k
Controleer of de naald en draad compatibel zijn met
de naaldinrijger. Als zij compatibel zijn, gaat u door
met de volgende stap.
• U kunt de naaldinrijger gebruiken met
machinenaalden 75/11 t/m 100/16.
• U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met de platte
naald of de tweelingnaald.
• Wanneer u speciaal garen of doorzichtige
eenvezelige nylondraad gebruikt, is het niet aan te
raden om de naaldinrijger te gebruiken.
• Als u de naaldinrijger niet kunt gebruiken, leidt u de
draad met de hand van voren naar achteren door het
oog van de naald. Zorg er dan wel voor dat de
machine is uitgeschakeld, zoals beschreven in stap
d
.
l
Trek het uiteinde van de draad die door de
draadgeleiders op de naaldstang is geleid, naar links.
Leid de draad onder de inkeping door. Trek vervolgens
stevig aan de draad om deze volledig van voren naar
achteren in de gleuf van de draadgeleiderschijf te
steken (gemarkeerd met "7").
1 Inkeping van de draadgeleider van de inrijger
2 Draadgeleiderschijf van de inrijger
m
Snijd de draad af met de draadafsnijder op de
linkerkant van de machine.
Opmerking
• Als u de draad erdoor trekt en deze niet goed kan
worden afgesneden, zet u de persvoethendel omlaag.
Zo blijft de draad op zijn plek en kunt u hem beter
afsnijden. Als u deze bewerking hebt uitgevoerd, gaat u
o
door met stap
.
• Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos afwikkelt,
zoals metallic garen, is het misschien moeilijk om de
naald in te rijgen nadat u de draad hebt afgeknipt.
In plaats van de draadafsnijder te gebruiken trekt u de
draad ongeveer 8 cm (ca. 3 inch) uit nadat u deze door
de draadgeleiderschijf van de inrijger hebt geleid
(aangegeven met "7").
2
1
n
Zet de persvoet omlaag met de persvoethendel.
o
Zet de naaldinrijgerhendel aan de linkerkant van de
machine zo ver mogelijk omlaag om de haak te laten
draaien.
Nadat de draadgeleiderschijf van de inrijger omlaag is
gezet (1), draait de haak (2).
1 Naaldinrijgerhendel
2 Naald
3 Haak
Opmerking
• Als de naald niet helemaal omhoog staat, kunt u de
naald niet inrijgen met de naaldinrijger. Draai het
handwiel tegen de klok in totdat de naald in de hoogste
stand staat. De naald staat goed omhoog wanneer de
markering op het handwiel boven staat, zoals
c
aangegeven onder stap
p
Zet de naaldinrijgerhendel langzaam omhoog.
q
Trek voorzichtig aan het draaduiteinde dat door het
oog van de naald is getrokken.
Als de naald niet volledig wordt ingeregen, maar zich in
het oog van de naald een lus vormt, trekt u voorzichtig
de lus door het oog van de naald zodat ook het uiteinde
van de draad door het oog gaat.
Bovendraad inrijgen
1
2
3
op pagina 15.
17
1