorens knoopsgatvoet "A" te
bevestigen.
c
Selecteer een steek.
Steek
50
45
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op
pagina 33.
d
Plaats de stof met de opening van de zak naar u toe en
breng vervolgens de persvoethendel omlaag zodat de
naald 2 mm (1/16 inch) voor de zakopening neerkomt.
1
e
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk omlaag.
f
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in uw
linkerhand en begin met naaien.
Naaisteken
1 Schaalverdeling van
de persvoet
2 Lengte trenssteek
3 5 mm (3/16 inch)
Nr.
42
13
1 2 mm (1/16 inch)
49
3