[PAUZESTAND]
[AUTO]: Het beeld, met
onderwerpen die dynamisch
bewegen, wordt uitgevoerd zonder
haperingen. Selecteer normaal
gesproken dit.
[BEELD]: Het beeld, met
onderwerpen die niet dynamisch
bewegen, wordt uitgevoerd met een
hoge resolutie.
[FOTO-EFFECT]
(alleen JPEG-beeldbestanden)
Selecteer een effect voor de
diavoorstelling.
[MODUS 1]: Het beeld vult het
scherm van boven naar beneden.
[MODUS 2]: Het beeld vult het
scherm van links naar rechts.
[MODUS 3]: Het beeld vult het
scherm vanuit het midden.
[MODUS 4]: Het beeld wordt
weergegeven met een willekeurig
wisselend effect.
[MODUS 5]: Het volgende beeld
schuift over het huidige beeld.
[UIT]: Schakelt de effecten uit.
[FOTO-INTERVAL]
(alleen JPEG-beeldbestanden)
Selecteer het interval van de
diavoorstelling.
[NORMAAL]: Stelt het interval in op
de standaard tijdsduur.
[SNEL]: Stelt het interval in op korter
dan [NORMAAL].
[LANGZAAM 1 ]: Stelt het interval in
op langer dan [NORMAAL].
[LANGZAAM 2]: Stelt het interval in
op langer dan [LANGZAAM 1 ].
46
NL
De opties voor het geluid
instellen
– [AUDIO INSTELLING]
[AUDIO DRC]
(Compressie van het dynamisch bereik)
Handig voor het kijken naar films bij
een laag volume 's avonds laat.
[UIT]: Geen compressie van het
dynamisch bereik.
[STANDAARD]: Het dynamisch
bereik wordt gecomprimeerd zoals
bedoeld door de opnametechnicus.
[MUZIEKSTUKKEUZE]
Geeft voorrang aan het
geluidsspoor met het hoogste
aantal kanalen wanneer u een DVD
VIDEO weergeeft waarop meerdere
audioformaten (PCM, MPEG-audio
of Dolby Digital) zijn opgenomen.
[UIT]: Geeft geen voorrang.
[AUTO]: Geeft voorrang.
[SCOREMODUS]
Selecteer de scorefunctie voor
beoordeling van uw zang in de
karaokefunctie.
[BEGINNER 1]: Beginnersniveau.
De score wordt tijdens het zingen
afgebeeld.
[BEGINNER 2]: Beginnersniveau.
[EXPERT 1]: Geavanceerd niveau.
De score wordt tijdens het zingen
afgebeeld.
[EXPERT 2]: Geavanceerd niveau.
[DEMO]: Demonstratiefunctie. De
score wordt afgebeeld, ongeacht of
wordt gezongen.