Inhoudsopgave
Advertenties
2
Hoofdstuk
Naaien
VOORZICHTIG
• Let goed op de plaats van de naald wanneer de
machine in werking is. Houd bovendien uw
handen uit de buurt van alle bewegende delen,
zoals de naald en het handwiel. Anders kunt u
letsel oplopen.
• Trek niet te hard aan de stof en duw de stof
niet te hard tijdens het naaien. Anders kunt u
letsel oplopen en kan de naald breken.
• Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen
naalden breken gemakkelijk, en dit kan leiden
tot letsel.
• Pas op dat de naald geen rijgspelden raakt,
anders kan de naald verbuigen of breken.
BASISPRINCIPES VAN
HET NAAIEN
Standaardnaaiwerkzaamheden
Opmerking
• Naai eerst een proefstukje met dezelfde stof en draad
als voor uw project.
Bereid de juiste naald en draad voor het soort stof
a
voor. (pagina 19)
Verwissel, indien nodig, de naald. (pagina 20)
b
Wind draad op een spoel en installeer de spoel op de
machine. (pagina 12)
c
Rijg de bovendraad in. (pagina 15)
d
Draai aan de knop voor steekpatroonselectie om een
steek te selecteren.
De positie van het steeknummer verschilt naargelang
het model.
• Meer bijzonderheden over ingebouwde
steekpatronen vindt u in "Stekentabel" op pagina 33.
• Wijzig, indien nodig, de steekbreedte of steeklengte.
(pagina 27)
• Meer bijzonderheden over weergaven op de display
vindt u in "Bediening van de display" op pagina 10.
Naaien
2
23
Advertenties
Inhoudsopgave
