— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
a
Bepaal de gewenste lengte van de trenssteek.
Zet de knoopgeleiderplaat op knoopsgatvoet
"A" op de gewenste lengte. (De afstand tussen
de markeringen op de persvoetschaal is 5 mm
(3/16 inch).)
a Persvoetschaal
b Lengte trenssteek
c 5 mm (3/16 inch)
Memo
U kunt een trenssteek van maximaal 28 mm
(1 1/8 inch) maken.
b
Bevestig knoopsgatvoet "A".
• Voor meer informatie over het verwisselen
van de persvoet, zie "Persvoet verwisselen"
(pagina 43).
c
Selecteer steek
• Voor meer informatie, zie "Steken selecteren"
(pagina 51).
1
2
3
60
.
d
Plaats de stof met de opening van de zak naar
u toe en breng vervolgens de persvoethendel
omlaag zodat de naald 2 mm (1/16 inch) voor
de zakopening neerkomt.
a 2mm (1/16 inch)
• Leid de bovendraad omlaag door het gat in
de persvoet.
Opmerking
Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat. Anders wordt
de trenssteek niet in het juiste formaat
gemaakt.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
1
a
Verstevigingssteken 109
3