Bediening snelkoppeling
Aansluiting
Belangrijk
Maak de snelkoppelingen schoon alvorens
ze aan te sluiten. Vuile snelkoppelingen kunnen het
hydraulische systeem verontreinigen.
Trek de borgring op de koppeling naar achteren.
Steek de nippel van de slang in de snelkoppeling totdat
deze vastklikt.
Losmaken
Opmerking: Zet de motoren van beide voertuigen uit en
beweeg de hefhendel naar voren en naar achteren om de
druk in het systeem op te heffen en de snelkoppelingen
gemakkelijker los te maken.
Trek de borgring op de koppeling naar achteren.
Trek de slang krachtig uit de snelkoppeling.
Belangrijk
Reinig de stofplug en de stofkap en plaats
deze op de openingen van de snelkoppelingen wanneer
deze niet in gebruik zijn.
Opmerking: Als u de op afstand bedienbare hydraulische
werktuigen aansluit op de snelkoppelingen, bepaal dan
welke kant onder druk moet komen te staan, en sluit die
slang dan aan op snelkoppeling "B". Hierop komt druk te
staan als de schakelhendel naar voren wordt geduwd of
wordt vergrendeld in de AAN-stand.
Storingen in de hydraulische bediening
verhelpen:
• Problemen bij het aansluiten of losmaken van de
snelkoppelingen.
• Druk niet opgeheven (snelkoppeling nog steeds
onder druk).
• De stuurbekrachtiging gaat stroef.
• Peil van hydraulische vloeistof is te laag.
• De hydraulische vloeistof is heet.
• Pomp werkt niet.
• Lekkage in het hydraulische systeem.
• Aansluitingen zitten los.
• O-ring ontbreekt bij de aansluiting.
• Werktuig functioneert niet.
• De snelkoppelingen zijn niet goed aangesloten.
• De snelkoppelingen zijn omgewisseld.
• Gierend geluid.
• De op afstand bedienbare klep staat nog vergrendeld
in de AAN-stand, waardoor er hydraulische olie
langs de ontlastklep stroomt.
• De motor wil niet starten.
• Hydraulische hefhendel is vergrendeld in de
vooruitstand.
37