c
Bevestig knoopsgatvoet "A".
d
Selecteer een steek.
Steek
45
41
46
42
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op pagina 33.
e
Pas de steekbreedte aan de dikte van de contourdraad aan.
f
Breng de persvoethendel en de knoopsgathendel
omlaag en begin met naaien.
g
Wanneer u klaar bent met naaien, trekt u zachtjes aan
de contourdraad zodat deze niet loshangt.
Trek de contourdraad met een handnaainaald naar de
h
achterkant van de stof en knoop hem vast.
Knopen aanzetten
U kunt met de machine knopen aannaaien. U kunt knopen
met twee en knopen met vier gaten aanzetten.
a
Meet de afstand tussen de gaten in de knoop die u wilt
bevestigen.
Zet de persvoethendel omhoog en schuif de
b
transporteurstandschakelaar (achter op de voet van de
machine) naar
(aan de linkerkant, gezien vanaf de
achterkant van de machine).
→ De transporteur staat omlaag.
Bevestig knoopaanzetvoet "M".
c
Nr.
39
–
40
–
d
Selecteer een steek.
Steek
07
07
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op pagina 33.
e
Pas de steekbreedte zo aan dat deze gelijk is aan de
afstand tussen de gaten in de knoop.
f
Plaats de knoop op de plek waar deze wordt aangezet
en zet de persvoethendel omlaag.
a
• Wanneer u vier-gatsknopen bevestigt, naait u eerst
de twee gaten die het dichtst bij u liggen. Schuif
vervolgens de knoop zo dat de naald in de twee
gaten erachter gaat en naai deze op dezelfde manier.
g
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om te
controleren of de naald goed in de twee gaten van de
knoop gaat.
Als de naald de knoop lijkt te raken, meet u opnieuw de
afstand tussen de gaten in de knoop. Stem de
steekbreedte af op de afstand tussen de knoopsgaten.
VOORZICHTIG
• Let tijdens het naaien op dat de naald de
knoop niet raakt. Anders kan de naald
verbuigen of breken.
Naai in een laag tempo ongeveer 10 steken.
h
Zet de schuifknop voor snelheidsregeling naar links
(zodat de snelheid laag is).
Naaisteken
Nr.
07
04
1 Knoop
43
3