Voorzichtig
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiatordop nooit als de motor
loopt.
• Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of
totdat de radiatordop zover is afgekoeld dat u
deze kunt aanraken zonder uw hand te branden.
• Gebruik een lap als u de radiatordop verwijdert
en draai de dop langzaam open om de stoom te
laten ontsnappen.
3. Verwijder de radiatorkap.
Figuur 48
1. Radiatordop
4. Verwijder de dop van de reservetank.
Figuur 49
1. Dop van reservetank
5. Draai het aftapkraantje aan de onderkant van de radiator
open en laat de koelvloeistof in een opvangbak lopen.
Als er geen koelvloeistof meer naar buiten stroomt,
draai u het aftapkraantje dicht.
6. Open de ontluchtschroef boven op de waterpomp
(Fig. 50).
1. Ontluchtschroef
1
7. Verwijder de aftapplug voor de koelvloeistof uit de
motor en laat de koelvloeistof in de opvangbak lopen.
Als er geen koelvloeistof meer naar buiten stroomt,
plaatst u de aftapplug terug.
8. Vul de radiator langzaam met een oplossing die half uit
water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries
bestaat. Plaats de radiatordop terug.
9. Vul de reservetank langzaam totdat het peil de
KOUD-streep bereikt. NIET TE VOL VULLEN.
Plaats de dop van de reservetank terug.
10. Start de motor en laat deze draaien tot hij warm is.
Draai de ontluchtschroef van de waterpomp vast als er
1
water uitkomt.
11. Zet de motor af. Controleer nogmaals het peil en vul
indien nodig bij.
46
1
Figuur 50