■ Stretchstoffen naaien
Rijg eerst de stukken stof aan elkaar. Naai vervolgens zonder
de stof te rekken. Als de steken scheef gaan, plaatst u niet-
geweven, in water oplosbare versteviging onder de stof en
naait u de twee lagen samen.
1
De beste resultaten verkrijgt u wanneer u gebreide stoffen
naait met de stretchsteken. Gebruik een naald die geschikt is
voor gebreide stof (ballpointnaald (goudkleurig)). De
aanbevolen steken en de betreffende steeknummers zijn
hieronder aangegeven.
Steek
05
05
06
06
10
09
Opmerking
• Volg de aanwijzingen van de fabrikant bij gebruik van in
water oplosbare versteviging. Deze gaat mogelijk niet
samen met bepaalde stoffen.
■ Leer of vinyl naaien
Wanneer u stof naait die mogelijk aan de persvoet blijft
plakken, zoals leer of vinyl, vervangt u de persvoet door de
boventransportvoet* of gladde transportvoet*.
* Deze voeten zijn optioneel; neem contact op met uw
erkende Brother-dealer.
1
Als het leer of vinyl stroef over de accessoiretafel beweegt,
naait u met kopieer- of overtrekpapier op de accessoiretafel,
zodat de stof soepel wordt doorgevoerd.
Als u het papier zo plaatst dat het de steekplaat niet bedekt,
wordt het papier niet met de stof mee genaaid.
1 Kopieer of overtrekpapier
1 Rijgsteken
Nr.
05
10
06
03
09
09
1 Leer
a
Opmerking
• U kunt de boventransportvoet alleen gebruiken met
rechte- of zigzagsteekpatronen. Naai geen
achteruitsteken met de boventransportvoet.
• Kies voor een snelheid tussen langzaam en middelmatig
wanneer u werkt met de boventransportvoet.
• Als u de boventransportvoet gebruikt, naait u een
proefstukje op een restje leer of vinyl dat u gaat
gebruiken, om te controleren of de voet geen sporen
achterlaat.
■ Klittenband naaien
VOORZICHTIG
• Gebruik uitsluitend klittenband zonder lijm,
die geschikt is om te naaien. Als de lijm blijft
plakken aan de naald of het spoelhuis, kan dit
storing tot gevolg hebben.
• Als u de klittenband naait met een dunne
naald (65/9-75/11), kan de naald buigen of
breken.
Opmerking
• Rijg de klittenband op de stof voordat u begint te
naaien.
Alvorens te naaien controleert u of de naald door de
klittenband gaat door het handwiel te draaien, zodat de naald
in de klittenband gaat. Naai de rand van de klittenband in een
langzaam tempo.
Als de naald niet door de klittenband gaat, vervangt u de
naald door een naald die geschikt is voor dikkere stof. Voor
meer informatie, zie "Stof/draad/naald-combinaties" op
pagina 19.
1
Nuttige naaitips
1 Rand van de klittenband
31
2