Nuttige naaitips
■ Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van de
stof, is de bovendraad te strak. Verlaag de draadspanning.
Opmerking
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is de
bovendraad mogelijk te strak. Zie dan "De spoel
installeren" op pagina 14 en rijg de onderdraad opnieuw
in.
1
2
3
4
5
Draai de draaiknop draadspanning tegen de klok in om de
spanning van de bovendraad te verlagen.
■ Bovendraad is te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant van de
stof, is de bovendraad te strak. Verhoog de draadspanning.
Opmerking
• Als de bovendraad onjuist is ingeregen, is de
bovendraad mogelijk te los. Zie dan "Bovendraad
inrijgen" op pagina 15 en rijg de bovendraad opnieuw
in.
1
5
2
3
4
Draai de draaiknop draadspanning met de klok mee om de
spanning van de bovendraad te verhogen.
Opmerking
• Als de bovendraad niet juist is ingeregen of de spoel
niet juist is geplaatst, kunt u wellicht de juiste
draadspanning niet instellen. Als u de juiste
draadspanning niet verkrijgt, rijg dan de bovendraad
opnieuw in en plaats de spoel op de juiste wijze.
28
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
5 Onderdraad is zichtbaar
aan de voorkant van de
stof.
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
5 De bovendraad is zichtbaar
aan de achterkant van de
stof.
Nuttige naaitips
Naaitips
■ Proefnaaien
We adviseren voordat u uw project begint om een paar
proefsteken te naaien met dezelfde draad en stof als voor uw
project.
Controleer het naairesultaat en pas de draadspanning en de
steeklengte en -breedte aan het aantal lagen stof en de
genaaide steek aan.
Opmerking
• Andere factoren, zoals de dikte van de stof, steunstof
enz., zijn ook van invloed op de steek. Naai daarom
altijd een paar proefsteken voordat u aan uw project
begint.
• Bij het naaien van decoratieve satijnsteek- of
satijnsteekpatronen kunnen de steken gaan trekken of
opbollen. Gebruik daarom een steunstof.
■ Van naairichting veranderen
a
Wanneer u bij een hoek komt, stopt u de machine.
Laat de naald omlaag (in de stof) staan. Als de naald
omhoog is blijven staan toen de machine stopte, drukt u
op
(naaldstandtoets) om de naald omlaag te zetten.
Breng de persvoethendel omhoog en draai de stof.
b
U draait de stof met de naald als as.
c
Breng de persvoethendel weer omlaag en ga door met
naaien.
■ Bochten naaien
Stop met naaien en wijzig vervolgens de naairichting
enigszins om rond de bocht te naaien. Meer bijzonderheden
over het naaien met een gelijkmatige marge vindt u in
"Evenwijdige marge naaien" op pagina 29.
Wanneer u met een zigzagsteek langs een bocht naait,
selecteert u een kortere steeklengte, zodat u een fijnere steek
krijgt.