— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Opmerking
Zet de naald niet omlaag wanneer u de
markeringen uitlijnt. Dan bereikt u mogelijk
niet het gewenste resultaat.
Druk niet op de voorzijde van de persvoet
terwijl u deze omlaag brengt.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
f
Breng de knoopsgathendel zo ver mogelijk
omlaag.
a
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatvoet.
a
b
a Knoopsgathendel
b Beugel
g
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken en
stopt dan.
90
h
i
j
a
k
Breng de persvoethendel omhoog, haal de stof
weg en knip de draden af.
Breng de knoopsgathendel omhoog in de
oorspronkelijke stand.
Steek een speld langs de binnenkant van één
trenssteek aan het eind van de
knoopsgatsteken om te voorkomen dat de
steken worden geknipt.
1
a Pin
Snijd met het tornmesje naar de speld toe en
maak het knoopsgat open.
a
a Tornmesje
Voor lingerieknoopsgaten maakt u met de
gaatjesponser een gat in het afgeronde einde
van het knoopsgat en snijdt u vervolgens het
knoopsgat open met het tornmesje.
a
a Gaatjesponser
Opmerking
Wanneer u de gaatjesponser gebruikt,
plaatst u dik papier of een ander
beschermvel onder de stof voordat u het gat
in de stof ponst.