Als u de lading te veel aan één kant van de laadbak plaatst,
vergroot dit sterk de kans dat het voertuig omslaat naar die
kant. Dit gaat vooral op als de lading zich aan de buitenste
zijde bevindt bij het maken van een bocht.
Plaats nooit zware ladingen achter de achteras. Als de
lading zo ver naar achteren is geplaatst dat deze zich achter
de achteras bevindt, vermindert dat het gewicht op de
voorwielen; dit gaat ten koste gaat van de stuurtractie. Als
de lading zich helemaal achteraan bevindt, kunnen de
voorwielen zelfs loskomen van de grond wanneer u over
bulten of tegen een helling oprijdt. Hierdoor kunt u niet
meer sturen en kan het voertuig omslaan.
De algemene regel is dat het gewicht van de lading
zowel van voren naar achteren als van rechts naar links
gelijkmatig moet worden verdeeld.
Als de lading niet goed vastzit of als u een vloeistof vervoert
in een grote container zoals een spuitmachine, bestaat de kans
dat de lading gaat schuiven. Dit gebeurt meestal als u draait,
een helling op- of afrijdt, plotseling uw snelheid wijzigt of als
u over oneffen terrein rijdt. Een schuivende lading kan tot
gevolg hebben dat het voertuig omslaat. Zet de lading altijd
vast zodat deze niet gaat schuiven. Stort uw lading nooit als
het voertuig zijwaarts op een helling staat.
Wees erop bedacht dat een zware lading de remweg
verlengt en de mogelijkheid vermindert om snel te draaien
zonder om te slaan.
De laadruimte is uitsluitend bestemd voor een lading, niet
voor het vervoer van passagiers.
Differentieelgrendel gebruiken
De differentieelgrendel vergroot de tractie van het voertuig
door de achterwielen te vergrendelen, zodat één wiel niet
kan gaan slippen. Dit kan goed van pas komen wanneer u
zware ladingen moet vervoeren op nat gras, gladde
oppervlakken, hellingen of zanderig terrein. U dient echter in
gedachten te houden dat deze extra tractie slechts bedoeld is
voor tijdelijk gebruik. Het is geen vervanging voor de
veiligheidsmaatregelen ten aanzien van steile hellingen en
zware ladingen die hiervoor aan de orde zijn geweest.
De differentieelgrendel zorgt ervoor dat de achterwielen met
dezelfde snelheid draaien. Wanneer u de differentieelgrendel
gebruikt, wordt het vermogen om scherpe bochten te maken
iets beperkt en kan het gazon worden beschadigd. Gebruik de
differentieelgrendel alleen wanneer het nodig is, bij lage
snelheden en alleen in de eerste of tweede versnelling.
Waarschuwing
Als het voertuig op een helling omslaat of gaat
rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
• De extra tractie die de differentieelgrendel biedt,
kan genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te
brengen, zoals oprijden van hellingen die te steil
zijn om te draaien. Wees extra voorzichtig als u
werkt met ingeschakelde differentieelgrendel,
speciaal op steile hellingen.
• Als de differentieelgrendel is ingeschakeld
terwijl u bij hoge snelheid een scherpe bocht
maakt, en het binnenste achterwiel van de grond
komt, kunt u de controle over het voertuig
verliezen, waarbij de kans bestaat dat het
voertuig gaat slippen (zie het hoofdstuk
Differentieelgrendel gebruiken). Gebruik de
differentieelgrendel uitsluitend bij lage
snelheden.
Vierwielaandrijving
Uitsluitend bij vierwielaandrijving
De automatische vierwielaandrijving op dit voertuig hoeft
niet door de bestuurder in werking te worden gesteld. De
voorwielaandrijving wordt pas gebruikt (er wordt geen
kracht overgebracht op de voorwielen) als de achterwielen
grip beginnen te verliezen. De tweerichtingskoppeling voelt
dat de achterwielen slippen, en stelt vervolgens de
voorwielaandrijving in werking en brengt kracht over op de
voorwielen. De vierwielaandrijving blijft kracht
overbrengen op de voorwielen totdat de achterwielen weer
voldoende tractie hebben om het voertuig voort te bewegen
zonder te slippen. Als het zover is, stopt het systeem met de
aandrijving van de voorwielen en de
gebruikseigenschappen worden weer vergelijkbaar met die
van een voertuig met tweewielaandrijving. De
vierwielaandrijving werkt zowel in de vooruit als de
achteruit, maar bij bochten zullen de achterwielen iets
langer slippen voordat de voorwielaandrijving wordt
geactiveerd.
Waarschuwing
Als het voertuig op een helling omslaat of gaat
rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
• De extra tractie die de vierwielaandrijving biedt,
kan genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te
brengen, zoals oprijden van hellingen die te steil
zijn om te draaien. Wees voorzichtig als u werkt,
speciaal op steile hellingen.
34